Wie Europa binnen wil, moet zich aan de grens door middel van biometrische kenmerken elektronisch laten registreren. Althans, als het aan de Europese Commissie ligt. Zij presenteerde afgelopen zomer haar voorstel voor de invoering van het Entry/Exit-Systeem (EES), waarbij niet-Europese bezoekers een gelaatsscan en tien vingerafdrukken moeten afdragen. Zo kunnen zij bij vertrek automatisch worden herkend door de ‘slimme grenzen’. Geschatte kosten: 1,1 miljard euro.
Het EES maakt deel uit van het smart border-plan dat al in 2008 door de Europese Commissie werd gelanceerd. Het systeem is gebasseerd op het US-VISIT programma, waarmee Amerika - door de opslag van de biometrische persoonskenmerken - Global Identity Dominance wil bereiken. Het doel van Europa is onduidelijker.
In principe moet het EES de zogenaamde visa-overstayers signaleren. Als zij na de toegestane verblijfsperiode van drie maanden niet ‘uitklokken’ bij een officiële grensovergang, slaat het systeem alarm. Deze signaleringsfunctie is een verbetering ten opzichte van het de ouderwetse 'paspoort stempelen'. Maar wat gebeurt er nadat het EES een waarschuwing geeft?