Uit onderzoek van Argos, Lost in Europe, de onderzoeksredactie van de Brabantse regionale kranten en het AD blijkt dat opnieuw honderden kinderen in Nederland spoorloos zijn verdwenen. Ook blijkt dat er schrijnende situaties zijn in noodopvanglocaties voor minderjarige vluchtelingen.

Zeker 360 alleenstaande minderjarige vluchtelingen zijn sinds januari vorig jaar verdwenen uit Nederlandse opvangcentra. Veruit het merendeel van deze kinderen verdween uit aanmeldcentrum Ter Apel, 237 in totaal. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Conny Rijken, maakt zich grote zorgen over deze kinderen, waar Nederland een zorgplicht voor heeft.

Veel van de minderjarigen die wél nog in beeld zijn, verblijven in tijdelijke noodopvanglocaties zoals hotels, oude gebouwen of een voormalige gevangenis. Uit het onderzoek blijkt ook dat daar tal van problemen zijn, onveilige situaties en soms ook hoogoplopende spanningen. Argos interviewde kinderen die al een half jaar niet naar school gaan. Er is geen dagbesteding. Sommige jongeren hangen ’s avonds laat rond op parkeerplaatsen waar drugs worden gedeald.

Eritrese jongens klagen over discriminatie door Arabisch sprekende COA-medewerkers, die Syrische jongens zouden voortrekken. Een Eritrese jongen van 16 kwam in maart om het leven, volgens de politie door zelfdoding.

Wij legden onze bevindingen voor aan Tweede Kamerleden van verschillende partijen, zowel van de oppositie als van de regeringscoalitie. Hieronder de reacties die we ontvingen:

Kati Piri, PvdA:

“Het onderzoek van Lost in Europe, Argos en AD toont het falen van opeenvolgende kabinetten om de asielopvang voor de allerkwetsbaarsten op orde te brengen. De basisvoorzieningen waar alleenstaande minderjarigen recht op hebben – onderdak, eten, bescherming, onderwijs en gezondheidszorg – is het absolute minimum dat op orde zou moeten zijn. 

Keer op keer blijkt dat premier Rutte en staatssecretaris Van der Burg zelfs hiertoe niet in staat zijn. Hiermee wordt de veiligheid van deze kinderen ernstig in gevaar gebracht. Dat zijn zware woorden, maar de harde praktijk laat zien dat ze hier gerechtvaardigd zijn.
Het tegenovergestelde geldt voor de medewerkers en vrijwilligers op opvanglocaties: groot respect voor hen. 

In december is een motie van PvdA en GroenLinks aangenomen die het kabinet oproept voor elke opvanglocatie, inclusief de noodopvang en crisisnoodopvang, een speciaal aangewezen contactpersoon voor kinderen aan te stellen. Ondanks de Kamermeerderheid die hierop aandringt, geeft van de Burg aan hiertoe niet in staat te zijn ‘vanwege de krapte op de arbeidsmarkt.’ Die krapte is er, maar dit is toch echt een véél te makkelijk excuus voor de nalatigheid van het kabinet, zeker als je leest over de schrijnende situaties in de opvang van alleenstaande kinderen.

Als de spreidingswet er al komt, zal het nog wel even duren voordat het effect sorteert. Daar hoeft het kabinet niet op wachten. Naast de al bestaande instrumenten, kan een noodwet soelaas bieden mits het snel wordt ingevoerd en effectief is.”

Suzanne Kröger, GroenLinks:

"Kwetsbare jongeren die vluchten voor oorlog en geweld en dan hier zó onveilig zijn. De misstanden in de opvang voor jonge vluchtelingen zijn schrijnend en onacceptabel. Het kabinet moet zo snel mogelijk met een structurele oplossing komen. Kleinschalige opvang, goede begeleiding en structurele financiering die zekerheid biedt voor alle uitvoerders. Zodat misstanden zoals deze rapportage laat zien kunnen worden voorkomen.
De spreidingswet is weer vertraagd door alle politieke onwil. Er moet zo snel mogelijk een oplossing komen voor deze zeer kwetsbare groep. Desnoods een noodwet, zoals ook voor de opvang van Oekraïners is gebruikt.”

Anne-Marijke Podt, D66:

“We moeten goed zorgen voor alle asielzoekers, maar de opvang van minderjarigen verdient in het bijzonder aandacht. De cijfers van het aantal verdwenen kinderen zijn in dat licht schokkend en zorgelijk. Nu de druk op de opvang zo hoog is, gaat de opvang en begeleiding van minderjarigen soms echt niet goed. Wij dringen al langer bij de staatssecretaris aan op verbetering van de opvang en betere begeleiding van kinderen.”
 

