Waar komen ze vandaan en wat moeten we ermee?

We kunnen er bijna niet omheen. Overal in het nieuws horen we het. De rating agencies, oftewel kredietbeoordelaars, houden onze economieën en politici stevig in hun grip. Wie zijn deze machtige instellingen, waarom luisteren we naar ze, en hoe werken ze? Een kritische blik op de wereld van de kredietbeoordelaars.

Geschiedenis

De wortels van het systeem van de kredietbeoordelaars zijn te vinden in de 19e eeuw, toen commerciële kredietbureaus met eenvoudige beoordelingssystemen de handel onder de kooplieden vergemakkelijkten. De Verenigde Staten bevonden zich in een groeiperiode, waarbij de spoorwegen en de zware industrie enorme investeringen nodig hadden, waar de banken alleen niet aan konden voldoen. Bedrijfsobligaties werden hierdoor het middel bij uitstek om geld binnen te halen.

The ‘big three’

Om die investeerders en kopers van bedrijfsobligaties te kunnen helpen, kwamen zowel Henry Varnum Poor als kort daarna ook John Moody met handleidingen en boekwerken over de statistieken, financiële data en de werking van de spoorwegbedrijven. Na de Grote Paniek van 1907 heerste er echter grote onrust in de financiële markt, en Moody verloor zijn handel in handleidingen. Naar het idee van een medewerker creëerde hij toen een systeem waarin obligaties beoordeeld werden op basis van hun investeringskwaliteit. De publicatie van Moody’s Analyses of Railroad Investments in 1909 was het begin van de kredietbeoordelingssector. In de decennia daarna kreeg Moody’s concurrentie van Fitch in 1913, Standard & Poor’s (een fusie van Poor met Standard Statistics in 1941).

De publicatie van Moody’s Analyses of Railroad Investments in 1909 was het begin van de kredietbeoordelingssector.  

Aanvankelijk waren de analyses bedoeld als aanbevelingen voor investeerders, maar door de jaren heen werden ze steeds meer als betrouwbare beoordelingen (ratings) van de kredietwaardigheid van bedrijven gezien. Een beoordeling weerspiegelt het risico op wanbetaling of verlies van investeringen. Zo’n oordeel wordt meestal uitgedrukt in een eenvoudig classificatiesysteem. De meeste ratingbureaus drukken hun oordelen sinds 1924 van hoog naar laag uit in de volgende categorieën: AAA, AA, A, BBB, BB, B, CCC, CC, C en D. Bij Moody’s is dat: Aaa, Aa, A, Baa, Ba, B, Caa, Ca-en C-.

De groei van de grote spelers

Naarmate de algemene acceptatie van ratings groeide, werden ze op steeds meer producten en sectoren toegepast. De grote kredietbeoordelaars beoordelen vandaag de dag bedrijfsobligaties, aandelen, bankleningen, soevereine staten, gemeentes, infrastructuurprojecten, ingewikkelde financiële producten, bankdeposito's en beleggingsfondsen.

Sinds de jaren ’30 worden de kredietbeoordelaars al gebruikt als een middel in de regulering van banken en verzekeringen. Maar in 1975 bedacht de United States Securities and Exchange Commission (SEC), de waakhond van de Amerikaanse financiële markt, een systeem van nationaal erkende kredietbeoordelaars. Deze werden Nationally Recognized Statistical Rating Organizations (NRSRO’s) genoemd. Deze genoten hierdoor een verheven, quasi-institutionele status. In allerlei wetten en reglementen wordt er naar deze NRSRO’s verwezen en veel transacties kunnen alleen plaatsvinden als de handelende partijen of de producten een beoordeling van een NRSRO hebben. Pensioenfondsen zijn hier een voorbeeld van.

Concurrentie en beoordelingen

De kredietbeoordelaars concurreren niet op kwaliteit van hun beoordelingen, maar op marktaandeel. Er wordt ook bijzonder weinig ondernomen om de kwaliteit van de waarderingen te definiëren, zegt Jerome Fons, ex-topman van Moody’s. 'Het is gewoon koffiedik kijken. Het geven van een kredietbeoordeling aan een land is niets anders dan een raadspelletje,' aldus Fons. De beoordelingen zouden zelden accuraat of stabiel zijn, zeker als het gaat om de beoordelingen van landen of ingewikkelde financiële producten, die vanwege hun complexiteit nauwelijks te "raten" zijn. Naast Fons liet bijvoorbeeld ook superinvesteerder Jim Rogers zich onlangs in de uitzending Agenda 2012 nog negatief uit over de kwaliteit van de oordelen. 

