Een knalblauwe lucht, een stralende zon, altijd vers eten en een goede ontvangst. Het was heerlijk toeven in Rabat waar de derde editie van de muziekbeurs en conferentie Visa for Music (VfM) plaatsvond. Voor de tweede keer ging ik naar Marokko, dit keer op uitnodiging van VfM en in gezelschap van mijn collega Eva van Meerten. Anders dan andere muziekbeurzen die ik bezoek is deze niet Eurocentrisch en dat was op verschillende vlakken goed te merken. Allereerst kwamen veel delegaties uit andere Afrikaanse landen - de Europeanen zijn er in de minderheid -, er werd geen alcohol geschonken en er is een ander tijdsbesef (Africa Time). Dat laatste is een pijnpuntje waar ik later op terugkom. Tijdens de conferenties waar de voertaal Frans is, werden er harde noten gekraakt over diversiteit en aanverwante onderwerpen. Het viel me daarbij op dat er vaak gesproken werd over noord en zuid, zoals hier gesproken wordt over oost en west. Met het zuiden worden de Afrikaanse landen bedoeld en het noorden Europa. Het kwam er een beetje op neer dat de Afrikaanse landen zich niet ondergeschikt hoeven te voelen ten opzichte van het noorden en dat de Afrikaanse artiesten meer gesteund moeten worden door de festivals die er in het zuiden plaatsvinden.
Buiten trokken de twee grote tenten van de Touaregs (nomaden uit de woestijn) waar heel relaxed gespeeld en gedanst werd, flink de aandacht. De tenten waren ook meteen een uitvalbasis van alle woestijnrockers: Doueh, Generation Taragalt en Amanar de Kidal uit Niger.