alles wat je moet weten over Lo-TEK 

Architect Julia Watson is de bedenker van Lo-TEK: Local Traditional Ecological Knowledge. Door te bouwen op én met de natuur kunnen we onze vernietigende impact op de aarde een halt toe roepen. Eeuwenoude wijsheden vertellen ons bovendien al duizenden jaren hoe dat moet.

Tekst Emma van Haastert, 10 oktober 2024

De mens heeft nog nooit zo ver van de natuur gestaan, lijkt het. In onze afgeschermde huizen kijken we uit op grijze parkeerplekken, vol met stalen karkassen. Gehaast banen we ons een weg door het verkeer. ‘Even tot rust komen’ in het dichtstbijzijnde omkaderde stukje groen, waarna we ons hectische bestaan vervolgen. In de trein dromen we niet weg bij het voorbijrazende landschap, maar staren we gehypnotiseerd naar onze schermen.   

 Stel je eens voor: hoe zou de wereld eruitzien als we écht met beide benen op de grond zouden staan en iedere stap onderdeel zou uitmaken van een ademend geheel? Als technologieën niet enkel zouden bestaan in naam van ‘progressie’, maar oplossingen zoeken voor de grote problemen van onze tijd. In respect en harmonie met de natuur om ons heen (en ja, daar ben jij ook deel van). Lo-TEK schetst een toekomstbeeld, maar voordat we hierop ingaan eerst eens zien hoe het zo ver heeft kunnen komen.   

de mens is zijn eigen grootste vijand

Op dit moment dreigt een zesde massa-extinctie. Door ons toedoen sterven in rap tempo massaal organismen uit en de wereldwijde biodiversiteit neemt gestaag af. We verliezen hierbij niet alleen leven, we verliezen ook de kennis over waardevolle technieken om het tij nog te keren.  

Toen in 2020 Australië werd geteisterd door hevige bosbranden, bleken sommige gebieden van nature te worden beschermd. In de zogeheten ‘ancestral lands’ wordt nog gebruik gemaakt van ‘fire stick farming’, vuurstoklandbouw in het Nederlands. Een duizenden jaren oude techniek van Aboriginal Australiërs, waarbij gecontroleerd en op kleine schaal vegetatie wordt verbrand, met als doel om de grond vruchtbaar te houden. En wat bleek? Deze gebieden werden een stuk minder hard getroffen door de branden. Hieruit volgt dat zelfs iets vernietigends als vuur vóór ons kan werken, maar dan moet je wel weten hoe je het inzet (en niet de aarde zo uitputten dat deze bij de minste sigarettenpeuk vlamvat). 

Het ironische is dat oorspronkelijke volken over de hele wereld juist buitenproportioneel hard worden geraakt door klimaatverandering. Je zou het onze universele verantwoordelijkheid kunnen noemen om goed om te gaan met de natuur, maar juist die verantwoordelijkheid lijken we in het globale Noorden te zijn vergeten. Onze manier van denken is arrogant en we lijden aan een superioriteitscomplex: in naam van vooruitgang overmeesteren we stukken aarde voor eigen gewin. Ook hebben we last van saviorism. We ‘redden’ de natuur in het kader van conservatie. Denk bijvoorbeeld aan het uitroepen van allerlei werelderfgoederen, terwijl we onze werkelijke omgang met de aarde niet veranderen. Hoe leren we weer samen te werken met de natuur, in plaats van haar laatste bronnen op te maken? Kortom: hoe komen we hieruit? 

onze methodes herzien

Om hier een antwoord op te vinden zoomen we uit naar onze manier van kijken en denken. Die is namelijk van grote invloed op hoe we waarheden construeren - en zo bepalen welke kennis relevant is en welke niet. Zie je eigen hoofd eens als een fabriekje dat geleerd heeft volgens bepaalde wetten kennis te vergaren, en probeer daar vervolgens uit te stappen.  

Hoe de Westerse mens naar vooruitgang en technologie kijkt is vrij eenzijdig en sterk beïnvloed door het Verlichtingsdenken van de 18e eeuw. Een manier die grote waarde toekent aan de ratio en het meetbare, maar neerkijkt op de wijze waarop veel oorspronkelijke volken kennis overdragen - in de vorm van verhalen, mythes en rituelen. Alsof die vorm van kennisoverdracht minder bestaansrecht heeft, omdat er geen PhD in bestaat, of een of ander gecertificeerd Honours-programma.  
 
Verander de wetten van je kennisfabriek en zie de vanzelfsprekendheden die we missen: in veel oorspronkelijke talen bestaat er geen los woord voor ‘natuur’. Oorspronkelijke volken zien zich zo verweven met het grotere geheel, dat het de moeite niet waard is de natuur afzonderlijk te benoemen. Kinderen leren sociale skills door naar het gedrag van bijen te kijken. Al het leven is gelijkwaardig: de manier waarop de mens zichzelf als aparte entiteit is gaan zien, is geen evidentie. 
 
