In ‘Hotel Europa’ ontmoeten we Zuid-Europese werknemers die hun geluk elders beproeven. Als mensen in een ander land werken, worden ze volgens de regels van dat ontvangende land betaald. Toch? In de realiteit blijkt dit niet altijd het geval. Met behulp van de landelijk verschillende wetgeving zorgen werkgevers ervoor dat hun werknemers goedkoper zijn. Dit creëert een oneerlijke concurrentiepositie die aangepakt moet worden, vinden Europarlementariër Marije Cornelissen, en Caroline Rietbergen en Masja Zwart, beiden van FNV.
Europese werknemers kunnen probleemloos de grens over om te werken. Maar door slechte wetshandhaving worden ze gemakkelijk uitgebuit en ontstaat er oneerlijke concurrentie.
Uitbuiting en oneerlijke concurrentie
Het gaat niet om een kleine groep mensen die benadeeld wordt. Volgens bestuurder Masja Zwart van FNV Eemshaven, verdient 85% van de buitenlandse werknemers in de Eemshaven onder het Nederlandse minimum cao-loon. Doordat werknemers als uitzendkrachten via buitenlandse uitzendbureaus worden ingehuurd door (Nederlandse) bedrijven, bepaalt het uitzendbureau het salaris. Zo kan het dat in een bedrijf mensen uit verschillende landen voor een verschillend salaris werken. Dat is ook wat een paar Polen vertellen in de volgende video van Nieuwsuur.
Deze bijzondere situatie ontstaat doordat sommige bedrijven misbruik maken van het vrij verkeer van diensten. Via deze wet kunnen werkgevers in Nederland hun EU-werknemers behandelen volgens de regels van het EU-thuisland waar de arbeiders vandaan komen. Dit biedt werkgevers de mogelijkheid om lagere lonen te betalen en minder aan sociale premies af te dragen. Zo kunnen deze uitzendbureau's hun diensten goedkoper aanbieden dan hun Nederlandse concurrenten.
Daarom spreekt Caroline Rietbergen van de FNV van oneerlijke concurrentie. Ze is senior beleidsmedewerker sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid en vindt dat arbeidsmigranten onder het vrij verkeer van werknemers vallen. Deze wet bepaalt dat de regelgeving van het ontvangende land van toepassing is op tijdelijke, buitenlandse werknemers.
Duidelijkheid en controle
Europese werknemers weten niet altijd wat hun rechten zijn. Daardoor wordt er ook gemakkelijker misbruik van ze gemaakt. Naast meer duidelijkheid, is het vooral belangrijk dat regels beter gecontroleerd worden, vindt Caroline Rietbergen.
Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Werkgevers maken veel winst door premie-ontwijkende constructies en hebben een sterke lobby in Brussel. Documentatie is schaars. Zo krijgen de werknemers in Eemshaven vaak niet eens een loonstrook mee naar huis, aldus Masja Zwart.
Als tweede obstakel noemt ze de instelling van (de Europese) politici. Vanuit liberaal oogpunt werkt de markt het best met zo min mogelijk regelgeving. Concurrentie is goed, in wat voor vorm dan ook.
Op dit moment zoekt FNV Bondgenoten uit welke regelgeving er per land geldt. Het idee is om met de belanghebbenden zoals de Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en vakbonden van de betrokken landen om tafel te gaan zitten.
"Gelijk loon voor gelijk werk"
Volgens Europarlementariër Marije Cornelissen van GroenLinks wisselen arbeidsinspecties van verschillende lidstaten al meer informatie uit dan vroeger. Zij heeft als enige Nederlander een volwaardige plek in de commissie Werkgelegenheid en Sociale Zaken van het Europees Parlement. Ze pleit met het oog op de toekomst voor "gelijk loon voor gelijk werk". Waardoor buitenlandse werknemers in Nederland net zo veel betaald krijgen als Nederlandse werkenden. Om dit te realiseren vindt zij, net als de FNV, dat er meer tijd in de handhaving van de regelgeving gestoken moet worden.
Volgens Marije Cornelissen moeten de rechten van werknemers die over de grens werken versterkt worden. Met de toenemende vergrijzing staat Nederland binnenkort te springen om buitenlanders die voor ons willen werken. We moeten ons op deze toekomst voorbereiden.