De Turkse overheid ruimt in een razend tempo het puin op om de ramp zo snel mogelijk achter zich te kunnen laten. De verkiezingen staan voor de deur. Bouwbedrijven beleven gouden tijden.
Voor de bewoners gaat het allemaal te snel. Frontlinie volgt de Turks-Nederlandse schrijfster Meltem Halaceli die vanuit Hengelo naar het gebied is gereisd. Haar familie is dakloos geworden en zij hoopt hen aan een woning te helpen.
Huizenprijzen zijn verdubbeld, makelaars verdienen aan de enorme instroom van woningzoekenden, maar niemand gelooft hun verkooppraatjes nog.
De aardbeving heeft een ware volksverhuizing op gang gebracht. Turkse aardbevingsslachtoffers, maar ook de vier miljoen vluchtelingen uit de Syrische burgeroorlog die in Turkije werden opgevangen, zoeken allemaal nieuw onderdak.
De aardbeving heeft een breuk veroorzaakt in de twaalf jaar durende Turkse gastvrijheid voor hun buren. Tegelijkertijd zijn er grote zorgen over wat er nu gebeurt er met de eeuwenoude stad Antakya. De stad was niet alleen thuis voor Meltems ouders en grootouders maar ook voor Joden, christenen, alevieten en Arabieren.
Het verwoeste zuiden van Turkije is na de aardbeving een landschap vol leugens, waarin het wantrouwen regeert.