We vliegen met Jet Airways, een Indiase vliegmaatschappij en dat merk je. Het merendeel van de passagiers is Indiaas, de uitleg wat te doen bij nood wordt eerst in het Bengali gegeven, dan pas in het Engels, het eten is vegetarisch en gekruid, de filmkeuze bestaat grotendeels uit Bollywoodfilms. Vliegen met behoud van eigen cultuur.
We zijn op weg naar Quebec, waar ons volgens de door Sasha (researcher) gecheckte weersvoorspelling ijsregens wachten. Ik lees in een dun boekje van socioloog Zygmunt Bauman, Strangers at our door, over de omgang met migranten. Opzienbarend is het niet. Ja, migranten geven de ‘oorspronkelijke’ bevolking van een gebied een mogelijkheid om naar beneden te trappen. Ja, dat wordt extra aantrekkelijk om te doen als je zelf weinig hebt en je met die nieuwkomers moet vechten om de beschikbare banen. Ik las net ook voor het eerst Paul Scheffers beruchte essay Het multiculturele drama (2000). Daarin viel het me op dat hij vooral bezorgd lijkt over het ‘achterblijven’ van mensen met een Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond, dat hij eerder pleit voor talencursussen dan voor iets onguurs als een complete migratiestop.