Bram Vermeulen reist langs de oude frontlinie van een vergeten oorlog, in het achterland van de duurste stad ter wereld. Wat merkt de rest van Angola van de olie-en diamantendollars die naar Luanda stromen?

Elmar Veerman

Het is de duurste stad ter wereld. Een twee- of driekamerappartement huren kost je hier al snel zes- of zevenduizend Amerikaanse dollar per maand. New York? Nee, Luanda, de hoofdstad van Angola. De wolkenkrabbers schieten hier de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond en langs het water ligt een fonkelnieuwe promenade. Bram kijkt er zijn ogen uit. Wat een verschil met zes jaar eerder!

Angola was kortgeleden nog een straatarm land, verwoest door een burgeroorlog die begon toen het land in 1975 onafhankelijk van Portugal werd en die eindigde in 2002. Nu stroomt het oliegeld binnen, en ook diamanten brengen geld in het laatje. De economie groeit met sinds het einde van de gevechten met ruim 11 procent per jaar. In het centrum van de hoofdstad is dat dus duidelijk te zien, maar hoe zit het met de rest van het land?

Het treinspoor ligt er in elk geval mooi bij. Helemaal hersteld, met dank aan China. En een treinpassagier vertelt Bram dat Angola nu een nieuw land is, zij het in een embryonale fase. En inderdaad, overal zijn nog sporen van de burgeroorlog te zien: een verroeste tank, een ontspoorde trein, talloze ruïnes vol kogelgaten. Mijnenvelden die centimeter voor centimeter ontdaan moeten worden van hun explosieve lading. En slachtoffers van het geweld, die ledematen missen.

marxisten

De oorlog werd uiteindelijk verloren door Unita, een beweging die met steun uit Zuid-Afrika en de VS streed tegen de marxistische regering van de MPLA, toen hun leider Jonas Savimbi werd gedood. Toch heeft Unita in de stad Huambo, waar Savimbi woonde, nog veel aanhangers.

Unita heeft de oorlog niet echt verloren, vindt een van hen. ‘Want Unita stond altijd voor een vrije markteconomie en vrije verkiezingen. De MPLA wilde iets anders. En wat zien we vandaag?’ Precies: een land waar de vrije markt heerst, en democratie. Unita heeft in zekere zin dus toch gewonnen.

Eind goed, al goed? Daar valt wel wat op af te dingen. Slechts 20 procent van de bevolking profiteert van de nieuwe rijkdom, vertelt de broer van de beroemde dokter David Bernardino, die in de oorlog werd vermoord. De rest van de mensen is arm en woont bijvoorbeeld in krottenwijken, of schamele hutjes op het platteland.

Het leven is hier hard, zeggen ook de jonge spelers van een voetbalteam. Ze hebben elk maar één been, dus dat maakt het extra lastig om werk te vinden en meiden te versieren. Maar het heeft geen zin om wrok te koesteren, vindt een jongen. ‘Ik zal moeten leven zonder dat been, en de dingen doen die ik wél kan.’

uit welk boek leest Bram voor?

In deze aflevering leest Bram een kort fragment voor uit een boek, maar hij vertelt er niet bij welk boek dat is. Dat is Tijgerbaai van Pedro Rosa Mendes (uitgeverij Van Gennep, vertaling Harrie Lemmens, 2003). Wie meer over dat boek wil weten: 

In 1997 begon Pedro Rosa Mendes aan een onmogelijke reis; een tocht over land dwars door het Afrikaanse continent, van Angola naar de kust aan de andere kant, in de voetsporen van de negentiende-eeuwse ontdekkingsreizigers Capelo en Ivens. Ruim een eeuw en vele oorlogen later, over kapotte wegen en met mijnen bezaaide velden. Dit boek is niet alleen een verslag van dat waagstuk, het is opgebouwd rond verhalen, veelal in de eerste persoon, van de buitengewone personages die Pedro Rosa mendes ontdekte. Anonieme helden, bewoners van de grenzen van het leven,en ook monsters, vreemde monsters die een nieuwe lading geven aan de aan de verschrikking in haar uitgestrekte spookgebied.Een boek dat de reisliteratuur geheel vernieuwt. En grote literatuur.

 

meer van Bram Vermeulen