Vanwege de toegenomen acceptatie van de geloofwaardig van de beoordelingen en de vraag naar stabiele waarderingen, zijn de kredietbeoordelaars geneigd positieve oordelen te geven. Zo waren onder andere grote financiële instellingen als Lehman Brothers en A.I.G., die essentieel waren voor de Amerikaanse financiële markt, vlak voor ze ten onder gingen nog met A of AA-beoordelingen gewaardeerd.

Tot 1970 verdienden de kredietbeoordelaars hun geld met het verkopen van hun rapporten en advies aan mogelijke investeerders. Daarna gingen ze over op een model waarin ze betaald werden door de klanten die ze moesten beoordelen. 

You don’t bite the hand that feeds you

Tot 1970 verdienden de kredietbeoordelaars hun geld met het verkopen van hun rapporten en advies aan mogelijke investeerders. Daarna gingen ze over op een model waarin ze betaald werden door de klanten die ze moesten beoordelen. Dit bracht evidente belangenverstrengelingen met zich mee. Door het accepteren van de betaling van klanten bestond de mogelijk dat de kredietbeoordelaars hun onafhankelijkheid zouden verliezen. Het werd hierdoor in het belang van beide partijen dat er hoge beoordelingen werden gegeven. Zo blijft de klant waarde hechten aan de waarderingen en zal hij meer kapitaal aan kunnen trekken. 'You don’t bite the hand that feeds you,' blijkt ook uit onderzoek van de Indiana Universtity en de Rice University in de Verenigde Staten.

Verschillende kredietbeoordelaars proberen deze schijn van belangenverstrengeling te compenseren door meer nadruk te leggen op de zeer transparante beoordelingsmethoden. Ook worden de beoordelingen gemaakt door wisselende commissies van analisten. Zo probeert men de druk en invloed van bedrijven op de beoordelingen te verminderen. Er worden ook juristen ingeschakeld die in de gaten moeten houden of de kredietbeoordelaars wel genoeg doen om hun integriteit te waarborgen.

Het speelveld

Ondanks dat er wereldwijd maar liefst 30 kredietbeoordelaars opereren, erkent de Amerikaanse SEC er slechts tien door middel van het eerder genoemde NRSRO-systeem. Er wordt geschat dat de drie grootste bureaus, Moody’s, Standard & Poors en Fitch circa 90 procent van de marktsector beheersen. De twee eerstgenoemden beslaan samen 80 procent van de sector. Volgens een rapport van de Bank of England bedroegen de totale gezamelijke inkomsten van de big three 8,9 miljard dollar in 2008. De gezamelijke winst was in datzelfde jaar 5,5 miljard dollar.

De spil van de wereld van de kredietbeoordelaars bevindt zich in het hart van de financiële wereld: New York. Samen met de dominantie van Moody’s en Standard & Poor's, heeft dit gezorgd voor wantrouwen in de rest van de wereld en worden er verschillende verschillende onderzoeken naar de integriteit, methodes en de invloed van de kredietbeoordelaars.

Het is zeer lastig voor nieuwe concurrenten het speelveld te betreden. Ook al zouden ze beoordelingen hebben die beter kloppen, ze zijn onbekend. De media schepen alleen ruimte voor de big three, de SEC erkent slechts kredietbeoordelaars door middel van het NRSRO-systeem en nieuwkomers beschikken niet over de netwerken en relaties die de big three in 100 jaar hebben opgebouwd.

Dagong?

Zo probeert de grootste Chinese kredietbeoordelaar Dagong Global Credit Rating Company zich als alternatief aan te bieden. Zij worden echter niet erkend door de SEC omdat de commissie geen inzage heeft in het bedrijf, en ze genieten niet veel bekendheid in het Westen. Maar door het falen van de Amerikaanse kredietbeoordelaars hoopt de topman van Dagong dat mensen in de toekomst meer naar hen zullen luisteren.

Tot op heden kunnen de kredietbeoordelaars nauwelijks ter verantwoording geroepen worden doordat ze zich beroepen op het gegeven dat hun beoordelingen meningen zijn. Kredietbeoordelaars weigeren zichzelf te bestempelen als experts.

