Voor dove en slechthorende luisteraars is dit het transcript van Als geschiedenis in je opstaat - Aflevering 3
Als geschiedenis in je opstaat - aflevering 3 - De nachtzeereis
00:16 M: "De nachtzeereis is de reis naar delen van onszelf die afgesplitst, onbekend, ongewenst zijn: verbannen naar de verschillende onderwerelden van ons bewustzijn. Het doel van deze reis is om ons met onszelf te herenigen. Dat kan pijnlijk zijn. Om de reis te ondernemen, moeten we eerst afspreken dat niets zal worden verbannen."
Dit citaat van de Amerikaanse psychotherapeut Stephen Cope stuurt Iris mij op een koude herfstavond door. De archetypische nachtzeereis, die een mens aflegt op zoek naar een verloren deel van zichzelf, is een mooie omschrijving van wat Iris doet sinds ze besloot de signalen van haar lichaam te volgen. Tijdens een nachtzeereis navigeer je niet op je eigen zicht, maar op het oeroude licht van de sterren. Het verleden geeft de richting aan. En zo zie ik Iris van de zomer de herfst invaren, op weg naar een ruimere versie van zichzelf, een versie waarin plaats is voor die onbekende, ongewenste familiegeschiedenis. Ze spreekt af met uit het oog verloren familie van haar vader.
01:30 I: Dit is mijn achternichtje.
01:32 Achternichtje van Iris: Hoi!
01:33 Bij een volgende familieopstelling voelt ze zich steviger staan, de A4’tjes met haar vader en opa Hans achter zich, in plaats van om haar heen. En ook op haar werk merken collega’s een verandering op. Laatst nog, zegt collega Wieneke.
01:48 Wieneke 't Hoen: Hoorde ik haar in een gesprek zeggen: "Nee, ik ben Indisch.” En toen zei ze: "Nee, maar eigenlijk ben ik ook Moluks”. Dus, toen, ja. Toen was het gewoon helemaal een onderdeel geworden van hoe ze zichzelf ziet, voorstelt.
02:02 M: Dit is Als geschiedenis in je opstaat, een podcast over de vraag hoe oude pijn kan doorwerken in het heden.
In het Rijksmuseum wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen van Revolusi!. Nog even en de brief van opa Hans ligt in een vitrine. Iris heeft de afspraak gemaakt met haar vader Gerard om vlak voor de opening terug te blikken op haar zoektocht.
02:31 Gerard: Ik ben door de jaren heen zo fysiek zwaar belast geraakt dat het niet eens meer pijn doet. Het doet wel pijn, maar ik laat het niet toe.
02:44 M: Maar voordat het zover is, ligt er nog een vraag.
02:47 Iris: Het was een verstijvend, heel angstig gevoel waarvan ik dacht op dat moment: dit kan niet van mij zijn en ik dacht eigenlijk alleen maar aan m'n oma en m'n vader. Wat kan die angst eigenlijk geweest zijn, of wat zit daarin?
03:03 M: De angst die Iris voelde toen ze maanden geleden bij een lichaamscoach was en die ze zonder erbij na te denken verbond met haar oma en haar vader. Alsof het een herinnering van hen was, die op de een of andere manier bij haar terecht kwam.
03:19 Pamela: Ja, ik vind herinneringen echt zo fascinerend.
03:25 M: En dit is Pamela Pattynama, emeritus hoogleraar Koloniale en postkoloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Op een zonnige herfstdag zitten we in haar woonkamer om haar te vragen naar die vreemde ervaring van Iris. Pamela houdt zich al een half leven bezig met de werking van koloniale herinneringen. Traumatische herinneringen, zegt ze, kunnen ongrijpbaar zijn en vanuit het geheugen van de één naar het geheugen van de ander stromen. Ze geeft een voorbeeld.
03:57 P: Mijn vader heeft in een Jappenkamp gezeten. Hij vertelde daar niet heel veel over, maar één herinnering wel, namelijk dat een keer drie jongens waren ontsnapt uit het kamp. Die waren gewoon naar huis gegaan en weer teruggekomen en zij werden geëxecuteerd. Het hoofd doorboord met zwaarden, door de Japanners. En hij vertelde mij dat hij daarbij stond en dat zag. En dat verhaal heb ik, nouja, ik wil niet zeggen tientallen malen, maar echt heel vaak gehoord van anderen. Soms zijn herinneringen zo gruwelijk dat je er geen taal voor hebt. En als er dan een verhaal voorhanden is wat raakt aan dat gruwelijke wat je zelf hebt meegemaakt, dan nemen mensen dat over.
