Maartje Duin: Hoe zouden we nou die polarisatie, hoe zouden we dat nou tegen kunnen gaan, denk je?
Peggy Bouva: Ja, hoe zou je dat tegen kunnen gaan? Om eerlijk te zijn denk ik dat je dat niet tegen kan gaan. Het wordt besproken....
Gesprek
Na hun Surinaamse reis valt de Nederlandse realiteit Peggy en Maartje rauw op het dak. Ruim anderhalve eeuw na de afschaffing van de slavernij is anti-zwart racisme nog steeds niet uit de samenleving verdwenen.
Op deze pagina vind je naast de podcast, een transcriptie, zodat je met of zonder de aflevering deze rustig door kan lezen.
Maartje Duin: Hoe zouden we nou die polarisatie, hoe zouden we dat nou tegen kunnen gaan, denk je?
Peggy Bouva: Ja, hoe zou je dat tegen kunnen gaan? Om eerlijk te zijn denk ik dat je dat niet tegen kan gaan. Het wordt besproken....
Gesprek
Peggy: Ik denk dat in 25 procent, max 30 procent van de steden we enigszins tegemoet worden gekomen. En in 70 procent helemaal niet. Maar als je dan ook in gesprek gaat, dan bemerk je ook dat er totáál geen begrip en inlevingsvermogen is. Dat zit er niet in en dat ga je er ook echt niet in krijgen. Sterker nog, ik denk dat de weerstand alleen maar groter wordt.
Noraly: Is iedereen er?
Peggy: Eigenlijk, als ik diep in mijn ziel kijk, ben ik echt doodongelukkig in Nederland.
Noraly: Als vanzelf zijn jullie gaan zitten, de Bouva’s aan deze kant en de van Lyndens aan deze kant.
Karwan Fatah Black: Als je je familieleden zover krijgt, dat zij zeggen van ja, inderdaad, die erkenning… dat is echt niet minder dan revolutionair in Nederland.
Rob van Drie: Dat hij geen Europese roots heeft en jij wel, zo’n twintig procent.
Maartje: Oh, heeft oom John geen Europese roots?
Peggy: Nee, klopt.
Maartje: Maar is dit hele project niet ook een beetje een illusie? Dat vraag ik me wel eens af.
Peggy: Dag Rob, alles goed?
Rob: Ja prima, alles goed ja.
Peggy: Heb je mijn bestanden ontvangen?
Rob: Ja, ja. Interessant.
Telefoongesprek
Peggy: Ik vond het wel mooi om te zien dat ik Kameroen en Congo dat ik dat eh, overeenkomst heb met oom John. Nigeria, Benin Togo..
Rob: De toewijzing van verschillende regio’s binnen Afrika is heel erg grof, daar kun je eigenlijk niet op varen.
Maartje: Hoe zit dat dan?
Rob: Dat heeft te maken met migratie die veel verder teruggaat. Als je kijkt hoeveel voorouders je hebt uit die tijd dat de slaven naar Suriname gekomen zijn, heb je in die generatie zoveel voorouders, dat zijn er tientallen, die allemaal van verschillende plekken in West-Afrika kunnen komen.
Peggy: Klopt.
Rob: Je kunt niet zeggen, je kunt ‘t terugleiden naar één stam of één volk.
Peggy: Wat ik heb begrepen is dat bepaalde segmenten worden gevonden in mijn DNA, die dan weer overeenkomen met de segmenten die worden gevonden in dat gebied.
Rob: Ja, maar dat gebied zelf is vaak ook een soort smeltkroes.
Peggy: Ja...
Maartje: Waarom staat op die tests dan toch wel zo specifiek het land vermeld?
Rob: Nou, omdat de klant dat graag wil horen.
Rob : Als je jou vergelijkt met John, zie je dat hij geen Europese roots heeft, en jij wel, zo’n twintig procent.
Maartje: Oh, heeft oom John geen Europese roots?
Peggy: Nee, klopt.
Maartje: Oh? Dan is de hele link met Bouffaré... klopt niet
Peggy: Ja, je zet daar dan wel je vraagtekens bij…
Rob: Nou, de kans is wel kleiner geworden.
Peggy: Als ik naar oma Matje kijk en naar opa, denk ik niet dat daar Europees bloed... Nee dat denk ik niet.
