De Amsterdamse Bert Kok heeft sinds kort zijn eigen huis in Gouda. Het meubilair in de woonkamer staat er ietwat verloren bij. In de badkamer is nog geen verlichting. Hoewel hij bij de kringloopwinkel het een en ander voordelig op de kop heeft weten te tikken, ‘is het geld nu op.’ Uit zijn oude huis heeft hij maar weinig mee kunnen nemen. Zijn vrouw neemt de telefoon niet meer op en zij heeft de sleutel van de opslag.
Toch heerst bij Bert ook opluchting. Het afgelopen jaar was niet makkelijk. Zijn vrouw, voor wie hij twintig jaar mantelzorger was, verzocht hem het huis te verlaten. Ze had het wel eens eerder laten vallen, maar Bert leefde in de veronderstelling dat het goed zou komen. Nu zette zijn vrouw er plots druk achter. En dus begon Bert met zoeken naar een nieuwe woonplek. Maar dat bleek nagenoeg onmogelijk.
‘Ik ging zoeken. Naar kamers, antikraak, alles. Maar er was niks.’ Na een bedrijfsongeval was Bert werkloos geworden. In de periode dat hij zijn huis moest verlaten, had hij uitzicht op een nieuwe baan als taxichauffeur voor schoolvervoer. Maar door de coronapandemie en de schoolvakantie kon hij nog niet beginnen. Zijn uitkering bleek niet genoeg om permanent onderdak te vinden. ‘Voor 1200 euro kan je wel een woninkje vinden hoor. Maar daar moet je dan wel een salaris van 3600 euro voor hebben.’