04:50 M: Maar Iris’ geval lijkt het tegenovergestelde. Zij weet juist zeker dat ze de angst die ze voelde, niet zelf heeft meegemaakt. Dat doet Pamela denken aan iets wat ze regelmatig zag gebeuren bij bijeenkomsten over voormalig Nederlands-Indië, waar ze aanwezig was.
05:06 Pamela: Daar kwamen mensen op af van Indische afkomst, mensen die in Indië hadden gewoond, of die belangstelling hadden voor Indië. Het was een heel gemêleerd gezelschap. Dat was in de tijd dat heel veel mensen van de eerste generatie nog leefden. En bij die bijeenkomsten of conferenties of hoe je ze ook wil noemen, waren altijd maatschappelijke werkers aanwezig, of psychologen, want het kwam heel vaak voor dat mensen in het publiek, die schijnbaar rustig waren en waar niks mee aan de hand was, half gek werden. Die gingen dan opeens opspringen, wild gebaren, hard schreeuwen, huilen, roepen. En die mensen werden dan gekalmeerd door die maatschappelijke werkers.
05:55 M: En waar reageerden ze dan op?
05:57 P: Ja, dat is niet echt duidelijk. Iets in de hele atmosfeer, omdat het ging over Indië, wat voor thema dan ook weet je. Het maakte niet zoveel uit, maar iets triggerde hen en bracht dus allerlei herinneringen, of het nu hun eigen herinneringen waren of van voorouders of van vrienden, ik weet het niet, niemand weet het. En die herinneringen kwamen explosief tot uiting.
06:22 M: Voor deze uitbarstingen, zegt Pamela, gingen verschillende verklaringen rond. Vergeten herinneringen, opgekropte emoties en er werd ook wel gezegd dat de uitbarsting werd veroorzaakt door overleden voorouders. Als ze dat zegt, moet ik denken aan de geheimzinnige Stille Kracht, uit het boek van Louis Couperus. De geesteswereld die ingrijpt in het dagelijkse leven.
06:45 Pamela: Mensen werden overweldigd door emotie. Of het nou pijn was, of verdriet of dreiging of weet je, angst. Van alles had het kunnen zijn. Maar in ieder geval was het heel duidelijk dat die explosieve uitingen te maken hadden met hun Indische verleden.
07:07 M: Kan iedereen dan zomaar een angst uit de atmosfeer vissen en die persoonlijk maken? Dat risico bestaat, zegt Pamela. Maar in het geval van de bijeenkomsten ging het niet om ‘zomaar’ angsten, benadrukt ze. Die heftige reacties werden getriggerd door specifieke informatie over de voormalige kolonie. Zoals Iris’ reactie werd getriggerd door de duik in haar familiegeschiedenis.
07:31 Pamela : Maar vertelde jouw oma veel verhalen over vroeger of over haar leven?
07:37 Iris: Ja ze vertelde, ze liet altijd fotoboeken zien. Ze had heel veel fotoboeken. En dan vooral uit de periode dat ze jong was en nou, eigenlijk ook voordat ze mijn opa leerde kennen, de periode met haar vrienden.
07:49 M: Iris vertelt Pamela over haar oma, Jans, dochter van een Molukse moeder en een Nederlands-Indonesische vader. Over het contact dat ze met haar had toen ze nog leefde, liefdevol maar vermengd met terughoudendheid. Want waarom had haar oma het gezin niet beschermd tegen de gewelddadige uitbarstingen van opa Hans?
08:09 Iris: Het is een soort boosheid ofzo, of misschien ook een onmacht van mezelf, van: waarom hebben we het daar niet over gehad? Maar ook de vraag van, ze kon het daar waarschijnlijk niet over hebben of ze wilde het daar misschien niet over hebben.