Tante Joyce: Dat de vorige Bouva’s licht van kleur waren…
Peggy: Dat is zo’n beetje waar je dan over in het duister tast en wat ik best wel moeilijk vind.
Rob: Je hebt 24 matches die in Frankrijk wonen.
Peggy: Klopt.
Rob: Dus je zou contact met ze kunnen zoeken en vragen of zij wortels in Normandië hebben.
Peggy: Ja.
Rob: Om te beginnen.
Maartje: Hoeveel is het jou waard om te weten of je van Bouffaré afstamt
Peggy: Ja, ik vind het wel belangrijk om het te weten, als we erachter kunnen komen met documenten en andere feitelijke informatie, maar ja, ik hoef niet per se eh…. ehm… (stilte) ehm.. Ja. Ik weet het niet.
Muziek
Maartje: Ja. Je zou ook...
Maartje: Je zou ook meer kunnen uitzoeken hoe het ging met die naamgeving, en of het vaker gebeurde dat mensen naar administrateurs of directeuren werden vernoemd en hoe groot dan de kans was dat dat ook bloedverwantschap was. Want misschien was dat helemaal niet zo.
Peggy: Ja. Ik hoop eigenlijk op documenten te stuiten waarin daar iets over wordt verteld. Ja.
Peggy: Omdat ik werkelijk voel en ervaar dat Europa niet mijn thuis is. Dus ik kan hier werken, ik kan hier met een ieder omgaan. Maar eigenlijk, als ik diep in mijn ziel kijk, ben ik echt doodongelukkig in Nederland.
Maartje: Ja?
Peggy: Ja. Echt waar.
Maartje: En waar zit ‘m dat dan in?
Peggy: Ja, het is gewoon een hele koude en kille maatschappij. Een keiharde maatschappij. Die wel heel wat dingen goed heeft georganiseerd en geregeld. Maar het is niet warm of zo. Ik eh… Nee. Ik ben hier niet thuis. Nee.
Maartje: En is dat de laatste jaren meer geworden?
Peggy: Ja. Het wordt met het jaar erger. Ja. Dat ik echt denk: misschien moet ik gewoon maar gaan solliciteren en vertrekken. Misschien moet ik dat gewoon doen.
Peggy: Die groep, die zit natuurlijk in een bepaalde positie, die heeft een bepaalde klasse bereikt, die wil dat natuurlijk koste wat het kost behouden. Dus die heeft op zich wel oren naar mensen die wat in te brengen hebben met betrekking tot economische welvaart, maar daar waar het gaat om sociale aspecten, vinden ze het gewoon minder belangrijk.
Maartje: Maar denk je niet dat we bewegen richting een meer gedeeld verhaal? Dat is mijn, misschien een beetje naïeve, hoop. Maar...
Peggy: Een gedeeld verhaal is mooi, maar op het gebied van beleid zal er botweg het besluit worden genomen van: hoezo gedeeld verhaal, de andere groep is te klein. Dat wordt nu toch ook gezegd? Waarom zouden wij überhaupt die stem horen? Hoeveel zijn het er eigenlijk?
Thierry Baudet: Homeopathisch te verdunnen, met alle volkeren van de wereld, zodat er nooit meer een Nederlander zal bestaan...
Muziek
Undercover journalist: … en ik heb liever ook geen allochtonen in mijn huis. Klinkt misschien gek om te zeggen maar…
Makelaar: Nee, dat mag je gewoon zeggen hoor.
Voetballer: Eerst was het k*zwarte, toen k*neger, toen werd het k* katoenplukker, zwarte en hè... enzovoort.
Journalist: Heeft u een boodschap voor Jerry Afriyie?
Man: Dat hij de kanker kan krijgen. En dood moet gaan
Journalist: Maar kan ook gezegd worden dat afgelopen weekend de samenleving niet in staat is om dit op te lossen?
Premier Mark Rutte: Natuurlijk is de samenleving daartoe in staat, dit is het mooiste land van de wereld.
Albertine Duin - van Lynden: Ik vind het geen goed woord.
Albertine: Je slaat alles ermee dood.
Maartje: Ja, maar ja…
Albertine: Ja, de discussie is gesloten als je iemand voor racist uitmaakt. Kun je beter niet doen, vind ik.
