Het Rijnlands model heeft zijn oorsprong, zoals de naam al doet vermoeden, vooral in Noord- en West Europa: Duitsland, de Benelux, Zwitserland, Oostenrijk en Scandinavië. Zoals ieder model is het Rijnlands model een ideaaltype; in zijn zuivere vorm zul je het zelden ergens tegenkomen en de uitingsvormen verschillen per land behoorlijk.
‘Kapitalisme met een menselijk gezicht’ noemen voorstanders het Rijnlands model. Er wordt veel heil verwacht van actieve bemoeienis van de overheid. Het model van de een sociale verzorgingsstaat die in samenwerking met werkgevers en werknemers naar consensus zoekt. Het idee is dat de economie het beste functioneert in een klimaat van samenwerking, goed onderwijs, sociale zekerheid en stabiliteit. Door middel van de gemoedsrust van de verzorgingsstaat en compromis kunnen dreigende sociale conflicten worden afgekocht.
Bij een onderneming die volgens het Rijnlands model werkt zijn de kernbegrippen zijn het denken in termen van gemeenschap, overlegstructuren, maatschappelijk verantwoord ondernemen en lange termijn perspectief. Niet alleen de aandeelhouder is belangrijk, maar ook andere ‘stakeholder’: zoals de gemeenschap waarin het bedrijf opereert, haar werknemers en het milieu.
Het is interessant dat in The World’s Next Supermodel de jury verdeeld is tussen het Rijnlands model en het Angelsaksisch model. Dit is geheel volgens de theorie van voormalig directeur van het Franse Planbureau Michel Albert die beide begrippen in 1991 introduceerde. In het boek ‘Capitalisme contre capitalisme’ beschreef hij de twee modellen als elkaars tegenhanger en concurrenten in ‘de strijd der systemen’. Albert zelf was voorstander van het Rijnlands model, dat hij beschrijft als ‘caring capitalism’, een kapitalistisch model dat sociale waarden belangrijk vindt. Hij was geen voorstander van het Angelsaksische kapitalisme dat volgens hem de sociale voorzieningen afbreekt, de inkomensverschillen vergroot en kinderarbeid in de hand werkt. Kort door de bocht wordt wel gesteld dat het Rijnlands Model zich richt op de drie P´s Profit, People én Planet. Terwijl het Angelsaksiche model zich slechts zou bekommeren om Poen, Pecunia en Pegels.