In het huidige conflict, dat door menigeen als hét grote conflict van de 21e eeuw wordt gezien, staan de open Westerse democratieën tegenover de zich op de letter van het boek inspirerende islam. Radicale islamisten, of ‘fundamentalisten’, hebben de zaak daarbij op scherp gezet: het is islam (onderworpenheid) óf het is jahiliyya (onwetendheid). Óf een moslim leeft naar Allah’s wet, óf naar die gemaakt door de mens. Hun jihad is de strijd tegen Dar al-Harb, overal waar men zich niet richt naar de Koran. Zij menen dat alleen de islam basis kan zijn voor staat en samenleving. Deze fundamentalistische beweging trekt zich van de traditionele, geografische grenzen dus niets aan, één van de redenen waarom Zine Abidine Ben Ali, president van Tunesië, haar ooit ‘de fundamentalistische internationale’ heeft genoemd.
De geur van het paradijs is een onderzoek naar de opvattingen van die fundamentalistische internationale en daarmee naar de ideeën die onze eigen democratische samenleving op de proef stellen. Centraal staat Zelimkhan Yandarbiev, voormalig president van Tsjetsjenië, en de reconstructie van zijn ontmoeting met Talibanleider Mullah Omar. Tot aan zijn gewelddadige dood in februari 2004. was Yandarbiev vanuit Qatar via internet en mobiele telefoon een belangrijke spin in het web van de internationale jihad. Twee weken voor hij vermoord werd, filmden de makers vijf dagen met hem in Qatar. Tijdens een lang interview, zijn allerlaatste, gaf hij diep inzicht in wat hem en zijn medestrijders beweegt.
Daarnaast is er gefilmd in Tsjetsjenië en Afghanistan, op de plekken waar de belangrijkste spelers van de fundamentalistische internationale zich ophouden.