Simon Tahamata, altijd goedlachs en zonder kapsones. Hoe een kleine Molukker uit Tiel niet alleen in het eerste van Ajax belandde, maar ook aandacht voor de Molukse zaak kreeg.

Maarten van Bracht

Het was tijdens of al na de treinkaping bij De Punt, dat weet ik niet meer, wel dat in het postkantoor twee rijen stonden. In de ene een jongeman met weelderige haardos en een onmiskenbaar Moluks uiterlijk, in de andere een gezette autochtoon die hem misprijzend bekeek en opmerkte: ‘Daar heb je weer zo’n zuidmislukker.’ Het bleef bij een provocatie waar niemand in de rij wachtenden op reageerde. Maar hoe moet dat voor die Molukker geweest zijn, voor alle Molukkers die opeens werden geassocieerd met terreur? Ze werden er door boze Nederlanders op aangekeken en aangesproken. Of ze zich maar wilden verantwoorden. Nederland had 25 jaar lang geen belangstelling getoond, maar opeens stond de ‘Molukse zaak’ op de agenda, zoals vijf jaar eerder de gijzeling van Israëlische atleten tijdens de Olympische Spelen in München de ‘Palestijnse zaak’ ineens op de kaart had gezet. In die zin bleek terreur wel lonend; sindsdien weet Nederland dat de Molukse knil-soldaten die in de Indonesische onafhankelijksstrijd aan de kant van Nederland vochten door de Nederlandse regering steun is beloofd voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken (RMS), en dat de tweede generatie Molukkers in Nederland dit ideaal eindelijk verwezenlijkt wilden zien.

Simon Tahamata nu

‘Zo, treinkaper.’ Met die woorden werd Simon Tahamata ooit door Wim Suurbier verwelkomd bij Ajax. Op 24 oktober 1976 debuteerde Tahamata in het eerste, toen nog geheel witte elftal. Hij was een van de eerste gekleurde voetbalprofs. Niet eerder voetbalde een Molukker op het hoogste niveau, en met dit Ajax zou hij drie keer landskampioen worden. De kleine, rappe buitenspeler en gave technicus, goedlachs en mediageniek, maakte zich al snel tot ver buiten de hoofdstad populair. Zoals hij bij alle clubs waar hij nadien speelde – Standard Luik, Feyenoord, Beerschot, Germinal Ekeren – uitgroeide tot ­publiekslieveling. Daarnaast fungeerde Tahamata steeds, aanvankelijk tegen wil en dank, als boegbeeld voor de Molukse gemeenschap.

‘Hoe de Nederlandse regering ons be­handeld heeft, dat gaat heel ver en zit heel diep. Dat onze vaders zo zijn behandeld na alles wat ze in Indonesië voor Nederland hebben betekend, is niet netjes.’

Simon Tahamata

Trots

Na een periode als bankzitter kreeg Tahamata in 1979 – ongeveer een jaar na de gijzeling in het Asser provinciehuis door drie Zuid-Molukkers – opeens te horen dat hij verkocht was aan Standard Luik. Ajax heeft hem nooit verteld waarom hij weg moest, al was intern bekend dat het bestuur van hem af wilde. In zijn boek Simon Tahamata voert Tonny van der Mee oud-perschef
David Endt sprekend op: ‘Als de kapingen niet hadden plaatsgevonden, was het vooroordeel er ook geweest, maar niet zo sterk. Nu was er een motief om hem weg te doen. Zulke dingen werden nooit hardop uitgesproken, maar het was voelbaar.’ Tahamatha zelf: ‘Ik werd op het veld ook door tegenstanders vaak gewezen op mijn afkomst.’ Hij heeft altijd begrip getoond voor de daden van zijn Molukse generatiegenoten. ‘Hoe kunnen wij anders de aandacht van Nederland en de wereld trekken voor onze rechtvaardige eis voor een eigen, onafhankelijk en niet onderdrukt Ambon,’ heet het bij Van der Mee. Sterker nog: ‘Ik had een van die jongens in de trein kunnen zijn.’

Vorig jaar zei hij in het tv-programma 65 jaar Molukkers in Nederland: ‘Er zit een verhaal achter. Hoe de Nederlandse regering ons behandeld heeft, dat gaat heel ver en zit heel diep. Dat onze vaders zo zijn behandeld na alles wat ze in Indonesië voor Nederland hebben betekend, is niet netjes. Dankzij de acties van de kapers wist Nederland wie wij waren en waarom wij hier waren. (...) In mijn hart ben ik Molukker en daar ben ik trots op.’

Voor Andere tijden sport stelden Erik Willems en Edwin Schoon de aflevering Simon Tahamata: Slalom tussen Ambon en Oranje samen, uit te zenden op 11 juni, exact veertig jaar na het beëindigen van de treinkaping bij De Punt.

Tahamata als speler van Ajax

Veenhuizen

‘Balancerend op het snijvlak van nationale knuffelbeer en rolmodel voor een minderheid in de knel,’ aldus de aankondiging, ‘vocht Tahamata voor zijn positie in het voetbal, zonder zijn volk en afkomst te verloochenen. Hoe deed hij dat?’ Als dit wordt geschreven is de aflevering nog in de maak. De samenstellers concentreren zich op zijn periode bij Ajax. Beloofd wordt een bezoek van Tahamata en diens echtgenote aan de enig overgebleven barak in Kamp Vught, waar Molukkers destijds onder beroerde omstandigheden waren gehuisvest: grote gezinnen in kleine hokjes, slechts door bordkarton van elkaar gescheiden. Tahamata komt uit een gezin van twaalf. De knil-militairen waren ontslagen uit het leger, daarom stateloos, en voelden zich vernederd. Trots probeerden ze in het kamp een zekere militaire discipline te handhaven. De Nederlandse nationaliteit aannemen kon betekenen dat je niet meer terug kon naar Ambon.

Tahamata’s traject van Tiel, waar hij in de Molukse wijk opgroeide, naar Ajax 1 en
Bekende Molukker was niet eenvoudig. Hij werd een geliefd publiek figuur, die juist daardoor de Molukse zaak kon uitdragen en ook collega-spelers wist te interesseren. In de uitzending wordt door Tahamata, Willem van Hanegem en Maarten Spanjer ook (weer) de gevangenis in Veenhuizen bezocht waar ze destijds voetbal speelden met gedetineerde Molukse kapers.

Zijn vader, die zijn oudste kinderen stevig onder handen kon nemen, werd zijn grootste fan en legde Simon veelvuldig vast op super 8-film. Overigens heeft Tahamata in zijn Ajax-tijd niet altijd even gelukkig geopereerd. Juist omdat hij moeilijk ‘nee’ kon zeggen leende hij zich voor allerlei nevenactiviteiten, zoals schnabbels en tv-optredens, waardoor het voetbal weleens in het gedrang dreigde te raken.

Tegenwoordig is Tahamata techniektrainer bij de jeugdopleiding van Ajax. Daarnaast heeft hij een eigen voetbalopleiding, de Simon Tahamata Soccer Academy, waar kinderen individueel worden begeleid.

Guus Manuputty, Willem van Hanegem, Maarten Spanjer en Simon Tahamata in de gevangenis Norgerhaven in Veenhuizen

bekijk ook: VPRO De beloften