In de strijd tegen IS vielen onschuldige slachtoffers in Hawija en Mosul. Jarenlang zweeg de Nederlandse overheid hierover. Dit weten we nu.

Jim Schulpen

In de strijd tegen terreurgroep IS is vanaf 2014 een internationale coalitie actief in Irak. Nederland was tot 2018 een van de actiefste leden in die coalitie: we deden zelfs zoveel mee aan bombardementen dat in 2015 de voorraad precisiebommen dreigde op te raken.

In Als de bom valt spreekt journalist Danny Ghosen met nabestaanden en slachtoffers van bombardementen in Hawija en Mosul. Deze twee bombardementen werden uitgevoerd door Nederlandse troepen met als doel om wapendepots en een hoofdkwartier van IS te raken.

Maar dat verliep niet geheel volgens planning. De aanval op Hawija veroorzaakte een veel grotere explosie dan verwacht en de aanval in Mosul wordt inmiddels als vergisbombardement bestempeld. In totaal kwamen meer dan zeventig onschuldige burgers om.

Hawija

In de nacht van 2 op 3 juni 2015 wordt een munitiedepot en bommenfabriek van IS gebombardeerd. Er is enige nevenschade ingerekend, maar de explosie die volgt is veel groter dan voorzien. De naastgelegen wijk wordt getroffen. Daarbij worden nog veel meer burgers geraakt dan gedacht: de aanval resulteert in naar schatting minstens zeventig doden en ongeveer honderd gewonden. 

Amerika verklaart in eerste instantie dat de schuld van de burgerdoden bij IS ligt, want zij hadden tenslotte naast een woonwijk explosieven opgeslagen. Als bekend wordt dat er veel meer burgerslachtoffers zijn gevallen dan werd gedacht stelt Amerika toch een onderzoek in. Vervolgens is het vier jaar stil.

Een informant brengt in september 2019 naar buiten dat hij nog voor het bombardement aan de internationale coalitie had doorgegeven dat er nieuwe vrachtwagens met TNT waren binnengekomen, en dat de wijk vol stroomde met Irakese vluchtelingen die via het noorden IS wilden ontlopen. Zij konden echter niet verder omdat Hawija in handen was van de terreurgroep en dus bleef het aantal burgers in de wijk groeien. Met die informatie lijkt dus niets te zijn gedaan.

Omar is een van de slachtoffers van het bombardement in Hawija

In oktober 2019 brengen NRC en NOS een eigen onderzoek uit met exacte cijfers over de ‘collateral damage’. Daaruit blijkt dat de precisiebom op het wapendepot is geworpen door Nederlandse F-16’s. Pas dan erkent de Nederlandse overheid dat er inderdaad tientallen burgerdoden zijn gevallen, maar houdt het vast dat er rechtmatig is gehandeld.

Alleen met voldoende bewijs kunnen de slachtoffers aanspraak maken op schadevergoeding, zoals bepaald in afspraken binnen de internationale coalitie. Maar er is ook bepaald dat lidstaten zelf mogen bepalen hoe ze omgaan met mogelijke schendingen van het oorlogsrecht en burgerslachtoffers. Dat leidt doorgaans tot de doofpot.

Ondanks de nieuwe kennis dat Nederlandse F-16’s verantwoordelijk waren voor het bombardement houdt de Minister van Defensie in oktober 2019 vol dat Irak verantwoordelijk is voor de afhandeling van de schade, omdat er sprake was van onjuiste inlichtingen waar Nederland niet bij betrokken was. 

Het is moeilijk om de exacte materiële en emotionele schade in kaart te brengen, omdat IS smartphones en camera’s verbiedt en de administratie van doden en gewonden onbetrouwbaar is. Advocaat Liesbeth Zegveld werkt al jaren aan een rechtszaak tegen de Nederlandse staat: ‘Hier is duidelijk extra leed toegevoegd door te zwijgen. Rechtsherstel is voor deze mensen heel belangrijk. Terwijl zij na al die jaren hun schade alsnog moeten bewijzen.’

 

 

Mosul

In de nacht van 20 op 21 september 2015 blaast een precisiebom twee villa’s in Mosul op. Daar zou een IS-hoofdkwartier gevestigd zijn. Vrij snel na het bombardement blijkt echter dat in de villa’s twee families wonen die helemaal geen banden met IS hebben. De enige overlevende is Basim Razzo, die zijn vrouw, dochter, broer en neefje verloor. In een indrukwekkende longread van The New York Times lees je meer over de verschrikking die Razzo heeft meegemaakt.

Uit het onderzoek van NRC en NOS en een journalist van de Telegraaf in 2019 blijkt dat het – net als in Hawija – ging om een Nederlandse F-16 die het bombardement uitvoerde.

De Minister van Defensie geeft daarop aan dat Nederland weliswaar verantwoordelijk was voor het bombardement, maar niet aansprakelijk. Want ook hier waren er onjuiste inlichtingen waar Nederland niet bij betrokken was: door een tekort aan drones waren de video-opnames niet lang genoeg om een goede conclusie te trekken over de functie van de villa’s, erkenden de Amerikanen achteraf. Razzo hoefde dus niet op een schadevergoeding van Nederland te rekenen.

Basim Razzo verloor zijn familie en huis door een vergisbombardement

In juni 2020 gaat Defensie in gesprek met Razzo, en tot zijn verbazing gaat het ministerie overstag en krijgt hij een royale schadevergoeding. Geschat wordt dat de totale schade neerkomt op één miljoen euro, maar het bedrag dat Razzo ontvangt is niet bekend. Hij uit zich daar ook niet over, omdat hij bang is voor ontvoering.

Dit is de eerste keer dat een slachtoffer van de oorlog in Irak zo’n geldbedrag van onze staat ontvangt – officieel een ‘vrijwillige tegemoetkoming’ omdat de staat nog steeds geen verantwoordelijkheid erkent. Het onderzoek van NRC en NOS en deze onverwachte vergoeding aan Basim Razzo hebben slachtoffers en nabestaanden nieuwe moed gegeven om na jaren stilte weer door te strijden voor erkenning.

Overigens hebben er sinds 2014 veel meer bombardementen plaatsgevonden waarbij burgerslachtoffers vielen. De Verenigde Staten spreken van 1410 doden, maar Nederland ontkent zulke aantallen. Inmiddels is IS teruggedrongen en daarmee wordt de missie als succesvol bestempeld.

kijk en lees verder