08:23 M: Na die ervaring bij de lichaamscoach heeft Iris geprobeerd om haar oma beter te begrijpen door haar familielijn terug te volgen, het verleden in. Bij haar oma’s oma, een Indonesische vrouw die een kind kreeg met een Hollandse plantagehouder, liep het spoor dood.
08:41 Iris: ik weet niet waar ze oorspronkelijk vandaan kwam. Wie is dat dan en waar kwam zij vandaan?
08:49 P: Maar het is inderdaad zo dat de vrouwelijke lijn heel vaak niet in kaart is gebracht in Indische families. Op een gegeven moment werd er getrouwd, toen dus wel, maar je kent het begrip ‘Njai’. Dat mannen gewoon hun vrouw in dienst namen om het huishouden te doen, voor hem te zorgen, maar ook om seks te geven. En dat van die vrouwen heel vaak helemaal niks bekend is. Er zijn heel veel Indo's, Indische mensen, die proberen hun familie te traceren en stuiten dan op een leegte. Er is gewoon helemaal niks. Die vrouwen hadden bijvoorbeeld geen achternaam, dus dan is het heel moeilijk om iemand terug te halen uit de vergetelheid.
09:41 M: Maar misschien, zegt Pamela, kun je die vreemde herinnering behalve als een terugverwijzing naar oude pijn, ook als een vooruitverwijzing zien. Dat Iris dit nu ervaart, zegt iets over de route die ze zelf aflegt op dit moment, over waar ze naar op weg is. Misschien, denkt Pamela hardop, is het een seintje van haar oma dat het tijd is voor Iris om het familieverhaal mee de toekomst in te nemen. Iris knikt. Ik vraag of Pamela echt denkt dat haar oma Iris een teken heeft gegeven. Ze haalt haar schouders op en lacht. Misschien moet je niet alles rationeel willen verklaren.
10:20 Pamela: Je raakt allemaal dingen kwijt als je alleen maar met verstand naar jezelf kijkt. Het gaat om gevoel en emoties en waarheden die allemaal liggen te sluimeren in je lichaam, die opeens explosief naar buiten kunnen komen, zonder dat je er enige vat op hebt.
10:39 M: Geschiedenis zoals die in onze lichamen ligt opgeslagen, is niet de waarheid van feiten en rechte lijnen zoals we kennen uit de geschiedenisboeken. Het is een waarheid van knopen, lagen, associaties, die misschien vooral in fictie goed te benaderen zijn. Voordat we vertrekken, raadt Pamela ons een boek aan van de Nederlands-Indische Maria Dermoût. De tienduizend dingen.
11:03 Pamela: Het zijn eigenlijk hoofdstukken die je los van elkaar kunt lezen maar die een paar rode lijnen hebben. En een van de belangrijkste rode lijnen is herinnering.
11:15 M: En denk je dat zij ook iets kan toevoegen aan waar Iris nu naar op zoek is, of wat…?
11:22 Pamela: Die herinneringen, die opgeslagen zitten, opgekropt in het lichaam of in de natuur of in het dagelijks leven, dat is haar werk, dat is haar kracht in het werk. Dat zij zegt: niks is ooit voorbij. Alles blijft voortleven op wat voor manier dan ook. Het kan even, schijnbaar weg zijn, onder de zeeoppervlakte verdwijnen, maar dan komt het weer naar boven.
12:00 M: Het verhaal van de plotselinge uitbarstingen bij de Indische bijeenkomsten laat me niet los. Pamela vertelde dat de maatschappelijk werkers die daarbij aanwezig waren, van Pelita kwamen, een stichting die zich inzet voor mensen uit voormalig Nederlands-Indië. Ik zoek de stichting op en traceer directeur Henk van den Bos. Ik bel hem op omdat ik wil weten of dit nog steeds gebeurt.
12:26 Henk van den Bos: Je gaat dan met mensen praten over een hele pijnlijke periode en over de klachten en de dingen die ze daar nu, in het hier en nu, ondervinden van die oorlog en dan kan je niet zeggen na zo'n intens gesprek van: succes ermee.
12:42 M: Hij vertelt dat het er nog altijd maatschappelijk werkers klaarstaan als een samenkomst een gevoelig thema raakt. Ook in de tweede en zelfs de derde generatie kan de geschiedenis onverwacht en met volle kracht opstaan.