Het schild

Tot op heden kunnen de kredietbeoordelaars nauwelijks ter verantwoording geroepen worden doordat ze zich beroepen op het gegeven dat hun beoordelingen meningen zijn. Hierdoor worden ze door de wet voor vrijheid van meningsuiting beschermd, en zijn alle pogingen fouten te straffen door aanklachten, mislukt. De kredietbeoordelaars lopen dus geen risico’s door het uitvaardigen van foutieve beoordelingen. Zulke beoordelingen hebben investeerders vele miljarden dollars gekost.

Hoewel er tientallen rechtszaken lopen, is de kans klein dat de kredietbeoordelaars gestraft kunnen worden. Met legers van topadvocaten nemen ze het op tegen mensen als Ron Grassi, de ex-advocaat die in de aflevering over de macht van de rating agencies zijn verhaal doet.

Een goed begin?

President Obama ondertekende in juli van 2010 een wet die de SEC nieuwe macht geeft bij het reguleren van NRSRO’s. De Reform Act richt zich op het verminderen van belangenconflicten en het verbeteren van de regulering en transparantie. Daarnaast werd er een nieuwe onafhankelijke waakhond opgericht voor de bescherming van consumenten en investeerders. Ook is er geprobeerd het schild van de kredietbeoordelaars te verzwakken door de onschendbaarheid van hun meningen te weerleggen, ze verkondigen immers niet zomaar een mening, ze oordelen als experts. Maar de kredietbeoordelaars weigeren zichzelf te laten bestempelen als experts. Tenslotte wil de wet overheidsinstellingen verplichten minder afhankelijk te worden van de kredietbeoordelingen, en de verwijzingen in contracten, wetten en reglementen verwijderen. Veel van de nieuwe regels zijn sterk afhankelijk van een goede samenwerking en missen daardoor slagkracht.

Wikirating

Een jong tegengeluid tegen het oligopolie van de kredietbeoordelaars is het recentelijk opgezette Wikirating. Overeenkomstig met de tijdsgeest biedt Wikirating een transparant beoordelingssysteem waarvoor iedereen data kan aanleveren. `The exaggerated power and influence of the credit rating industry has strongly motivated the idea of Wikirating,´ aldus Dorian Credé en Erwan Salembier, de twee oprichters die al tien jaar in de IT werken. De beoordelaar is nauwelijks een maand oud en telt maar enkele gebruikers, maar het is hun visie om uit te groeien tot een grote community waarbij ze uiteindelijk de winsten zullen delen met succesvolle analisten die actief deelnemen aan het project.

Een Europese kredietbeoordelaar

Recent publiceerde persbureau Reuters een artikel met de aankonding van de Duitse filantroop Roland Berger, een van de grondleggers van de consultancy, dat er plannen zijn voor de oprichting van een Europese instelling die zal gaan concurreren met de big three. Dit zou een non-profit stichting moeten worden die wel betaald zal worden door haar cliënten, maar desondanks objectieve en betrouwbare beoordelingen kan geven in het belang van haar cliënten en investeerders. Deze stichting zou zo opgezet worden dat ze verantwoordelijkheid draagt over haar beoordelingen. Hiermee zou het de eerste in haar soort zijn. Er is al veel steun voor in Europa, maar ook in China en Arabische staten. Volgens de verwachting zou de kredietbeoordelaar in de eerste helft van 2012 in Nederland opgezet kunnen worden.

De toekomst

Hebben we echt kredietbeoordelaars nodig? Deze vraag wordt steeds vaker gesteld. Kredietbeoordelaars kunnen een belangrijke rol spelen bij het informeren van investeerders. Zij kunnen complexe bedrijven en instellingen met een simpel symbool aanduiden als betrouwbaar of niet betrouwbaar. Daarom is het van belang dat ze onafhankelijk en integer zijn. En de belangen van investeerders hoog in het vaandel hebben, aldus Fons.

De bovengenoemde wetgeving is een begin van het beter reguleren en het minder afhankelijk maken van kredietbeoordelaars. Het eindigen van het NRSRO-systeem moet de officiële status van de beoordelaars wegnemen. Hierdoor zouden ze gedwongen worden te concurreren op de kwaliteit en niet kwantiteit van hun diensten.