Peggy: Ik zie het dagelijks om mij heen. Ja. Ik functioneer op mijn werk omdat ik me dat niet per se persoonlijk aantrek. En natuurlijk heb je ook wel je momenten dat het je emotioneel wel degelijk raakt hoe iemand praat over de geschiedenis.
Maartje: Nou, ik moet zeggen dat ik dat nog niet heel veel heb gezien bij jou.
Peggy: Ja, ik heb ook gemerkt, bij het terugluisteren van de gesprekken, dat ik denk van: hee, ik kan af en toe eigenlijk best wat hardere uitspraken doen. Waar ik dat stukje vertel over ‘familieleden hebben gewerkt op de plantage’. Gewerkt? Als je werkt, krijg je betaald. Ze zijn uitgebuit, jaar in jaar uit, ruim 300 jaar of langer.
Maartje: Als ik een zwarte journalist zou zijn geweest zou je anders hebben gepraat?
Peggy: Ik denk dat je onbewust… ik denk dat ik onbewust misschien toch wel wat voorzichtiger ben geweest met mijn uitspraken. Het was een eerste kennismaking, dus ja… dan ben je toch wel wat voorzichtiger. En nu, als ik het terug hoor, denk ik: nee. Waarom moeten wij voorzichtig zijn in onze uitspraken? Dit is wat het geweest is.
Stephan Sanders: De zwarte moet altijd twee levens leiden: dat van de zwarte en van de blanke. Want die moet weten hoe die blanke meesters met hem omgaan en wat ze van hem verwachten. Dus die white consciousness is bij blacks altijd aanwezig.
Maar een black consciousness bij white is helemaal niet aanwezig, want die noodzaak is er nooit geweest. Ze hebben nooit een zwarte meester gehad.
Geroezemoes, geluid van een bel.
Burgemeester Halsema: Ik heropen deze vergadering en ik zou als eerste willen voorstellen: de heer Blom.
Simion: Voorzitter. Excuses en de woorden die daarmee gepaard gaan, een formele erkenning van een ernstige historische misstand, hebben grote kracht. Formele excuses wissen de misdaden en het gedane onrecht niet uit, maar ze verheffen de Amsterdamse samenleving en het is een noodzakelijke stap in het verder onderwijzen van ons geweten. Dank u wel voorzitter.
Burgemeester Halsema: Dank u wel.
Burgemeester Halsema: En ik zou degenen die behoefte hebben om een gesprek te voeren nogmaals willen verzoeken om dat in de koffiekamer te doen.
Burgemeester Halsema: Mevrouw Nanninga.
Annabel Nanninga: Het aanbieden van excuses voor een historische misstand waarvan daders noch slachtoffers meer in leven zijn, dat is een voorstel dat even absurd als schadelijk is. En dan zou je kunnen zeggen: ach, maak gewoon die excuses, baat het niet dan schaadt het niet. Maar voorzitter, excuses verdelen. Linkse morele zelfkastijding is neerbuigend naar de afstammelingen van slaven en zadelen de afstammelingen van slavendrijvers op met zinloze schuld.
Burgemeester Halsema: Meneer Flentge.
Raadslid: Heeft u op een of andere manier kennis genomen van hoe daar in de Surinaamse gemeenschap naar gekeken wordt, en dat wellicht excuses aanbieden voor die groep een erkenning zou kunnen betekenen?
Burgemeester Halsema: Mevrouw Nanninga.
Nanninga: Dat mag zo zijn, en ik ken zeker die geluiden in de samenleving, maar als mensen die nu nog leven daar zo’n last van in hun leven hebben dat een excuus van een stel wildvreemden in de gemeenteraad hun persoonlijke leven beter maakt, ik weet niet of dat gezond is. En nee, dat is voor ons geen reden om ons standpunt te wijzigen.
Simion: … Ik heb het liefst natuurlijk dat de hele gemeenteraad voor stemt, en ik zie eigenlijk nog wel een opening bij de VVD. Omdat je dan ook aangeeft dat het erkennen van dat verleden niet per se iets hoeft te zijn van links.
Maartje: Denk je dat als Amsterdam excuses aanbiedt, Den Haag snel volgt? Ik bedoel landelijk, het rijk?