Het is alsof we inmiddels zo losgezongen zijn van deze manier van (samen)leven, dat we met allerlei ingewikkelde berekeningen wél in staat blijken de nieuwste supersonische technologieën te ontwikkelen (gemaakt van materialen die de grond uitputten - denk aan de controversiële winning van kobalt, lithium en nikkel voor elektrische auto’s), maar niet luisteren naar wat de aarde zelf nodig heeft. En hoe je de enorme rijkdom die de aarde bezit ook vóór je kan laten werken.  
 
Kortom: we lijken te verzuipen in informatie, maar wat we echt nodig hebben is wijsheid. Die wijsheid bestaat al. Laten we die dan ook eindelijk erkennen voor wat-ie is en de stemmen weerklinken van generaties die al eeuwen omgaan met de problemen waar we vandaag de dag mee te maken hebben. Niet door toe-eigening van kennis, maar door het bieden van een podium, om zodoende momentum te creëren dat boven onze Westerse manier van denken uitstijgt.  

levende bruggen bouwen

Nu komt Lo-TEK in beeld. Lo-TEK kan je zien als een lichtspot op de kennis en wijsheden die al eeuwen bestaan, om ze nu eindelijk serieus te nemen. Heel concreet is Lo-TEK het resultaat van een samengestelde werkgroep van ontwerpers, die onderzoek doet naar en projecten aangaat met originele volken en hun omgang met de natuur. Zo’n twintig landen doen inmiddels mee, waaronder de Filipijnen, Tanzania, Kenia, Irak en Indonesië - telkens in het bezit van traditionele kennis in samenwerking met de unieke eigenschappen van hun land. Kennis die bovendien is overgedragen tussen generaties onderling.  
 
Hoe ziet die kennis er in de praktijk uit? Daarvoor kijken we naar de Khasi in India, waar zogenaamde levende bruggen groeien. Wat heet: bruggen die worden gemaakt door de wortels van bomen met elkaar te verbinden, waar steigers van bamboe omheen worden gewoven. Het duurt vijftig jaar om zo’n brug te laten groeien, maar dan heb je ook wat: ze worden wel 350 tot vierhonderd jaar oud. Sommige bruggen kunnen vijftig mensen tegelijk dragen. Het typische regenklimaat dat in het gebied heerst, werkt mee: dit zorgt ervoor dat de brug blijft groeien en gezond blijft.  
 
Drijvende steden toekomstmuziek? Nee hoor, zie de ‘floating islands’ van de Ma’Dan in Zuid-Irak - drijvende huizen van riet, waar hele dorpen uit bestonden. Helaas is een groot deel verloren gegaan door toedoen van het regime van Sadam Hussein. Gelukkig is de 6500 jaar oude techniek goed bewaard gebleven en is deze bovendien enorm duurzaam: huizen worden in drie dagen gemaakt en blijven zo’n 25 jaar goed. De constructie is gemaakt van gedroogd riet, wat door zijn unieke eigenschappen genoeg veerkracht bezit om een compleet huis staande te houden. Wellicht iets om in de gaten te houden, als de komende jaren onze zeespiegel verder stijgt...

wees wijs

Het Westen is best arrogant (geweest) in zijn omgang met kennis. Besef dat zoiets als kennis, en hoe je die kennis opdoet, geen vaststaand gegeven is. Zelfs het begrip sustainability hebben we niet zelf bedacht, maar (zonder credits) overgenomen van het ‘zevende generatie principe’. Een principe dat is afgeleid van een eeuwenoude filosofie, stellend dat de beslissingen die we vandaag de dag nemen moeten resulteren in een duurzame wereld zeven generaties later.  
 
Dit bewijst maar weer dat kennisverwerving voor een groot deel te maken heeft met macht. Wie geef je een stem en wie niet? Je zou Lo-TEK kunnen zien als een voorzet, als een toekomstperspectief hoe we ook met kennis en technologie om zouden kunnen gaan. Wat als we besluiten die voorzet daadwerkelijk aan te nemen - en de bal aan het rollen proberen te krijgen in eigen land? Door te onderzoeken welke lokale duurzame technieken er al bestaan, maar we op dit moment ten onrechte negeren.  

Het goede nieuws: dat gebeurt al, en wel in de bouw. In Tegenlicht-aflevering ‘Bouwen met de Boer’ komen verschillende boeren aan bod, die ervoor hebben gekozen in bio-materialen van eigen bodem te investeren. Denk aan bamboe, lisdodde, hennep en zeewier. Het zijn pioniers, wachtend op draagkracht binnen de samenleving.  

Laten we – boeren, bouwers én bewoners - de handen dus ineenslaan en verder bouwen op onze eigen ‘ecological traditional knowledge’. Om die in te zetten voor het behoud van misschien wel ons kostbaarste bezit: de natuur.