Charles Darwin heeft vijf jaar over de oceanen gevaren, maar is er nooit echt ingedoken. In zijn tijd deed eigenlijk niemand dat; zee was zee en daar zat vis in. Punt.

Twee eeuwen later is dat met die vis steeds meer de vraag en beginnen we eindelijk een beetje te beseffen hoe belangrijk de oceanen voor ons zijn. In die oceanen, helaas, is het een zootje: behalve rampen met olieplatforms drijven er hele plastic eilanden in rond, 'ter grootte van Portugal, Spanje en Frankrijk samen' - maar moeten we dat geloven?

Voor vertrek hebben we op Mauritius gekeken hoeveel plastic daar aanspoelt en welke dieren daar last van hebben. Op een van de stranden gaat Redmond kijken hoeveel plastic we in een uurtje kunnen verzamelen.

aanvalsplan

Ook het bedrijfsleven voelt zich geroepen iets bij te dragen aan een schonere oceaan: een baggeraar, een afvalverwerker en de vereniging van Europese plasticfabrikanten heeft twee onderzoekers meegestuurd op de Clipper. Doel: kijken of er een - commercieel interessante en haalbare- oplossing te vinden is voor het plasticprobleem. Praktische toegepaste wetenschap. Is er een aanvalsplan mogelijk?

En wat vallen we eigenlijk aan? De onderzoekers verzamelen plastic, honderden mijlen lang. Dan blijkt het vooral te gaan om grote hoeveelheden plastic van vaak microscopisch kleine deeltjes: de zogeheten plastic soep.

Aan boord test ruimtevaarder/uitvinder Wubbo Ockels, met zijn studenten, de vliegers die hij wil gebruiken om een megacentrifuge aan te draaien. Hij beschrijft en test mogelijke oplossingen voor de plastic soep. Ook hij wil een aanvalsplan te maken om, samen met de overheid en de wetenschap, het klimaatprobleem en de plastic soep aan te pakken.

Wubbo Ockels op de Clipper

mee met de stroming

Aan boord van de Clipper is ook Herman Ridderinkhof van het NIOZ, die de grote zeestromingen tussen Madagascar en Zuid-Afrika onderzoekt, de regio waar de sterkste stromingen te meten zijn. De wereldwijde koude en warme stromingen hebben een directe invloed op ons klimaat. Zonder de warmwaterstroom in de Atlantische oceaan zouden wij in West-Europa als Eskimo's leven - en dat kan nog steeds gebeuren als er iets met die stromingen gebeurt.

Het onderzoek van Herman Ridderinkhof past in een wereldwijd netwerk van oceaanonderzoek. Het doel is een early warning system op te zetten dat ons kan helpen de stromingen in de oceanen beter te begrijpen en het weer (op langere termijn) en klimaatfenomenen beter te voorspellen. Met behulp van Argo Floats en GPS kunnen we nu veel beter in kaart brengen wat er precies in de oceanen gebeurt en daarmee kunnen we bijvoorbeeld het weer op langere termijn beter voorspellen.