Simion: Nou, laat dit een inspiratie zijn.
Maartje: Je moet verder, volgens mij?
Simion: Ja…
Maartje: Het volgende agendapunt… Discriminatie op de arbeidsmarkt.
Simion: Er is veel te doen.
Peggy: Maar dan denk ik bij mezelf: waarom? Ik zit niet thuis op de bank, ik vraag geen uitkering aan, ik houd m’n handje niet op, voor niemand, dus in hoeverre kun je daar dan nog over spreken?
Oom Kenneth: Het is heel moeilijk…
Oom Kenneth: Voor de slavernij. Maar ikzelf zie het somber in. De Nederlanders zullen altijd redeneren van: kijk, ik ben niet verantwoordelijk voor wat mijn voorouders gedaan hebben.
Maartje: Vindt u wel dat er verontschuldigingen zouden moeten komen?
Oom Kenneth: Dat vind ik wel.
Maartje: En van wie zouden die verontschuldigingen moeten komen, vindt u?
Oom Kenneth: Van de Nederlandse regering.
Maartje: Niet van individuele nazaten?
Oom Kenneth: Ook. Ook. Want hun waren de plantage-eigenaren.
Maartje: Ik ben een nazaat van voormalige slaveneigenaren. Zou het u iets waard zijn als ik verontschuldigingen aanbood?
Oom Kenneth: Jawel. Zeker. Het zou me wel wat waard zijn, natuurlijk.
Maartje: Ja?
Oom Kenneth: Want ja, het zijn geen goede dingen die gebeurd zijn. En kijk…
Oom Kenneth: Als je erover praat, ja, jij bent een nazaat, ik ben een nazaat, als je erover praat dan kom je erover uit. En dan heb je meer respect voor elkaar, dan als je het blijft laten hangen. Dat ik denk: ach, die slavendrijver, of jij denkt van: ach, die zwarte. Als ik zie, dat iemand vanuit Nederland hier naar Suriname toekomt, om een beetje spijt te betuigen van wat haar voorouders hebben gedaan, dan vind ik het goed. Want het hoeft niet, je had gewoon in Nederland kunnen blijven in elk geval ja. Je had kunnen denken: laat ze maar stikken in Suriname. Slavernij of geen slavernij, zo had je ook kunnen denken.
Muziek
Armand Zunder: We want reparations!
Armand: In de eerste plaats gaat het om excuses die de Nederlandse regering moet aanbieden voor de misdaden tegen de menselijkheid die zijn begaan in de koloniale tijd. Met name ook de revenuen daarvan, er zijn miljarden uit Suriname gehaald, en de Surinaamse economie is in uitgemergelde toestand achtergelaten.
Maartje: En op welk bedrag kwam u uit?
Armand: Nou, ik kwam op een bedrag uit van zo’n 65 miljard euro. Dat is een heel gering bedrag omdat je mensenlevens niet in geld kan uitdrukken. Er zijn verschillende methodes, hoor, voor zo’n berekening. Je zou bijvoorbeeld ook de niet betaalde lonen, de net present value daarvan kunnen berekenen. Dan kom je waarschijnlijk op een veel en veel hoger bedrag.
Armand: En u komt nu met een familielid van u die weinig heeft geïnvesteerd - want het was een belegging - en die dus ook onderdeel ervan is geweest? Ik kan u zeggen dat duizenden Nederlanders geprofiteerd hebben van de slavernij, scattered all over the place.
Armand: Ik vind het romantiseren van het gruwelijke slavernijverleden. Als u naar mij zou komen en u biedt uw excuses aan etc. etc. Ik zou zeggen: waarom kom je mij excuses aanbieden?
Ga excuses aanbieden aan die mensen die nu nog steeds in dezelfde krottenwijken leven. Die hebben er misschien wel wat aan. Alhoewel ik de toegevoegde waarde niet zie, want ga je hun een bijdrage leveren om uit hun ellendige situatie te komen? Het punt is dus dat die middelen gewoon te beperkt zijn voor één persoon om te zeggen van ja, je gaat tien families ondersteunen. Nee. Laten we het collectief doen, op het niveau van de regeringen.
Armand: … en dan interesseren voor een reparatieprogramma.