12:54 Henk: Het idee dat de voorouders een rol spelen en invloed hebben, dat is wel iets wat ook in de Indische en Molukse cultuur zit, hè.
13:08 M: De maatschappelijk werkers spreken van een ‘luxerend effect’; lux van licht - dat plotseling schijnt op een plek die voorheen donker was en waar misschien pijn ligt opgeslagen, soms al generaties lang. Er is ook een psychiatrische term voor: intrusies. Psychiater Patricia Dashorst, werkzaam bij nationaal psychotrauma centrum ARQ, is bezig met een proefschrift over intrusies en legt het fenomeen aan haar keukentafel aan ons uit.
13:37 P: Ja, intrusie, dus opdringend, beeld, herinnering, gedachte. Dus iets wat onvrijwillig naar voren komt op welk moment dan ook, zonder dat je bewust eraan wilt denken.
13:52 M: Intrusies, zegt ze, zijn herinneringen, gedachten, beelden van traumatische situaties die de ouders van de kinderen meegemaakt hebben. Patricia en haar collega’s onderzoeken hoe die ervaring is doorgesijpeld naar een volgende generatie. Bij sommige mensen met intrusies bleek er thuis nooit over die traumatische situatie te zijn gesproken. En toch was de oorlog, het geweld, de angst, op een bepaalde manier aanwezig.
14:22 Patricia: De emoties zijn natuurlijk wel aanwezig in zo'n gezin. In zo'n familie. Of expliciet afwezig. En dan gaat het kind ook invullen van: waar mag nou niet over gesproken worden, of waarom gaat papa of mama steeds weg als dat op tv komt of moet de tv dan uit of mag ik niet m'n bestek hard op tafel laten vallen, ofzo.
14:51 M: Ja, dus het hoeft niet het expliciete verhaal te zijn.
14:54 P: Nee.
14:56 M: Het kan ook eigenlijk zijn wat er allemaal niet gezegd wordt.
14:58 P: Ja, we denken wel dat we onze gevoelens binnen kunnen houden maar dat lukt natuurlijk bijna niet. Ja, we zeggen het niet, dus we denken: we houden het binnen, maar
even terugdeinzen als er iets gezegd wordt, al is het maar 2 millimeter, dat vangt een kind onmiddellijk op.
15:14 Iris: Ik heb m'n opa niet zo lang gekend maar ik heb een hele sterke band gehad met m'n oma en ik logeerde daar als klein kind heel veel omdat mijn ouders heel jong waren toen ik werd geboren, dus ik was daar heel veel. Maar ik weet ook dat er veel spanning was tussen m'n oma en m'n vader, dus het zou ook kunnen dat ik, juist op een hele jonge leeftijd, die spanning tussen die twee heel erg heb gevoeld.
15:44 M: Wat die angst die Iris voelde precies was, is niet met zekerheid te zeggen. Een boodschap van haar oma, een doorgesijpelde herinnering, het resultaat van opgestapelde spanningen die ze voelde in haar jeugd, dat alles in één, Patricia’s onderzoek geeft geen sluitend antwoord. Maar het laat wel zien dat Iris niet de enige is, in wie een oude pijn plotseling tot ontploffing komt. Het gegeven dat dat kan, dat je zulke emotionele zeemijnen kunt achterlaten voor de mensen die na je komen, vind ik beklemmend, maar Iris ziet het anders. Alle fysieke klachten van de afgelopen maanden hebben langzaam maar zeker de vorm gekregen van een verhaal. Een verhaal dat haar aanvult en met nieuw begrip naar zichzelf en haar familie doet kijken.
16:30 Iris: Alsof er wel zo langzamerhand iets geheeld wordt.
16:41 M: Het wordt januari. De zalen van het Rijksmuseum worden geschilderd voor de tentoonstelling. Aan het einde van de maand wordt de brief alvast in de vitrine geplaatst.
Met grote concentratie schuiven twee medewerkers hem op de millimeter precies op z'n plek.
16:56 Conservator: De perfecte positie bepalen ze nu en dan gaan ze zometeen zorgen… nu hebben ze dat bepaald, en nu leggen ze dus....