Frank Futselaar, SP:

“Deze situatie is onacceptabel. Het is belangrijk dat jongeren niet steeds van locatie naar locatie worden versleept, waardoor onderwijs al helemaal lastig is. De staatssecretaris geeft toe dat de situatie erg is en belooft zijn best te doen. Maar verder gebeurt er niks. Er is kleinschaligere opvang nodig met wat extra middelen voor toezicht en scholing. In het verleden hebben gemeenten dit aangeboden, maar COA wilde daar niet aan. Er moet nu echt iets gebeuren. Als we er niet eens toe in staat zijn minderjarigen een veilige plek te bieden, falen we echt als land op alle fronten.”

Pieter Omtzigt:

“Het is ronduit schrijnend hoe de criminaliteit achter en rond het vreemdelingenwezen ook de veiligheid van kinderen raakt. Zelfs in deze afhankelijke positie worden minderjarige vreemdelingen misbruikt en uitgebuit. De regering moet hierop actie ondernemen.

Maar zolang de regering geen beleid voert en geen maatregelen neemt en het asielsysteem laat inklappen, zullen de bestaande problemen zoals deze alleen maar eerst heel veel groter worden.”

Don Ceder, ChristenUnie:

“De opvang van vluchtelingen, ook in de noodopvang, moet veilig zijn. Dat staat voor mij als een paal boven water. De verhalen die door Argos naar voren zijn gebracht zijn verschrikkelijk. Daaruit blijkt dat die veiligheid er niet altijd is, en zelfs voor de een nog minder dan de ander. Van discriminatie mag geen sprake zijn en jongeren in onveiligheid moeten altijd hulp kunnen ontvangen binnen hun opvanglocatie. De kwaliteit van de opvang moet in de rechten van asielaanvragers voorzien.

Het is aan de staatssecretaris om die kwaliteit te bieden en het is mij onvoldoende duidelijk hoe hij zich ingespannen heeft om de situatie in de opvang te verbeteren. Ik wil daarom weten wat hij nu voorstaat. De kwaliteit van de opvang schiet structureel tekort. Daarom is noodwetgeving niet het juiste instrument om dit op te lossen, maar moet de staatssecretaris snel structurele oplossingen gaan bieden. Ik ga de staatssecretaris om opheldering vragen via schriftelijke vragen.”

Laurens Dassen, Volt:

"Als Volt zijn we geschokt door jullie bevindingen maar helaas niet verrast. Wij volgen de situatie van de AMV’ers op de voet en spreken het kabinet regelmatig aan op het sterk rammelende opvangbeleid. Dat minderjarige alleenstaande vluchtelingen zo aan hun lot worden overgelaten in een land als Nederland en nu zelfs iemand is komen te overlijden is verwerpelijk. En ook nu verdwijnen minderjarigen uit de opvang, ook hier in Nederland, en niemand weet waar ze zijn. Als Volt pleiten we voor kleinschalige opvang in gemeenten.

We weten van de rechtszaken. We zien hoe onder het VVD-bewind problemen vooruitgeschoven worden en niet aangepakt. Dat is op vrijwel alle beleidsterreinen het geval.

Wat moet gebeuren is dat het kabinet en de coalitiepartijen onze democratie en rechtsstaat respecteren en de noden van mensen serieus neemt - waar hun wieg ook gestaan heeft - en niet steeds uitvluchten verzint.

Zeer kritische rapporten van de Rekenkamer over het ontoereikende financiële yoyo-beleid in de opvang en de - nieuwe - brandbrieven van de inspecties overtuigen ons alleen maar meer van het nut van een noodwet; er is geen reden te verzinnen waarom die voor de ene groep vluchtelingen wel zou moeten gelden maar voor een andere niet. Mocht het kabinet hier wel verschillen zien, dan mag het kabinet aan de Kamer komen uitleggen welke dat zijn en waarom die er zijn. Sowieso zullen wij tegen de Spreidingswet in de huidige vorm stemmen en deze wet zou ook een goede opvang voor AMV’ers moeten regelen.

Werkelijk elke instantie, expert en deskundige wijst het wetsvoorstel af; toch wil het kabinet hem doordrukken omdat het nu eenmaal een politiek compromis tussen de coalitiepartijen is."