OVT
Mao’s Pandadiplomatie
Maar liefs twee reuzenpanda’s worden na jarenlange diplomatieke onderhandelingen, de topattractie van het Ouwehands Dierenpark.
China-kenner Jan van der Putten over de panda als politiek instrument.
Indië Hollands Vietnam
‘Soldaat in Indonesië’, heet het boek van historicus Gert Oostindie.
De column is deze week van Nelleke Noordevliet
Lisa Jardine
Ze legde haar Engelsen uit dat ze in de zeventiende eeuw ongeveer alles aan de Nederlanders te danken hadden. En dat zonder de verHollandsing het Engels imperium wellicht nooit zo groot was geworden. De historica Lisa Jardine, schrijfster van ‘Going Dutch: how England Plundered Holland’s Glory’, overleed afgelopen zondag op 71-jarige leeftijd.
Historicus Luc Panhuijsen komt over haar vertellen.
Kayo-Maru
150 jaar geleden op 2 november 1865 werd in Dordrecht het grootste tot dan toe in Nederland gebouwde houten oorlogsschip Kayo-Maru te water gelaten. Een jaar later vertrok het schip met een Nederlandse bemanning en enkele Japanners naar Japan waar de Kayo-Maru het vlaggenschip werd van de net opgetogen Japanse marine. Twee jaar later in 1868 sloeg het schip in een verwoestende storm kapot tegen de rotsen en verging. In Dordrecht is een tentoonstelling te zien over het korte bestaan van dit schip en haar Nederlandse en Japanse bemanning.
Joops Volks Unie
‘Glimmerveen voor een blank Nederland’. Zo was de leus waarmee Joop Glimmerveen op eigen Haagse witte wijze geschiedenis maakte in de jaren zeventig.
Willem Wagenaar van de Anne Frank Stichting is te gast.
Een joodse straat
Vóór de oorlog hoorden joden gewoon bij menig dorp en stad of stadje in Nederland. Ze waren anders, maar wel gelijk. Na de Shoah leek het of ze er eigenlijk nooit helemaal bij gehoord hadden. Een misverstand, aldus Wim Willems en Hanneke Verbeek. Ze schreven ‘Hier woonden wij. Hoe een stad zijn joodse verleden herontdekt’. Een boek over een ‘joodse’ straat in Scheveningen.
Wim Willems is te gast
Het Spoor Terug, deel 1, Ongewijde engeltjes
Ze kwamen volgens de katholieke leer in het zogeheten voorgeborgte, waar ook goede heidenen als Plato en Socrates hun eeuwigheid uitzaten. Ondertussen werden ze begraven achter de heg, in ongewijde grond, deze levenloos of te vroeg gestorven kinderen, die niet gedoopt waren. Ze werden Engeltjes genoemd. Dat was zo ongeveer het beste dat ze overkwam, want de hemel, zo leerden paus, pastoor en kerk, zouden ze nooit zien.
Rene Oomen maakte de tweedelige documentaire ‘Er ligt een engeltje achter de heg’,