Optredens als voetbalwedstrijden

Een knalblauwe lucht, een stralende zon, altijd vers eten en een goede ontvangst. Het was heerlijk toeven in Rabat waar de derde editie van de muziekbeurs en conferentie Visa for Music (VfM) plaatsvond. Voor de tweede keer ging ik naar Marokko, dit keer op uitnodiging van VfM en in gezelschap van mijn collega Eva van Meerten. Anders dan andere muziekbeurzen die ik bezoek is deze niet Eurocentrisch en dat was op verschillende vlakken goed te merken. Allereerst kwamen veel delegaties uit andere Afrikaanse landen - de Europeanen zijn er in de minderheid -, er werd geen alcohol geschonken en er is een ander tijdsbesef (Africa Time). Dat laatste is een pijnpuntje waar ik later op terugkom. Tijdens de conferenties waar de voertaal Frans is, werden er harde noten gekraakt over diversiteit en aanverwante onderwerpen. Het viel me daarbij op dat er vaak gesproken werd over noord en zuid, zoals hier gesproken wordt over oost en west. Met het zuiden worden de Afrikaanse landen bedoeld en het noorden Europa. Het kwam er een beetje op neer dat de Afrikaanse landen zich niet ondergeschikt hoeven te voelen ten opzichte van het noorden en dat de Afrikaanse artiesten meer gesteund moeten worden door de festivals die er in het zuiden plaatsvinden.

Buiten trokken de twee grote tenten van de Touaregs (nomaden uit de woestijn) waar heel relaxed gespeeld en gedanst werd, flink de aandacht. De tenten waren ook meteen een uitvalbasis van alle woestijnrockers: Doueh, Generation Taragalt en Amanar de Kidal uit Niger.

’s Avonds stonden de internationale showcases en optredens geprogrammeerd op drie podia. Twee podia in de Renaissance, boven in het café en onder in de club, en in het nationale theater Mohammed V. De openingsavond hebben we helaas moeten missen omdat we te laat aankwamen. Als het schema zou kloppen op de andere avonden hadden we in principe alles kunnen zien, dat lukte helaas niet door vertragingen van wel twee uur - wat te maken heeft met dat andere tijdsbesef. Volgens een onbekende bron ontbrak het broodnodige draaiboek.

Toch hebben we al met al enkele goede optredens gezien, maar zo enthousiast als de bewoners van Rabat waren we bij lange niet. Verrast werd ik door Alaa Zouiten die samen met de bassist Didier Del Aguila een staaltje virtuositeit liet zien. Mooi, maar werd al snel eentonig.

Ahaddaf Quartet

Ha, en het eerste echte goede optreden was van de Nederlandse jazzband Ahaddaf Quartet! Mohamed Ahaddaf heeft een Arabo-Andalusische achtergrond die hij gebruikt in een jazzidioom. Zijn groep bestaat uit: Mohamed Ahaddaf op de ud, Avishai Darash op piano, Francesco Bongiorno op drums en Matt Adomeit op bas. Ze zijn een paar jaar terug al eens in Vrije Geluiden geweest. Ik heb Ahaddaf nog even gesproken over zijn prachtige elektrische ud.

Amine & Hamza

Het tweede optreden waar we graag een Vrije Geluiden-keurmerk aan hangen is dat van de broers Amine en Hamza uit Tunesië. Ze spelen respectievelijk ud en kanun, hebben een klassiek geschoolde Arabische achtergrond en vormen de kern van een ensemble met percussie, viool en saxofoon. Helaas heb ik geen namen van de overige musici want die staan niet in het programmaboekje vermeld. Onderstaande video geeft wel een goed beeld. 

Fatima Tachtoukt

Het mooie van VfM is dat er (lokale) artiesten geprogrammeerd staan die nu populair zijn. Zo zagen we de rapper H-Man, de boyband Rif Experience (slechtste showcase ooit), reggaeband Wachmn'hit (viel tegen), de doldwaze heavy metalband Betweenatna (hebben we niet gezien), saxofonist Othman el Kheloufi (viel tegen) en de zangeres Fatima Tachtoukt. Hier waren de meningen verdeeld. Eva vond er niks aan, en ik hield een slag om de arm. Wat mij zo aantrok is haar markante stem en de pentatoniek in de melodieën (het lijkt wel Chinees). Ze komt uit de provincie Achtoken Ait Baha in de Souss regio en mengt haar traditie met moderne stijlen. Dat mengen is een beetje jammer.

Bij het zien van de gesmeerde shows van Vox Sambou uit Haïti en E. Sy Kennenga uit Martenique dachten we meteen aan Festival Mundial in Tilburg. Ook de Palestijnse groep 47Soul zorgde voor veel opwinding en enthousiasme bij het plaatselijke publiek, maar muzikaal was het niet zo interessant. De highlife van de Ghanese Kyekyeku zou niet eens zo gek staan op het Hertme Afrikafestival. Het filmpje waar de link naar verwijst is opgenomen op VfM, dus wel even de moeite waard om te zien. We werden ook aangenaam verrast door de Senegalese soulgroep Sahad and the Nataal Patchwork. De koraspeler Ba Cissoko uit Guinee kennen we hier in Nederland al goed. Verder is bijna elke groep uit La Réunion steengoed als ze de traditionele maloya spelen door de percussie en samenzang, zo ook Urbain Phileas. Tot slot de samenwerking tussen de Marokkaanse woestijnrockband Doueh met de Franse punkrock Cheveu wat in potentie wel goed is.

Er zijn nog twee artiesten die een uitzonderlijk groot en uitgelaten publiek trokken.

Inna Modja

Inna Modja uit Mali is een soort koningin van de Afrikaanse pop. Ze zingt net zo gemakkelijk in het Engels als in het Frans en Bambara. We hebben alleen het staartje meegemaakt van het spektakel dat een daverend succes had. Haar videoclips zijn fantastisch geproduceerd en ze is ook nog eens sociaal geëngageerd.

Labess

Bij het concert van Labess konden we onze ogen en oren niet geloven. Tijdens deze uitsmijter stond iedereen (in het grote theater met comfortabele zitplaatsen) te dansen en luidkeels mee te zingen. Na de nummers kon je nauwelijks spreken van applaus, maar meer van een oorverdovend gejuich zoals je dat in een voetbalstadium hoort. Wie of wat is Labess? Labess is een groep uit Canada rond de Algerijnse zanger Nedjim Bouizzoul. De muziek is lekker catchy met rumba gitana, chaabi en flamenco invloeden. De teksten gaan over Bouizzouls bestaan in ballingschap en dat we hoe verschillend we ook zijn, verenigd moeten leven. Zou hij ook zoveel losmaken bij de Marokkanen in Nederland? Tijdens het concert was er een klein akkefietje met de iemand uit het publiek die met een Algerijnse vlag zwaaide. Op politiek niveau worden de verschillen zo te zien nog ernstig in stand gehouden.