17:06 M: Het glas wordt gepoetst en eroverheen gezet. En dan ligt hij daar, op zijn plek, temidden van de drukte van de opbouw. De brief die jarenlang als een snipper vergeten geschiedenis in een krat op een zolder lag. De brief die Iris rugpijn en kortademigheid bezorgde en getuigt van een geschiedenis die Gerard jarenlang meedroeg in zijn rug.
17:27 Iris: Het lijkt wel alsof ze die brief hebben schoongemaakt, zo keurig ziet het eruit. De belichting moet nog gedaan worden maar het is wel echt heel mooi hè.
17:41 M: Echt mooi ja.
Iris kan het zich nog niet goed voorstellen, maar over twee weken schuifelen de eerste mensen eindelijk deze zaal in, wordt de brief door talloze vreemde ogen bekeken en praten we vlak voor het moment suprême met Gerard. Over hoe hij nou eigenlijk naar deze hele reis van zijn dochter kijkt.
18:04 Iris: Hoe was het voor jou om te horen dat ik op een gegeven moment fysieke klachten kreeg?
18:09 Gerard: Nou ten eerste vond ik dat natuurlijk helemaal niet leuk, dat jij last hebt van iets wat, wat ik dacht dat het mijn verleden was en niet jouw verleden. Maar ik herkende het wel.
18:21 M: Het is 10 februari, de dag van de opening. We staan in een kleine lift in het Rijksmuseum. De enige plek waar we - als we de deur goed afsluiten - met het opnameapparaat veilig zijn voor de heftige galm van dit grote gebouw. Al na tien seconden praten is het licht uitgevallen. Een automatische timer, het kan alleen weer aan door de deur te openen dus houden we het maar zo. Het is op een prettige manier vervreemdend, dit praten in het donker, heel dicht op elkaar.
18:52 Gerard: Ik heb altijd voor mezelf gezegd van, alles wat ik heb meegemaakt in het gezin, het fysieke en het mentale geweld wat er eigenlijk was, dat is in mijn rug gaan zitten. Als het te zwaar wordt, dan gaat het daarheen. De ene in z'n hart, de ander in z'n rug en bij mij dus in m'n rug.
19:13 M: Iris’ eerste vraag raakt Gerard. Hij kampt zelf al bijna zijn hele leven met zware zenuwpijn, zo zwaar hij soms nauwelijks nog kan bewegen.
19:22 Gerard: En toen ik dat van Iris hoorde dacht ik van: ja, dat gun ik niemand, dat wil ik ook helemaal niet. Waarom moet iets wat ik dacht dat van mij was, dan overgaan op m'n kinderen? Want ik wil juist dat mijn kinderen daar helemaal niet door belast worden. Ik vind dat heel moeilijk.
19:45 M: Die geschiedenis waar Iris last van kreeg, heeft hij nou juist van zijn kinderen willen weghouden, dat had hij al op jonge leeftijd besloten.
19:53 Gerard: Toen ik naar de middelbare school ging, jaar of twaalf, dacht ik: ik moet met mezelf afspraken maken om te zorgen dat ik ga slagen als volwassene. Want ik wilde gewoon niet dat er zou gebeuren in mijn gezin, mijn toekomstige gezin, wat er gebeurd is in - zeg maar - mijn ouderlijk gezin.
20:19 M: Zijn vader had de oorlog mee naar huis genomen, maar Gerard zou als een dam voor die geschiedenis gaan liggen. Het geweld stoppen door alles anders te doen dan Hans. Niet boos worden, niet roken, niet drinken, niet vloeken.
20:34 Gerard: En dat deed mijn vader op een bijzonder heftige manier. Mijn vader dronk veel, hij vloekte, constant.
20:43 M: Gerard wilde het anders doen. De geschiedenis ombuigen. Net als zijn vader, ging hij al jong vrijwillig het leger in. Maar niet om te vechten, hij ging om te voorkomen dat er ooit nog gevochten zou moeten worden.
20:56 Iris: Ik ben wel benieuwd hoe je nu naar je vader kijkt. Kun je beschrijven hoe hij dan de oorlog meenam, wat voor jou...
21:04 Gerard: Dat vind ik moeilijk. Als dat in een podcast komt, dat vind ik echt moeilijk.