Maartje: Dat is de enige manier?
Armand: Dat is de enige succesvolle manier. Ik denk dus dat ik al genoeg heb gesproken, u hebt mijn standpunten gehoord. En eh, maakt u uw radioprogramma.
Maartje: Ja.
Karwan: Er is een verschil tussen jouw familieleden en de nazaten van voormalige slaven. Een verschil in opleidingsniveau denk ik, een verschil in welvaart, een verschil in toegang tot politiek. En dan kun je zeggen: ja, verschillen zijn er nu eenmaal. Maar de achterstelling van de een is wel het resultaat ook van het voorrecht van de ander.
Karwan: Ik denk niet dat we moeten onderschatten hoeveel het betekent dat 150 jaar later mensen nu zeggen: dat was niet OK.
Maartje: Maar daar gaat het om?
Karwan: Het was niet alleen niet OK op dat moment, maar het was ook niet OK dat we dat 150 jaar lang niet hebben willen horen of willen weten. En als dat nu vandaag betekent dat van jouw familie de nazaten allemaal een tientje van een fonds of een slavernijmuseum vriendenvereniging stoppen, dan help je toch die cirkel rond te maken. Dat lijkt me een mooi gebaar.
Karwan: Als je je familieleden zo ver krijgt om dit te erkennen, dat is echt niet minder dan revolutionair in Nederland.
Peggy: Als zij hebben de eigenaren hebben afgekocht, is voor mij de eerste stap de overheid. Want jouw familieleden hebben ook belasting betaald aan de overheid.
Maartje: Stel nou dat we daar… in ieder geval...
Peggy: … een bijdrage aan zouden kunnen leveren.
Maartje: … ja, het denken daarover kunnen oprekken. Van OK: er is eigenlijk nooit rekenschap over afgelegd. En stel dat ik inderdaad bij mijn familie met de pet rond zou gaan. Wat voor gevoel zou jou dat dan geven?
Peggy: Ja, dat hangt ervanaf wat het doel is.
Maartje: Nou ja, wij gaan natuurlijk niet het doel bepalen. Lijkt mij.
Peggy: En wie bepaalt dan wel het doel?
Maartje: Jullie.
Peggy: Ja, de nazaten.
Maartje: Ja.
Peggy: En dan moet je daarin eerst overeenstemming vinden.
Maartje: Precies, want wat jij vindt vindt de rest van de familie misschien niet.
Peggy: Precies, en die zouden misschien iets hebben van: ik zit daar echt niet op te wachten.
Peggy: Daar waar het feit heeft plaatsgevonden, en dus in Suriname.
Peggy: Wat houd je dan nog over per persoon? Als je vindt dat het naar de nazaten zou moeten. Als je zegt ik ga het investeren in een fonds, in Suriname, die gaat ergens een bord, een houten bord waarin gegraveerd is informatie over de geschiedenis van de plantage...
Peggy: Weet je wat misschien mooi zou zijn? Als zo’n middel bijvoorbeeld zou worden gebruikt om het onderzoek vast te leggen, zodat alle nazaten het ooit een keer kunnen nalezen.
Maartje: Wat is nou eigenlijk het probleem? Waarom is zoiets als Zwarte Piet, waarom triggert dat nou zulke heftige emoties en wat is de link met dat slavernijverleden? Hoe leggen we die… die…
Peggy: Dat zou denk ik kunnen door middel van misschien een dialoog.
Maartje: Inderdaad, een dialoog tussen onze families! Zou zoiets kunnen?
Peggy: Ja! Ja, ja.
Maartje: Maar Noraly, ik zie jou, je wenkbrauwen fronsen.
Noraly: Ja…
Noraly: Ik vind dat je die twee dingen toch een beetje moet scheiden.
Noraly: Kijk, ze zijn, of ‘ze’, ik zeg het maar even zo, men is te bang om erover te praten omdat dan direct dat geld in beeld komt. En waar het eigenlijk over gaat is om het onderlinge menselijke contact, dat kan je niet afkopen met een som geld. Daarmee verander je elkaar niet.
