Iedereen die op het punt staat een Android-smartphones aan te schaffen – en dat zijn in Nederland een heleboel mensen – heeft zich de vraag gesteld: waarom is mijn telefoontje zo spotgoedkoop, terwijl de iPhone voor soms wel het tienvoudige de deur uitgaat?
Hoogleraar Shoshana Zuboff legt het in onze documentaire ‘De grote dataroof’ haarfijn uit. Google verdient al die miljarden niet met fysieke producten, maar met apps en besturingssystemen als Android, die zorgen voor constante datastromen.
Jouw gedragsdata, bijvoorbeeld waar je je bevindt, met wie je chat en hoeveel tijd je doorbrengt op je telefoon, wordt verkocht aan adverteerders. Op basis daarvan krijg je zeer gepersonaliseerde advertenties. Silicon Valley-bedrijven als Google, Microsoft, Amazon en Facebook houden je waar ze maar kunnen in de gaten.
We zijn beland in het tijdperk van het genadeloze surveillancekapitalisme, waar onze ervaringen grondstof zijn voor de data-machinerie van BigTech.
Om het beklemmende verhaal van Zuboff te larderen, kozen regisseur Roland Duong en ik een aantal fragmenten die we de hoogleraar vervolgens lieten zien. De uitzending met de Amerikaanse hoogleraar en schrijver noemen we op de redactie een ‘lab’: een gast krijgt 45 minuten de ruimte om zijn of haar verhaal te vertellen, aan de hand van fragmenten. Die komen allemaal uit het omvangrijke Tegenlicht-archief. En daaruit bleek al snel hoe opmerkelijk vroeg de ontluikende data-economie, Silicon Valley, werd blootgelegd. En hoe technologie een enorme wissel trekt op ons leven.
Ook bij Tegenlicht worstelen we met de vraag: moeten we ons nog wel zo prominent profileren op een platform als Facebook?