21:10 M: Een paar herinneringen wil hij in die donkere lift wel delen.
21:15 Gerard: We gingen altijd precies om zes uur eten. Nou, wat was ik, een kind, jaar of tien. Ik speelde buiten en ja als ik dan even een minuut te laat kwam, nam mijn vader me mee naar de garage en daar trok hij de riem uit mijn broek en m'n broek naar beneden en ja, werd ik eigenlijk gestraft hè, met mijn eigen riem. En dan gingen we daarna gewoon eten met elkaar. Hij had een keer enorme ruzie met m'n oudste zus en die twee lagen elkaar niet zo heel erg en hij gaf haar op een gegeven moment een klap tegen d'r hoofd en toen heb ik hem beetgepakt. Ik zal een jaar of veertien, vijftien geweest zijn, en heb hem tegen de grond gewerkt. Daar ben ik echt helemaal niet trots op, maar ik vond dat ik dat op dat moment moest doen.
22:17 M: Hij herinnert zich nog goed hoe hij onderaan de trap stond toen zijn ouders uit elkaar wilden. Hij was vijf en ze vonden dat hij moest kiezen.
22:25 Gerard: En ik bleef onderaan de trap staan en zei: 'Ik ga niet kiezen, want jullie zijn mijn papa en mama en ik kan niet kiezen'. Ik heb dat ook geweigerd inderdaad en ik heb eigenlijk altijd gezegd; vanaf dat moment ben ik volwassen geworden. Het opkroppen van alles wat er gebeurd is, dat heeft bij mij tot fysieke ongemakken geleid. Ik ben door de jaren heen zo fysiek zwaar belast geraakt dat het niet eens meer pijn doet. Het doet wel pijn, maar ik laat het niet toe.
23:05 M: Door de jaren heen vond hij een manier om tegen de pijn in te leven. Hard sporten, discipline. Terwijl hij dit vertelt, denk ik aan al die keren dat ik met Iris ging hardlopen en zij zelfs na een halve marathon nog immuun leek te zijn voor uitputting of verzuring. Hoe hard ik ook trainde, nooit haalde ik haar in. Het geweld van de oorlog, dat Hans mee naar huis nam, dat Gerard tussen zijn schouderbladen droeg, leverde haar niet alleen klachten op maar ook een ongekend doorzettingsvermogen dat haar al jarenlang over de finish van hardloopraces blaast.
23:40 Iris: Doordat we het nu hierover hebben en doordat we dit verhaal nu openlijk met elkaar kunnen bespreken en wat er is gebeurd, merk ik dat er bij mij juist ook heel veel bevrijding komt en die last van m'n rug en m'n nek dat heb ik ook niet meer zo zoals toen dat verdriet heel erg naar boven kwam. Ik heb juist het gevoel dat het bij mij ook ja, dat ik nu veel vrijer ben of dat ik me vrijer voel. Hoe is dat dan voor jou?
24:16 Gerard: Ik kan dan wel pak 'm beet 25 jaar ouder zijn, maar ons proces heeft bijna gelijk gelopen.
24:23 M: Het grootste gedeelte van zijn leven, vertelt Gerard, was er geen ruimte voor deze geschiedenis. Geen ruimte om Indisch, om anders te zijn.
24:31 Gerard: wij waren in Maassluis-West de enige donkere mensen. Ja, ik heb altijd mezelf als een Nederlander gezien. Ik was gewoon een witte Nederlander en iedereen vond dat.
24:44 M: Maar kort geleden kwam daar verandering in. Met Simone, Iris' moeder, bezocht Gerard een tentoonstelling van fotografe Suzanne Liem over vier generaties Molukkers. Gerard is net als zijn moeder en oudste zus Hanneke op Ambon geboren.
24:59 Gerard: Het leek wel of ik samensmolt met die groep. Dat ik een grens overstapte van 'die Nederlander', 'die witte Nederlander met een kleurtje'. Het leek wel of ik, ik werd als het ware toegetrokken naar die groep, ik voelde me gewoon thuis.