Jessica Bouva: Dat gesprek, dat kan ik me wel voorstellen. Maar als je het over dat geld hebt, en dan zegt: dit zouden we ermee kunnen doen, dan denk ik ook gelijk: ja, maar waarom zou ik dat niet kunnen doen? Ik kan toch ook gewoon een tientje inleggen en...
Peggy: Dat heb ik ook gezegd.
Jessica: Dat voelt gelijkwaardiger.
Maartje: Ja.
Peggy: Ik zei ook tegen Maartje...
Peggy:... wat jou zodanig tot op je ziel geraakt heeft, dat jij ter plekke zegt van: Jeetje, als mijn voorouders dit hebben losgemaakt bij jou, mijn excuses, en dan gebeurt dat op dat moment en dat is op dat moment dan ook een oprecht moment van jou uit naar hem toe.
Maartje: Behalve dat ik dat niet zei.
Peggy: Nee, maar jouw hele lichaam heeft dat wel gedaan.
Maartje: Ja, ik stond te huilen.
Peggy: Ik stond naast je. Ja.
Noraly: Is iedereen er? Als vanzelf zijn jullie gaan zitten, de Bouva’s aan deze kant en de van Lyndens aan deze kant.
Steven: Het heeft wel mijn ogen geopend.
Noraly: Oh ja?
Steven: Ja, want mijn idee, en ik denk dat veel mensen het hebben, je voelt daar niet zoveel meer bij. Nou het raakt me misschien wel, maar het heeft niet zoveel met mij te maken. En dat kwam opeens zo binnen.
Noraly: Ja, ja.
Oom Godert: Sommige families zullen dat gewoon niet prettig vinden. Bijvoorbeeld van Loon, met Museum van Loon, die hebben natuurlijk toch een bepaalde naam hoog te houden. Maar die hadden natuurlijk heel veel plantages...
Marcia: Het is heel lang in Suriname zo geweest dat: blanken hebben het voor het zeggen. En je moet vooral niet laten weten dat je als zwarte goed bij kennis brengt. Dat moet je ze niet laten weten. Dus houd je je mond.
Albertine: Want?
Marcia: Ja, dan was je een bedreiging of zo.
Albertine: Ja?
Marcia: Ja.
Maartje’s tante Paulien: Maar dat is wel generaties terug.
Marcia: Nee, in de tijd van mijn ouders was dat nog heel sterk.
Hermine: Als kind heb ik wel aan m’n voorouders gevraagd, want dan zie je een blanke in je familie, dan zie je een Chinees…. en na m’n DNA onderzoek heb ik alles terug kunnen vinden.
Arthur: Bij ons is het inderdaad allemaal blank. Dus daar denk je niet eens over na.
Simion: En vaak heb je ook wel gesprekken over herstelbetalingen, geld, dat soort dingen. Maar mij gaat het vooral over: op welke manier gaan we die ongelijkheid opheffen?
Steven: Ja, ja.
Simion: Dat is voor mij de kern.
Marcia: In 1970 waren wij de eerste zwarten in het dorp.
Albertine: Ja, werden jullie bekeken?
Marcia: Bekeken...
Paulien: Aangeraakt?
Marcia: Aangeraakt, geef je niet af? Ik heb van alles meegemaakt. Ja. Ja.
Peggy: Voor mij was een van de belangrijkste doelen van de reis de stamboom compleet te hebben vanaf de eerste geregistreerde stammoeder. En die hebben we ook gevonden.
Harvey: Deze mensen waren hier alleen maar voor het geld.
Marcia: Ik ben hier eerder geweest in Museum van Loon en ik heb gezien wat de slaven hebben meegemaakt. Ik vond het zwaar om hier te zijn.
Harvey: Hoe de Bouva’s nou slaven zijn geworden, want dat weet ik nog steeds niet.
Reinoud: Nou, ik voel eigenlijk meer een algemeen schuldgevoel.
Annemarie: Maar dat moet je dan toch nu wel kwijtraken, nu je van de Bouva’s hoort dat je dat schuldgevoel niet hoeft te hebben?
Reinoud: Eh… ja.
Steven: Als ik het zo hoor, dan proef ik dat het eigenlijk dus gaat om erkenning. Maar is dat inderdaad waar het om gaat? En is dat genoeg?
Lilian: Wat voor invloed heeft het nog steeds op onze huidige samenleving? En dat moeten we stop zetten. En dat is veel belangrijker dan een schuldgevoel.
