Wanneer Carlos Carreiras (1961), lid van de centrumrechtse PSD, machteloos toeziet hoe Portugal steeds verder afzakt in de prognoses van kredietbeoordelaars Moody’s, Fitch en S&P’s, is in juni 2011 de maat voor hem vol. Hij neemt een schot voor de boeg en zegt namens Cascais alle contracten met Moody’s, Fitch en S&P’s op. ‘We hebben hun ratings niet meer nodig,’ aldus Carreiras.
Deze verbitterde burgemeester van het Portugese stadje Cascais verklaarde de oorlog aan de rating agencies, die het volgens hem niet alleen op zijn stad, maar op de hele Europese Unie hebben gemunt.
'Hier woedt oorlog'
Wanneer Moody’s enkele weken later de kredietwaardigheid van Portugal verlaagt tot de ‘junk’-status, slaat een golf van verontwaardiging over het land. De afwaardering van Portugal betekent ook de afwaardering van alle steden en gemeenten in Portugal: hun kredietwaardigheid kan volgens de agencies niet hoger zijn dan het nationale peil.
Al snel verschijnt er een petitie die wordt gesteund door een aantal politici, waaronder Carreiras. Hierin staat dat het ‘oligopolie van de rating agencies’ de Europese solidariteit ondermijnt door de lidstaten tegen elkaar op te zetten. De verlaging van de Portugese kredietwaardigheid valt daarom te interpreteren als een 'aanval op de Europese Unie.' Bij wijze van tegenaanval roept de petitie op tot het verbreken van alle contact met Moody’s en andere kwalijke beoordelaars.
Dat de afwaardering voor Carreiras een serieuze aangelegenheid is, mag inmiddels duidelijk heten. ‘Er zijn dan wel geen bommen, maar hier woedt een oorlog,’ vindt Carreiras. ‘Europa moet een manier vinden om zich te verdedigen.’