25:22 M: Dat hij dit nu ervaart, heeft te maken met de tijdgeest, denkt Gerard. Gesprekken die hij met zijn ouders niet kon voeren, zijn aan de orde van de dag nu. Lang verzwegen onderwerpen worden nu getoond in het Rijksmuseum. Er is ruimte die er eerst niet was. En de tentoonstelling Revolusi!, Hans' brief in de vitrine, heeft alles voor hem in een stroomversnelling gezet.
25:44 Gerard: Toen begreep ik ook dat jij, dat ik eigenlijk ook onbewust heel veel aan jou heb doorgegeven, wat jij dus ook moet verwerken. En daarom ben ik het misschien ook wel, nou niet misschien, daarom ben eigenlijk ook ontzettend trots op jou en wat je doet en hoe je het doet. En jouw verwerking is ook mijn verwerking. Jij hebt mij daarmee ook geholpen om, ja, 65 jaar te verwerken.
26:15 M: En dan springt plotseling de lamp aan en vliegt de deur van de lift open. Een vrouw en een man met een wandelstok willen naar boven. De opening begint. We stappen uit de kleine donkere ruimte de hal, het licht in.
We schuifelen door de eerste zaal de tentoonstelling in, op weg naar de brief. Langs een opname van Sukarno die de onafhankelijkheid uitroept, langs het vriendenboekje van een vermoorde Indonesische vrijheidsstrijder, langs herinneringen aan mensen die tegelijkertijd met Hans leefden, vochten, droomden - naast en tegenover hem. Het raakt Gerard dat de blik van Hans onderdeel mag zijn van dit grote verhaal.
27:05 Gerard: het is heel makkelijk oordelen over die jongens uit die periode, over wat ze gedaan hebben, of het nou oorlogsmisdadigers zijn of hoe je het allemaal mag noemen, het was gewoon oorlog.
27:17 En oorlog, zegt Gerard, is chaos.
27:19 Gerard: Alles wat hij schrijft in zijn brief, dat zijn al die lagen. De wreedheden, de economische afhankelijkheid van Nederland, Nederland die de koloniën wilde behouden omdat de schatkist leeg was. Maar ook de verwarring die er was, dat de verzetsgroepen hun eigen mensen vermoordden omdat ze koloniale banden hadden of omdat ze Chinees waren of welke reden dan ook. Daar begreep hij niks van en ik snap dat wel. Hij ging daar natuurlijk met een hele andere reden heen. Maar hij kwam in een vreselijke oorlog terecht, waar hij op een gegeven moment ook niet meer kon zien wie nou echt de vijand was.
28:11 M: En dan, dan zijn we bij de vitrine.
28:16 Gerard: Oh, mooi zeg. Dit is, het is gewoon nu echt, ja. Ja ik weet niet wat ik moet zeggen, het is gewoon heel bijzonder.
28:27 I: Ja, wat vind je bijzonder?
28:29 G: Hè?
28:31 I: Wat vind je bijzonder?
28:32 G: Nou…..
28:38 I: Ja. Wat voel je dan?
28:40 G: Ik kan niks zeggen, ik kan niks zeggen.
28:48 M: Een week later zal Gerard me bellen en vertellen wat hij had willen zeggen op dit moment. Dat hij ondanks alles, Hans niets kwalijk neemt. Dat hij begrijpt wat de achtergrond is van al dat geweld waarmee hij opgroeide en dat hij dat onbewust altijd heeft begrepen. Als klein jongetje al, onderaan de trap, begreep hij dat hij niet zou kunnen kiezen voor één perspectief. Hij was zich als vijfjarige niet bewust van wat hij begreep, zal hij zeggen aan de telefoon, maar onbewust begreep hij het en daarom bleef hij staan. Die woorden komen allemaal later. Nu zijn er geen woorden. Gerard staat stil en kijkt naar de brief. Zijn arm ligt om Iris' schouder, haar hand wrijft heen en weer, heen en weer over zijn rug.
Deze podcast is gemaakt door en met Marjolijn van Heemstra en Iris van Santen. Muziek en montage: Roald van Oosten. Redactie-assistent: Anne Kuit. Eindredactie: Laura Stek. Als geschiedenis in je opstaat is een podcast van de VPRO, OVT, de NPO, Stichting Marjolijn van Heemstra en het Rijksmuseum, met steun van DutchCulture.