Albertine: Moet je nou ons zien zitten met z’n allen. Ik kom in mijn normale leven geen Surinaamse mensen tegen. En dat vind ik hartstikke leuk, om een leuk gesprek met iemand te hebben die ik anders nooit tegen gekomen zou worden. Laten we nou naar voren kijken. En niet die baggerput hele tijd openhouden.
Geroezemoes
Harvey: Ik ben het niet met u eens hoor. Ik ben het echt niet met u eens.
Simion: Dat is kwetsend.
Simion: Laten we vooruit kijken, die bagger niet omhoog halen, dat is kwetsend. Want aan de ene kant zitten we hier in Museum van Loon, deze familie vindt het ontzettend belangrijk om hun geschiedenis aan iedereen te laten zien. Maar als er aan de andere kant mensen zijn die ook het recht hebben om eindelijk erkenning te willen voor die geschiedenis dan mag het niet. En dat is dan weer een vorm van ongelijkheid, denk ik.
Albertine: Ik had er geen goed gevoel over. Ik vond de Bouva’s enorm overheersend.
Albertine: En ik voelde me enorm miskend door die GroenLinkser. Dat pik ik niet.
Tante Heleen: Nou ja, hij zei wat ie voelde.
Albertine: Nee, hij luisterde niet naar mij.
Burgemeester Halsema: Dan moet je met ‘m praten.
Albertine: Nee, dat ga ik niet meer doen.
Burgemeester Halsema: Oh, word je boos?
Albertine: Ja, ik ben beledigd zelfs. Ik wil niet van: wij de witten, slavernij, de zwarten…
Reinoud: Maar dat is toch een feit?
Maartje: Kom even mee, kom even mee.
Maartje: Speak your mind, Mam.
Albertine: Nou, ik ben nu anderhalf jaar in dit project betrokken geweest. Ik ben met die reis meegegaan, heeft enorme indruk op me gemaakt, vooral die ene dag dat we op die plantage waren, en dat daar pijn ligt van dat slavernijverleden, want ja, we hebben het gezien daar. Maar het gaat me er meer om dat ik me miskend voelde in wat ik zei, doordat ik me ongelukkig uitdrukte.
Simion: Ja. Maar het is voor mij wel de zoveelste keer dat ik dat hoor.
Maartje’s: Ja maar ik verander ook, in dit hele project door. Voordat ik hier kwam zei ik tegen Maartje die excuses dat hoeft voor mij niet hoor. Maar misschien dat ik nu denk van: God wat is eigenlijk de moeite. Ik bedoel, als een hele groep zich daardoor nou erkend voelt...
Simion: Ja, maar ik bedacht me dat net ook: ik ben iemand die zich hier altijd in heeft verdiept van jongs af aan, het is ook mijn achtergrond, en dan kun je ook niet meteen verwachten van iemand die er nooit echt iets mee gehad heeft, niet vanuit het onderwijs of vanuit zijn opvoeding, kun je ook niet meteen verwachten dat iemand in een paar weken…
Albertine: Nee, dat is ook een proces..
Simion: Ja.
Albertine: Dat neem je mee?
Simion: Ja, dat neem ik zeker mee.
Albertine: Fair enough.
Simion: En waarom ik dan fel ben, is omdat ik ongeduldig ben. Dus dat is het eigenlijk meer.
Maartje: Maar is dit hele project niet ook een beetje een illusie? Dat vraag ik me wel eens af.
Peggy: Illusie? Maar wat is het doel dan?
Maartje: Nou, als we ons allemaal inhouden voor elkaar... En dan gaan we naar huis en dan gaan we weer met onze eigen groep praten, en dan blijkt het allemaal veel erger te zijn. Dan blijkt mijn familie veel conservatiever en racistischer, en jouw familie veel bozer, en eh...
Peggy: Dan kom je niet echt tot de waarheid, bedoel je?
Maartje: Nee. Nee.
Peggy: Ik denk dat er verschillende manieren zijn om te laten zien welke visie je uitdraagt. En de inzet van de podcast is toenadering.
