Vader Melvin en moeder Mandy staan in de ereloge van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Zo trots als een pauw, natuurlijk, op twee sprintende dochters. Allebei vlug als water.
Terwijl Naomi (23), de oudste van de zussen Sedney, zich vlak voor de finale langs de rand van de baan op de grond vleit als een soort jachtluipaard, hupst de jongste van de twee (16) als een dartelend hert in het rond op de tribunes. Kletsend hier en daar. Afleiding zoekend bij haar vriendje, spelend met een fotocamera.
Moeder Mandy staat erbij en kijkt ernaar: ‘Naomi weet dat ze nu het beste energie kan sparen. Zij woont op Papendal, zit in het Nederlands estafette-team en is fulltime met atletiek bezig. Daardoor is ze al een paar stappen verder als topsporter. Toch is Zoë ook heel erg gedreven. Ze weet wat ze ervoor moet doen. En vooral wat ze ervoor moet laten. Ze gaat bijvoorbeeld iedere avond om tien uur uit zichzelf naar bed, daar hoef ik nooit om te zeuren. Best bijzonder voor een meisje van zestien.'