Als burger ben je volledig transparant. Daar hoeven we sinds Edward Snowden in 2013 geheime documenten van Amerikaanse en Britse veiligheidsdiensten naar buiten bracht niet meer aan te twijfelen. Onder het mom van veiligheid houden onze veiligheidsdiensten ons voortdurend in de gaten door telefoon- en internetverkeer af te luisteren en op te slaan. De overheid weet alles over ons. Tegelijkertijd weten wij steeds minder over de overheid. ‘De overheid is ondoorzichtig geworden, er gebeurt te veel op een afstand,’ zegt hoogleraar Filosofie van wetenschap en politiek Huub Dijstelbloem. ‘Dat maakt het moeilijk om te participeren.’
Geen wonder dat het wantrouwen in de overheid groeit. ‘Controle en wantrouwen staan in een kwaad daglicht,’ stelt Dijstelbloem. ‘We associëren het met reaguurders en boze burgers.’ Toch is juist dat wantrouwen in de overheid essentieel voor de democratie. Alleen uiting geven aan ongenoegen door de stem te verheffen is niet meer zo effectief. Kijk maar naar het
Oekraïne-referendum. Dat politici slecht zijn in luisteren, lijkt maar moeilijk tot het establishment door te dringen. ‘Als je te weinig aan de stem hebt, kan het oog dingen blootleggen,’ zegt Dijstelbloem.
Snowden bracht een schandaal aan het licht, maar bewees eveneens dat de burger net zo goed terug kan kijken. Dezelfde technologie die ons transparant maakt voor de overheid, kan de burger aanwenden om de overheid door te lichten. Wat politici het liefst onder de pet houden en in achterkamertjes bespreken, kunnen burgers onthullen.