Net als andere soorten is het imago van het dier de afgelopen eeuw totaal omgeslagen, van beangstigende vijand tot vriendelijke reus van de zee. De eeuw die begon met nietsontziende jacht eindigde met overspannen ecotoerisme. Vormt dat laatste niet opnieuw een bedreiging? En zijn we in onze idealisering van de walvis niet te ver doorgeschoten?
Aan boord bevindt zich Els Vermeulen, een Vlaamse bioloog die al jarenlang de kolonie Zuidkapers bij Puerto Madryn bestudeert. Ze heeft het aantal zien groeien tot zevenduizend, want het gaat op dit moment weer goed met de Zuidkaper. De populatie van het ooit met uitsterven bedreigde dier neemt op dit moment met zes à zeven procent per jaar. Wat staat volledig herstel nog in de weg? En hoeveel last hebben ze tegenwoordig nog van passerende scheepvaart?
Redmond O'Hanlon is gefascineerd door walvissen. Volgens het Amerikaanse tijdschrift Nature betekent het dier een van de belangrijkste bewijzen voor de juistheid van de evolutietheorie. De soorten stammen oorspronkelijk af van een vreedzame planteneter die het water opzocht om aan belagers te ontkomen.
Daarmee maakte het dier een soort omgekeerde ontwikkeling door: van land naar zee in plaats van andersom. Darwin vond het destijds zo onwaarschijnlijk dat hij z'n ideeën daarover schrapte in de herdruk van On the origin of species. En die laatste zelfcensuur vindt O'Hanlon weer pikant. Darwin was kennelijk bang voor fantast versleten te worden terwijl hij toch iets beweerde dat klopte.