Peggy: Joany belde mij op, maandag. Peggy, ik moest je toch echt even bellen. En toen zei ze ook van ja, dat ze het toch wel heel mooi vond dat we zo in gesprek zijn gegaan met elkaar. Want zoiets is natuurlijk nog nooit voorgekomen. Dus is het wel heel bijzonder dat wij dan eh, dit hebben gedaan nu. En ik denk dat velen die wellicht met een knoop in hun maag zaten voordat ze kwamen, dat dat gaandeweg toch wel enigszins is afgenomen denk ik, die knoop. Ik denk dat de tijd rijp is, na acht generaties.
Muziek
Menigte: Black Lives Matter!
Menigte: All Black Lives Matter!
Menigte: All Black Lives Matter!
Menigte: All Black Lives Matter!
Black Lives Matter!
Mitchell Esajas: Nog nooit zijn zoveel mensen, meer dan 10.000 mensen bij elkaar gekomen in de strijd tegen racisme. In Nederland. We hebben geschiedenis geschreven.
Talkshow host 1: Bij ons aan tafel Maartje Duin en Peggy Bouva…
Talkshow host 2: We praten ook verder met podcast maker Maartje Duin en Peggy Bouva.
Journalist: Hoe beleef jij deze tijd, deze tijd wat nu aan de hand is?
Peggy: Ik vind het een tijd waarin het soms best lastig is om gesprekken te voeren met mensen die eigenlijk nu pas, dat er een bepaald bewustzijn bij hen begint te groeien. Ja. En dat mensen dan ook soms een beetje schrikken van, van, hoe je je daarbij voelt. En dat ze zich eigenlijk nooit eerder er echt bewust van zijn geweest dat je daarmee zat bijvoorbeeld. Maar ik vind het wel heel mooi. Want ja, het lijkt alsof het wel bij veel mensen nu echt gaat landen.
Simons: Ikzelf ben de mening toegedaan dat we die ervaringsverhalen nu vaak genoeg gehoord hebben, en dat het tijd is om tot actie over te gaan en het gesprek tot een volgend niveau te tillen.
Talkshow host: Waar bestaat die actie uit?
Simons: Die bestaat uit het besef dat er ruimte gemaakt moet worden.
Albertine: Dat iemand tegen mij zei: all lives matter. En dat ik denk: nee, dit gaat nu even over die achterstand die ingehaald moet worden van zwarte mensen. Daar gaat dit nu even over.
Premier Mark Rutte: Het moment dat ik mensen tegenkwam met een donkere huidskleur die zeiden - kleine kinderen - : ik voel me ongelofelijk gediscrimineerd omdat die Piet zwart is, dacht ik: dit is het laatste wat je wilt van het Sinterklaasfeest.
Premier Mark Rutte: Het is een volkscultuur, een traditie, is absoluut niet racistisch.
Clarice Gargard: Het voelde wel, dat hoorde ik ook in al jullie woorden, alsof het een soort van kantelpunt was.
Nancy Jouwe: Ja, we moeten denk ik vaststellen dat het een kantelpunt is. Dat betekent eigenlijk dat we in een historisch moment zitten.
Premier Mark Rutte: En hoe voorkomen we dat het weer leidt van: o ja, dat hebben we ook weer gehad. Dat was de zomer van 2020, weten jullie nog, toen hadden we corona, en toen hadden we de dood van George Floyd, en dat het weer weggeëbd is.
NOS: Goedemorgen. Het kabinet wil geen excuses aanbieden voor het slavernijverleden. Volgens premier Rutte ligt die geschiedenis te ver weg.
Premier Mark Rutte: Kun je mensen die vandaag leven verantwoordelijk houden voor het verre verleden?
Peggy: Eigenlijk zegt Rutte: laten we er maar niet meer over praten, en dan klaart de lucht vanzelf. Dat is weer het monddood maken van die zwarte gemeenschap. Een vorm van verwurging. En ik denk dat de demonstraties tot nu toe vrij gemoedelijk zijn verlopen. Maar ik denk dat dat ook wel een hele andere wending zou kunnen krijgen.
Maartje: Als er niet wordt geluisterd?
Peggy: Als er niet wordt geluisterd, ja.
Maartje: Denk je dat Mark Rutte deze podcast luistert?
Peggy: Ik hoop het. We kunnen het toch gewoon opsturen? (lacht)