‘De toekomst inspireert mij’ – korter dan dat kan het motto van het VPRO Medialab, en eigen van de hele VPRO, niet samengevat worden. Maar de woorden werden gebezigd door Floris Kaayk, als kunstenaar bekend van onder meer The Human Birdwings en The Modular Body. Kaayk was een van de sprekers, vrijdag, op de VPRO Medialab Meet Up @ TodaysArt in Den Haag. Centraal thema was ‘responding to the future of storytelling: non-fiction’.
Een internationaal gezelschap van zeventig journalisten, documentairemakers, wetenschappers, podcasters, filmers en kunstenaars ging met elkaar in gesprek om ervaringen uit te wisselen en nieuwe inspiratie op te doen. Hier volgen vijf lessen die we na afloop konden trekken.
'De toekomst inspireert mij'
Geert-Jan Bogaerts, Hoofd Digitaal bij VPRO, bezocht de eerste VPRO Meet Up op TodaysArt afgelopen vrijdag 23 september. Daar mocht hij de de Meet Up afsluiten en dat deed hij met een vijftal lessons learned over non-fictie, het thema van deze eerste Meet Up.
5 lessons learned
1. ‘Technologie kan een verhaal ondersteunen, maar zonder verhaal heb je niks aan technologie.’
Als je je als journalist of documentairemaker intensief bezighoudt met innovatie, met nieuwe manieren om je verhaal aan je publiek te vertellen, dan is de verleiding soms groot om alle heil te verwachten van nieuwe technieken, nieuwe platforms. Maar wat heb je aan Virtual Reality of 3D-televisie als je geen goed verhaal hebt om te vertellen? Het verhaal staat centraal, technologie is ondersteunend.
2. ‘Soms is de simpelste vraag ook de beste vraag.’
Wie gedegen journalistiek werk wil leveren, is soms maanden bezig met het doen van research naar het onderwerp. En als je je hebt ontwikkeld tot een specialist op jouw terrein, zit je zelfs al jaren in het thema. De neiging om te vergeten dat je een publiek hebt dat zo ver niet is, is soms groot. En de vragen die je stelt, waaromheen jij je verhaal opbouwt, zijn soms te geavanceerd. Als je je beperkt tot de basisvragen, minimaliseer je het risico dat je je publiek kwijtraakt.
3. ‘Als we de data om ons heen niet zien en niet herkennen, kunnen we ook geen verhaal maken.’
Maar anderzijds, de data zijn niet het verhaal – ze vormen een bron van het verhaal. De visualisatie, de presentatie, is minstens zo belangrijk. Zo kun je inzichtelijk maken wat het eigenlijk betekent als je weer eens hoort over een aanslag in Irak waarbij 538 doden zijn gevallen; het zien van 538 bodybags in een loods in de virtual-reality productie van Ali Eslami maakt meer indruk dan het simpelweg tot je nemen van het cijfer.
4. ‘Wat maakt een programma nou typisch Nederlands, of Japans, of Iraans?'
Dat is nauwelijks te zeggen. De VPRO produceert The Mind of the Universe, een nieuwe programmaserie waarin we op zoek gaan naar de grenzen van de wetenschap. Het wordt gepresenteerd door Robbert Dijkgraaf, maar die heeft een andere wijze van praten en doen dan een Amerikaanse of Duitse collega. We merkten dat kortgeleden al tijdens een bezoek aan Arte, waar veel belangstelling bestaat voor de VPRO-programma’s, maar niet als ze door een al te sterke Nederlandse persoonlijkheid worden gepresenteerd. Daarom vallen Ruben Terlou (Langs de Oevers van de de Yangtze) en Thomas Erdbrink (Onze Man in Teheran) af.
5. 'Uiteindelijk gaat het vooral over controle.'
Of je nou besluit om je ruwe materiaal vrij te geven als open source, dan wel de kijker de controle te geven over kadrering en perspectief in VR – als maker moet je bereid zijn om je publiek de touwtjes in handen te geven. Lastig, als je altijd gewend bent geweest om zelf het laatste woord te hebben. Maar wie moderne media wil maken, kan er maar beter aan wennen. En dat is niet alleen vervelend: je publiek gaat zelf onderdeel uitmaken van de media die worden gemaakt, het draagt bij aan de ervaring. En uiteindelijk leidt dat ertoe dat de boodschap die je te vertellen hebt, veel beter beklijft.