Wie kent hem niet: het monster van dokter Frankenstein. Mary Shelley schreef in 1818 al het beroemde verhaal over de gestoorde professor die lichaamsdelen van overleden personen aan elkaar naaide en tot leven wekte. In 1931 werd dit verhaal verfilmd waarin het monster tot leven werd gewekt met stroom van een bliksemschicht. Het experiment was gelukt, maar de lokale bevolking was minder enthousiast dan dokter Frankenstein zelf.
Kun je een lichaam dat bestaat uit onderdelen van verschillende lichamen tot leven wekken?
In deze rubriek nemen we elke week een toekomstbeeld van een science-fiction film onder de loep: is de futuristische technologie in de film nog steeds fictie of is het inmiddels werkelijkheid geworden?
Deze week: de levende dode, aan de hand van Frankenstein.
Frankenstein (James Whale, 1931)
uitleg
Het idee van het monster van Frankenstein is nog altijd in trek, zo blijkt uit het kunstproject van Floris Kaayk over het modulaire lichaam. Het combineren van levende lichaamsonderdelen zou problemen opleveren omdat vreemde lichaamsonderdelen elkaar zullen afstoten. Er zijn methoden om dit in zekere mate mogelijk te maken, maar dat gaat ten koste van het immuunsysteem. Zelfs al zou dit lukken, dan is het tot leven wekken van een dood lichaam (of eigenlijk meerdere onderdelen van dode lichamen) nog een probleem. In de Hollywood film Frankenstein wordt het monster met hoge voltages tot leven gewekt. Hoewel een hart wel opnieuw kan kloppen door stroomstoten het lichaam door te sturen, is het niet mogelijk dit te doen bij een lichaam dat al uren dood is. Mochten we een lichaam willen samenstellen uit losse onderdelen, dan bieden varkens-chimeren wellicht nog een uitkomst. Het tot leven wekken van aan elkaar genaaide verschillende lichaamsonderdelen is echter fictie.