Als Bram hem interviewt, klinkt Julius Malema alleszins redelijk. Blanke boeren hoeven niet bang te zijn, zegt de politicus die na een carrière in regeringspartij ANC voor zichzelf is begonnen. Hun kennis is heel waardevol. Hij wil alleen wel via verkoop zorgen dat veel meer land in handen komt van zwarte boeren.
Op het podium klinkt Malema toch net even anders. Hij roept bijvoorbeeld: Als we moeten sterven om ons land op te eisen, dan is dat maar zo. Of zelfs: Shoot to kill! Kill the boer! Hij geeft een stem aan de frustratie die veel zwarten hebben. Twintig jaar na de afschaffing van de Apartheid lijkt op het platteland nog maar weinig veranderd. Bijna al het land is in handen van blanken. Hoe denken die daar zelf over?
In een dorp waar Bram vaker is geweest, is de sfeer verbitterd. Er is net een overval geweest, de zoveelste. Iedere boer heeft hier vuurwapens, hoge hekken en stalen deuren. En er wordt ’s nachts gepatrouilleerd. Zijn de boeren het slachtoffer van gewone criminaliteit, of zijn dit bewuste pogingen ze van het land te jagen waarop ze al generaties lang wonen?
Zelf zijn ze overtuigd van het laatste. Een boerin: ‘Ze willen ons bangmaken. Ze breken in en wachten tot je thuiskomt. Dan schieten ze de man neer en verkrachten de vrouw.’ Maar aan emigreren denken deze boeren niet. Ook niet na een gewelddadige overval: ‘Ik ben hier geboren en ik zal hier begraven worden.’