Het ooit beroemde Amsterdamse Hotel Schiller, zijn naamgevende uitbatersfamilie, haar kunstzinnige clientèle en de periode van het interbellum komen tot leven in een achtdelig radiodrama, te beluisteren in HoorspelHalfuur.

Podcast: Hotel Schiller

De afleveringen zijn iedere vrijdagavond te horen in het Hoorspel Halfuur op NPO Radio 1.

Abonneer je snel om niets te missen via iTunes, ►RSS-feed, Stitcher of luister via deze pagina.

Bij Schiller denken we aan de Duitse schrijver, het hemd met open kraag, en aan het gelijknamige hotel aan het Amsterdamse Rembrandtplein, althans aan zijn roemruchte geschiedenis als pleisterplaats voor de artistieke beau monde tussen de beide wereldoorlogen. Tegenwoordig heet het hotel officieel NH Schiller en geniet het enige bekendheid omdat Humberto Tan vanhieruit zijn talkshow RTL Late Night presenteert. Aan het verleden herinneren in de brasserie van het hotel vooral de 350 kunstwerken uit de nalatenschap van Frits Schiller, die portretten van bekende gasten schilderde, naast stillevens, landschappen en stadsgezichten van Amsterdam.

In 1886 begonnen Georg en Auguste Schiller, immigranten uit Beieren, op het Rokin het bierhuis 'De Kuil van Schiller', waar ook Bratwurst werd geserveerd en Georg liederen van Wagner en Mahler ten gehore bracht, waardoor de eigenaar en zijn etablissement al snel een artistieke reputatie kregen. Die werd ook gehandhaafd in Café du Parc aan het Rembrandtplein, dat Georg zes jaar later voor zeshonderd gulden overnam. Maar hij wilde meer: een eigen hotel met de familienaam op de gevel, zoals bij die andere immigrant, Adolph Wilhelm Krasnapolsky op de Dam. Georg deed daarom zijn zoon Frits bij Krasnapolsky in de leer, om er de kunst van het hotelwezen af te kijken. Hij kocht een paar zwaar verwaarloosde panden aan het Rembrandtplein en begon een hotel.
 

gangmaker

Toen hij in 1907 onverwacht overleed, werd jongste zoon Hein voor de keus geplaatst of hij zijn vaders erfenis, een familiehotel, wilde aanvaarden. Frits namelijk had weliswaar hotelervaring opgedaan, maar de horeca vaarwel gezegd en was gaan schilderen en studeren aan de Rijksacademie, terwijl zijn zus Elsa (vernoemd naar de Elsa uit Wagners opera Lohengrin) in een huwelijk was gevlucht en naar Berlijn uitgeweken. Hein, volgens zijn vader weinig getalenteerd maar wel plichtsgetrouw, wist Frits toch over te halen om het hotel voort te zetten, later geholpen door Elsa die na haar scheiding uit Duitsland was teruggekeerd. In 1913 werd aan het Rembrandtplein het nieuwe, in art deco-stijl gebouwde hotel-café-restaurant Schiller geopend, dat zeventig kamers telde, mét cv en warm en koud stromend water, waarvan twintig met bad en toilet – toen een luxe. Ernaast werd in 1921 de Schillerbar gevestigd. Bar en hotel werden in het interbellum trefpunt van de hoofdstedelijke fine fleur.

'Het trok kooplieden, advocaten, doctoren, artiesten, mensen uit de politiek, journalisten. We hebben er nooit iets bijzonders voor gedaan, ze voelden zich hier blijkbaar thuis', aldus Frits Schiller, die in 1971 overleed. Hij was getrouwd met actrice Corry Italiaander en trad in het hotel op als geliefd gastheer en gangmaker. Bij Schiller wilde men in de jaren twintig en dertig kijken en bekeken worden: onder de kunstenaars en artiesten die Schiller frequenteerden waren Fien de la Mar en vader Nap, Louis en Heintje Davids, Jean-Louis Pisuisse en eega Jenny Gilliams (in 1927 werden beiden op het plein doodgeschoten door een jaloerse minnaar die vervolgens zelfmoord pleegde), de schilders Breitner en Sluyter, documentairemaker Joris Ivens, beeldhouwers Hildo Krop, Leo Gestel en Ossip Zadkine, en graficus Henri Pieck (tweelingbroer van Anton). Sommigen, onder wie Heijermans en Breitner, hielden er een aantal jaren zelfs permanent verblijf.

staking

Frits Schiller koesterde zijn 'vergoddelijkte en verheerlijkte bohemiens' en werd op zijn beurt tot 'Koning van het Rembrandtplein' uitgeroepen. Over de gloriejaren deden later veel kleurrijke verhalen de ronde, maar volgens Frits' zoon Paul werkten ze intussen hard: 'Was er een kamermeisje ziek, dan ging tante Elsa zelf de kamers doen, als directrice de wc-potten schoonmaken. Zo zaten de Schillers in elkaar.' Evengoed ging het personeel in staking onder leiding van ober John Eijlders (die later aan het Leidseplein café Eijlders begon), waarna de Schillers zelf de taken van het personeel overnamen. In de jaren dertig kreeg ook Schiller te lijden onder economische crisis en oorlogsdreiging. Vluchtelingen uit Duitsland en Oost-Europa namen de plaatsen van de vaste gasten in. Na de Duitse inval in 1940 werd het hotel gevorderd door de Duitsers, die weliswaar betaalden voor het logies – anders dan in de crisisjaren dertig zat het nu vol – maar het hotel ook grondig uitwoonden. Frits Schiller bleef met zijn gezin boven de Schillerbar wonen, die geopend bleef. Na de bevrijding huisden er Canadese militairen. In de jaren vijftig ging het hotel na een grondige modernisering weer open, maar de artistieke hoogtijdagen keerden niet terug – het Joodse hart was uit Amsterdam weggevaagd. Wel mocht journalist Jan Vrijman in 1955 uit de mond van Karel Appel, die toen in Parijs verbleef maar regelmatig in het Schiller logeerde, diens beroemde uitspraak 'Ik rotzooi maar zo'n beetje an' optekenen.

Sinds 1970 is Schiller geen familiehotel meer; het werd verkocht aan de N.V. Caransa en Co, werd overgenomen door de Krasnapolsky Group en is nu in handen van een Spaanse hotelketen. Het is desondanks nog steeds een bijzonder hotel, maar niet langer een plek waar artistiek Amsterdam zich verzamelt. Sinds 1970 is er ook geen vrije doorgang meer tussen hotel en de naastgelegen Schillerbar, nu Café Schiller, waarvan overigens het unieke art-decointerieur behouden bleef.

Hotel Schiller

Het achtdelige VPRO-radiodrama Hotel Schiller (tekst en regie Marjolein Bierens) verhaalt de familiegeschiedenis van de Schillers, het hotelbestaan tussen de beide wereldoorlogen en de algehele sfeer van het interbellum. De reeks begint in de jaren vijftig, waarin de Schillers – Frits, Hein, Elsa en Corry – teruggaan naar het afgetakelde hotel en terugblikken, onder meer via monologue intérieur, op hun verleden en onderlinge relatie. De stemmen van de hoofdpersonen worden verzorgd door onder anderen Marcel Hensema, Anneke Blok, Sanne Wallis de Vries en Harry van Rijthoven.

Op vpro.nl/hotelschiller staat een interactieve illustratie, waarop meer informatie over de hoofdpersonen, filmpjes en geluidsfragmenten.