Er was een tijd dat ‘www’ stond voor World Wide Web. Helaas hebben makers van programma’s, series, films en andere content de weidsheid van het web de afgelopen jaren drastisch ingeperkt. Tijdens een bezoek aan Youtube komt tegenwoordig regelmatig de melding in beeld dat een filmpje niet beschikbaar is in de regio waar de gebruiker zich bevindt. Voor niet Amerikaanse bezoekers wordt in plaats van trailers en andere video’s van The Walking Dead een vergelijkbare teleurstelling voorgeschoteld op de website van maker AMC. Daar komt nog bij dat makers van programma’s, series en films dusdanig moeilijk doen over hun licenties, dat het vaak jaren duurt voordat nieuwe afleveringen in het buitenland beschikbaar zijn. Via een platform als Netflix, bedoel ik dan. Want ‘met een beetje geluk’ kun je voor hogere tarieven lid worden van de afzonderlijke platformen van de verschillende aanbieders. Het is daarmee een kostbaar en tijdrovend kunstje geworden om toegang te krijgen tot de content die je wilt bekijken of beluisteren. De centrale routes die aanbieders hun kijkers opleggen, zijn ronduit ongebruiksvriendelijk.
Dat commerciële partijen hun vingers aan dit soort initiatieven branden, en daarmee ofwel hun kijkers van zich vervreemden, ofwel het illegaal downloaden in de hand werken, moeten zij zelf weten. Dat de NPO iets gelijkwaardigs probeert te realiseren met gecentraliseerde platformen, betaald of met restricties op programma’s van wat langer geleden, roept direct vragen op. Echt mis gaat het zodra de NPO de omroepen vervolgens verbiedt uitzendingen via andere wegen, zoals de eigen websites, aan te bieden. En laat dat nu precies de lijn van de NPO zijn.
Voor de content, gemaakt door de verschillende omroepen, is al eens betaald. Vaak niet alleen met subsidiegeld, maar ook met eigen middelen van de omroepen. Ik herhaal: de content is door de omroepen gemaakt, zowel voor hun eigen leden als alle andere (Nederlandse) kijkers. Waarom mogen die kijkers dan geen vrije toegang tot alle content hebben, oud en nieuw, een ingekocht programma daargelaten? Waarom mogen zij niet ook kijken via de websites van de makers zelf, die hun programma’s inhoudelijk het beste kennen, en bijvoorbeeld prachtige overzichten en dossiers kunnen maken van gerelateerde uitzendingen? Waarom mogen uitzendingen niet worden gedeeld, zodat een nog grotere doelgroep kan worden bereikt?
Zelf heb ik al jaren geen tv-abonnement meer. Naar de radio luistert hier in huis alleen de hond, omdat hij moeite heeft met alleen thuis blijven. Met alle respect voor het traditionele, lineaire zenden en kijken: ik kijk en luister graag wat ik wil, wanneer ik dat wil en het liefst ook waar ik dat wil. En ik geloof er heilig in dat deze manier van consumeren de toekomst is: ieder op zijn eigen manier.
Dit nieuwe kijk- en luistergedrag vraagt om maatwerk. Een persoonlijke selectie uit een zo breed mogelijk aanbod van online platformen. Zelf kijk ik bijvoorbeeld het beste van de publieke omroepen via de NPO-app en site, maar wanneer dat handiger is – en mogelijk – via de websites van de omroepen zelf. Losse filmpjes en fragmenten, vaak gevonden via andere sociale media zoals Twitter, bekijk ik op Youtube. Internationale series en films via Netflix. Muziek via Spotify. Het zijn de grote partijen van deze tijd, die goed zijn in wat ze doen. Als NPO de concurrentie aangaan met deze platformen, is een kostbaar en uitzichtloos streven, dat getuigt van grootheidswaanzin.
Dat de NPO de programma’s van de verschillende omroepen op één onoverzichtelijke hoop gooit, is al niet fijn. Zeker als het een uitzending voor een kleine doelgroep betreft – de grote kracht van het omroepenbestel – valt niet te verwachten dat het programma op de voorpagina van de NPO-app of in andere lijsten komt bovendrijven. Dat je, als je het programma dat je zocht hebt weten te vinden, moet uitwijken naar de website van de NPO om content ouder dan 30 dagen te bekijken, maakt het nog ingewikkelder. Wil je nog verder terug in het verleden – een jaar, laat staan tien jaar – dan wordt dat je nog moeilijker, en doorgaans zelfs onmogelijk gemaakt.
Ik kan me goed voorstellen dat de NPO er weinig tot geen belang bij heeft om toegankelijke archieven te realiseren. Dat is, zoals bijna alles, een taak die bij de omroepen zelf past en thuishoort. Net net als Spotify, Netflix en Youtube zijn zij goed in wat ze al jaren – decennia! – doen. Bovendien, de omroepen hebben de programma’s met liefde en toewijding gemaakt. Zij kunnen er bij uitstek zorg voor dragen dat liefhebbers kunnen blijven genieten van hun uitzendingen.
Maar dat mag niet van de NPO. Programma’s of fragmenten bekijken via de websites van de omroepen is uit den boze. Laat staan het embedden en delen van uitzendingen via andere websites en sociale media. Nou zou dit kunnen betekenen dat de NPO, in navolging van de Telegraaf Media Groep, overweegt een sociaal netwerk te kopen of op te richten, waarmee npo-bestuurders er blijk van zouden geven echt alle realiteitszin te hebben verloren.
In plaats van ‘www’ als wat, waar en wanneer je maar wilt, kiest de NPO net als vele andere aanbieders voor het opwerpen van gebruiksonvriendelijke beperkingen. Ik hoop van harte dat de omroepen zich tegen dit perspectiefloze beleid verenigingen en verzetten. Niet vanuit een andere centrale organisatie, maar als het kleurrijke front van veelvormige omroepen dat zij altijd al, gezamenlijk, als omroepbestel zijn geweest.
Als er dan een rol voor de NPO is weggelegd, dan is het als ondersteunende organisatie, die vanuit een dienende rol, in goed overleg en samenwerking met de omroepen goedwerkende centrale én decentrale platformen realiseert. En het sluiten van contracten met een platform als Netflix faciliteert. Want zelfs de eigen platformen van de NPO en de omroepen moeten niet de enige toegangswegen zijn. Wat, waar en wanneer de kijker wil, dat betekent dat de programma’s zijn waar de kijkers zijn: op zoveel mogelijk kanalen, platformen en websites als maar kan.
Voorkom een uitzendingsgemis, kies voor de kracht van versnippering!
Thom Snijders
lid, donateur, oud-werknemer, student, historicus