'Trots op de boer' is er ongetwijfeld weer te lezen op de spandoeken bij de demonstratie van de agrariërs in Den Haag. Maar trots op welke boer eigenlijk? Op de eenvoudige boer uit de tijd van Ot en Sien die van het land en de dieren houdt? Het heeft er alle schijn van. Want het romantische beeld van de boer als onbedorven eerlijke sterveling, die overvraagd en gepiepeld door de machthebbers dapper voortploegt, wordt telkens ingezet. Door de agrarische sector zelf en door haar politieke vrienden als de BBB.
Maar waar komt dat romantische beeld van de boer vandaan? En waarom voelen juist nu, vlak voor de verkiezingen, zoveel mensen in de provincie er zich door aangesproken. Cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers en literatuurwetenschapper Esther Peeren zijn te gast.
Ze zijn er uit. De PVV, NSC, VVD en BBB zijn na maanden formeren samen tot een regeerakkoord gekomen. Naast migratie en bestaanszekerheid is ook landbouw een groot thema. Zo staat er dat boeren gekoesterd moeten worden omdat ze belangrijk zijn voor het Nederlandse cultuurlandschap en onlosmakelijk onderdeel zijn van onze Nederlandse cultuur. Kortom, boeren horen bij Nederland.
Maar klopt het romantische beeld dat we van de Nederlandse boeren hebben nog wel?
Eerder spraken we hierover met cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers en literatuurwetenschapper Esther Peeren.