In VPRO Tegenlicht laat econoom Kate Raworth verschillende fragmenten zien die haar pleidooi voor een nieuwe circulaire economie ondersteunen en haar sociaal-politieke en activistische achtergrond onderstrepen. Wij hebben ze allemaal op een rij gezet.

1. China Blue

Kate Raworth beschrijft de documentaire China Blue (2005) als: ‘fantastically powerful for making visible the pressures that go all the way down the supply chain’. In deze documentaire volgt regisseur Micha Peled het leven van Jasmine Li, een zestienjarig meisje uit de provincie van China. Li gaat werken voor een Chinese jeansfabricant, Lifeng Clothes Factory, in de hoop dat ze haar achtergebleven familieleden financieel kan ondersteunen. Lifeng Clothes Factory produceert spijkerbroeken voor het broekenmerk Vigaze Jeans, dat verkocht wordt in meerdere Westerse landen.

In de scène zie je de Chinese eigenaar van de fabriek onderhandelen met een Westerse klant en akkoord gaan met een prijs van iets meer dan vier dollar per spijkerbroek. In een volgend shot in de fabriek zien we jonge Chinese arbeiders achter naaimachines werken en komt een bord in beeld met de tekst: ‘Iedereen vanavond overwerken’. Li moet voor haar werk vaak lange uren maken om de productiesnelheid bij te houden, terwijl haar salaris vaak maandenlang uitblijft.

In haar onderzoek Trading away our rights voor de NGO Oxfam constateerde Kate Raworth ‘dat de druk wordt doorgeschoven’: wij met onze ‘consumerende Westerse levensstijl’ verleggen alle risico’s en kosten van globale bedrijfsvoering naar de andere kant van de wereld. China Blue laat illustreert wat internationale retailbedrijven in China proberen te verbergen; hoe onze kleding eigenlijk gemaakt wordt. 

China Blue schetst de kledingindustrie vanuit zowel het perspectief van de directeur als dat vanaf de werkvloer. Zo wordt de complexiteit van globalisering op een menselijk niveau zichtbaar. De documentaire kan gezien worden als een alarmerend verslag van de economische druk die Westerse bedrijven uitoefenen op de productie van bijvoorbeeld kleding, en de humane consequenties die hieraan verbonden zijn. Hierbij wordt de winst gemaakt en gehouden in Westerse landen. China Blue heeft een grote bijdrage geleverd aan het debat over mensenrechten en de wereldwijde kledingindustrie. De film is dan ook bekroond met de Amnesty International DOEN/Human Rights Award. Bekijk hieronder de scène uit China Blue. De hele film is hier te bekijken.

2. Machines

De documentaire Machines (2016) laat volgens Kate Raworth ‘de slaafse kant van de kledingindustrie zien, die niet vaak getoond wordt’. De politieke documentaire van regisseur Rahul Jain is een pleidooi voor de noodzaak voor vakbonden, beter salaris en redelijke werkuren.

Rahul Jain raakte geïnteresseerd in dit onderwerp door de textielfabriek van zijn eigen grootvader, waar hij vaak kwam toen hij een kind was. Door zijn contacten kreeg hij toegang tot de textielfabriek in de Gujarat regio, waar hij uiteindelijk gefilmd heeft. In Machines worden verschillende mensen gevolgd, die in een raamloze textielfabriek in India werken onder erbarmelijke omstandigheden. Zo zie je in onderstaande aangrijpende scène een jongen werken, die als enige taak heeft om urenlang met zijn vinger textiel op de band te houden zodat het niet in de knoop raakt. Hij heeft grote moeite om wakker te blijven.

I hope deep down that (the film) is used to show the government what it does not wish to see

Rahul Jain in Eastern Eye

De titel Machines verwijst niet naar de textielmachines die zichtbaar zijn in de documentaire, maar naar het systeem en de mensen die fungeren als machines. Kate Raworth: ‘het opdelen van taken in kleine, deelbare delen maakt de productie sneller, maar wat gebeurt er met zo’n jongen als hij continu dit soort geestdodend werk doet?’ Kate Raworth zou in de toekomst graag zien dat economische systemen die de aarde en mens uitputten verdwijnen. 

Wasteland

‘Alles dat wij kopen is mooi verpakt, wij willen hier alleen de input van zien en Wasteland is de onvermijdelijke output en dan wordt het heel duidelijk dat er iets moet veranderen’, Kate Raworth over Wasteland (2017).

Voor zijn multimediaproject Wasteland reisde fotograaf Kadir van Lohuizen naar de vuilinisbelten van New York, Lagos, Sao Paolo, Tokio, Jakarta en zijn eigen stad Amsterdam. Hij fotografeerde en sprak met de mensen die hier wonen, en bracht de formele en informele economie rondom deze plekken in beeld. In onderstaande scène zien we enorme afvalbergen en vuilnisverwerkingsplaatsen en wordt ons vervuilende consumentengedrag pijnlijk zichtbaar.

After this, if the world is not prepared to think about waste reduction and actually treat waste as a resource, next generations will drown in their own waste.

Kadir van Lohuizen

Als wij niet gaan consuminderen zullen wij uiteindelijk verdrinken in ons eigen afval. Met de film Wasteland onderstreept Kate Raworth de noodzaak voor een fundamenteel anders gestructureerde economie. Wél met groei, maar dan binnen de gestelde grenzen. Bekijk hieronder de scène uit Wasteland.

Where will we go?

Kate Raworth laat nog een film van fotograaf Kadir van Lohuizen zien. In Where will we go? (2016) brengt Van Lohuizen de humanitaire consequenties van het klimaat en de stijgende zeespiegel in beeld. Zo is hij voor dit project naar verschillende plekken over de wereld afgereisd, waaronder de San Blas eilanden voor de kust van Panama. Deze eilanden zijn nu al in de problemen door de stijging van de zeespiegel. 

Van Lohuizen fotografeert niet alleen de huizen van mensen die onder water lopen, maar ook de locaties waar deze mensen naartoe moeten verhuizen om het water te ontvluchten. Van Lohuizen toont zo aan dat dit niet langer een probleem van de toekomst is. 

De grote vraag is als deze mensen moeten vertrekken, waar gaan zij dan heen?

Kadir van Lohuizen in Photoville

‘We kunnen niet steeds blijven groeien en denken: ‘dat ruimen we later wel op’, aldus Kate Raworth. ‘Er zijn mensen op deze wereld, zoals in Where will we go?, die niet eens fossiele brandstoffen gebruiken en het meest last hebben van de klimaatcrisis. Zij zien hun eiland letterlijk in zee zinken.’ Bekijk hieronder de scène uit Where will we go?