Hoe denken ouderen eigenlijk over seksrobots en zelfrijdende auto’s? Drie bejaarden over een toekomst die zij niet gaan meemaken.
Hoe denkt u over zelfrijdende auto’s?
Arend* (85): ‘Dat lijkt me ideaal. Je kunt sowieso beginnen met de zelfrijdende trein en tram. Dan hoef je die ook niet te besturen. En dat je met afstand de auto kan besturen is ook handig.’
Ada (91): ‘Dat zou ik wel heel eng vinden, om in een auto te zitten die je zelf niet bestuurt. Daar ben ik te oud voor denk ik en kan ik me niet in verplaatsen.’
Stien (86): ‘Dat zou voor ouderen geweldig zijn. Ik heb een jaar geleden mijn auto weggedaan, ook omdat ik het toch allemaal niet goed zag.’
* i.v.m. privacyredenen zijn de namen in het artikel aangepast
En over zorgrobots?
Stien: ‘Mijn man is vijf jaar lang dag in en dag uit door een echte verpleegkundige verzorgd, verpleegd, gedoucht en naar bed gebracht. Met verzorgen bedoel ik geestelijk en lichamelijk, er wordt dan ook even een praatje gemaakt zoals ‘’heeft u lekker geslapen vannacht?’’ Dat doen mensen. Maar ik zou het erg onpersoonlijk en onmenselijk vinden als dat door een stuk plastic overgenomen moet worden.’
Ada: ‘Het lijkt me prachtig als dat lukt. Daar kan ik me beter in verplaatsen dan in het verkeer en zo.’
Arend: ‘Robots die een kopje thee inschenken of eten geven, dat moet nog kunnen. Maar het is gewoon geen mens. Laatst op tv was er iemand te zien die ziek was en toen kwam er een zuster die haar hand op zijn hoofd legde en zei ‘’joh, rustig aan. Het komt echt allemaal goed’’, en daar werd die man opeens beter van. Dat is empathie. Robots kunnen dat denk ik niet. Ze kunnen van alles leren en heel ver gaan, maar dat soort dingen is toch echt aan mensen voorbehouden.’
Wat is uw gevoel bij seksrobots?
Arend: ‘Deze robots heb ik op tv gezien. Levensecht, maar ze zijn niet zo aardig volgens mij. Ik vind het namaak. Het contact tussen de mensen is heel belangrijk. Denk ook aan feromonen, de geur van iemand. Dat is iets wat robots niet hebben. Het is misschien wel mogelijk, of wordt mogelijk, dat je geur zou kunnen opwekken. Dat is weer een heel ander terrein. Maar mensen met een kunstjuffrouw, dat moeten ze zelf weten. Ik weet in ieder geval wel dat seks een van de meest belangrijke behoeftes van een mens is. Ik vind het daarom dus niet raar.’
Ada: ‘Daar moet je gewoon niet aan denken toch? Het lijkt me afschuwelijk als je eenzaam bent om dan een robot bij je te hebben, dan wil je toch met een mens praten en niet met een robot? Misschien in de toekomst, maar ik zie dat nog helemaal niet voor me.’
Onlangs is een levensechte robot in Saoedi-Arabië benoemd tot officieel staatsburger. Wat vindt u daarvan?
Arend: ‘Dat vind ik geen probleem. Maar als hij gejat wordt weten ze waar hij vandaan komt. En dezelfde rechten als een mens, is dat een probleem? Nee toch? Stel je voor dat de robot een foutje heeft, een bug, en hij slaat iemand zijn hersens in, dan moet je toch weten welk nummer dat was. En ja, die hoeft dan niet de gevangenis in, want je sloopt hem gewoon. Veel goedkoper. En wat robots betreft, die worden geprogrammeerd. Je kunt veel makkelijker bepalen wat wel en wat niet mag. De robot is niet verantwoordelijk, maar de man die hem geprogrammeerd heeft.’
Hoe denkt u over de toekomst van robots?
Stien: ‘Die toekomst zal ik niet meer meemaken. Maar ik denk wel dat het nog een enorme ontwikkeling gaat worden. Het wordt natuurlijk tot in den treure uitgevogeld. Ik vraag me ook weleens af hoe groot de werkloosheid gaat worden, en wat dat dan doet met de mens. Als je niet meer werkt sta je min of meer buiten de maatschappij, en tel je eigenlijk niet meer mee. Want je krijgt een uitkering die een ander voor jou moet verdienen en daardoor krijg je een enorm minderwaardigheidsgevoel.
'Ik denk dat het geestelijk rampzalig wordt als de robot zich zo gaat ontwikkelen dat er een enorme werkloosheid komt. En dat zit er denk ik wel aan te komen. Ruitenwassers zijn straks niet meer nodig, dat gaat natuurlijk ook geautomatiseerd worden. Een kapper zal nog wel even blijven bestaan. Waar die bakstenen allemaal gemaakt worden zal later ook niet meer nodig zijn, want dat doet een 3D-printer dan. Kijk maar naar die brug die al gemaakt is. Je hebt niks meer te metselen, die passen gewoon in elkaar als legoblokjes.’
Arend: ‘Het enige wat het met een robot is: wat eet hij? Hij heeft elektra nodig, anders doet hij het niet meer. Daar heb ik over na zitten denken. We zitten nu al moeilijk, het is het eind van fossiele brandstoffen. Dus we moeten nu echt van de zon en wind gaan leven. Zo’n ding heeft een accu nodig om de energie in op te slaan, daar zitten hele dure metalen in. Er is nu al ruzie over bepaalde metalen die in smartphones zitten waar ze die moeten delven. Dat gebied is veel kleiner dan ijzer bijvoorbeeld. Ik denk dat het allemaal fantasie is. Ik heb de ervaring dat dingen vaak een andere kant op gaan dan je verwacht.’
Ada: ‘Ja, ik denk dat het heel veel voor de mens kan betekenen. Ook in de zorg, met name in ziekenhuizen. Want ze maken geen fouten. Ze zijn veel secuurder dan de mens, denk ik. Ik vind zelf dat zo’n iPad al zoveel kan, dat is ook een soort robot toch? Daar kun je ook niet met je verstand bij dat dat allemaal zo snel gaat. Je bent aan het googelen en meteen vind je wat je zoekt. Als mijn man, die nu al 27 jaar overleden is, even om een hoekje zou gluren, dan zou hij zijn ogen niet geloven. Wat er allemaal veranderd is.'