‘Omroepen boos op eigen centrale bestuur’, kopten de kranten een paar weken terug. Het nieuwe vijfjarenplan van de NPO lekte uit, met beleid dat vooral de digitale toekomst van de omroepen treft. Desastreus, vindt de VPRO. Wat is er precies aan de hand op het oververhitte Mediapark?

Tekst: Jonathan Maas
Illustratie: Tomas Schats

Het zal hoogstwaarschijnlijk niet op het piratenschip van het oude Veronica plaatsvinden, maar half juni overhandigt de Nederlandse Publieke Omroep (npo) zijn plannen voor de komende vijf jaar aan de staatssecretaris van media, Sander Dekker van de vvd. Hij liet vorig jaar, toen wél vanaf die Veronicaboot, weten dat het publieke bestel wat hem betreft opnieuw op de schop moest, na een flinke bezuinigingsoperatie en verplichte fusering van veel omroepen. Dekker wil meer marktwerking in het bestel: vijftig procent van het totale budget moet opengesteld worden voor producenten van buiten de publieke omroep. Daarnaast wil hij dat de publieke omroep zich toelegt op educatie, informatie en cultuur. Voor Bananasplit is wat hem betreft geen ruimte meer op de publieke zender. 

Vergeet de archieven van oude vpro-programma’s die vpro.nl openstelt en de context waarmee de vpro zijn programma’s online tracht te verrijken – allemaal geschiedenis als Den Haag instemt met de npo-plannen. 

versnippering

De vertaling van Dekkers wensen ligt nu op tafel in dat vijfjarenplan van de npo. In deze plannen is de npo verder gegaan dan de wensen van de staatssecretaris en zet het omroepbestuur vol in op centralisatie van aanbod en distributie. Wat betekent dat in de praktijk voor de kijker, voor een lid van de vpro?

Een praktisch voorbeeld. De vpro zette vorige maand het complete Rembo & Rembo-archief online op vpro.nl. Politiek incorrect jeugdsentiment, gratis en voor iedereen toegankelijk. Het trok alleen al in de eerste week tienduizenden mensen naar de site. Een geslaagd poging om de achterban van de vpro direct te bedienen op een logische plek – zou je zeggen. De npo, de koepelorganisatie van de aangesloten omroepen, zag dat anders en is not amused. ‘Dat mag dus niet,’ zei npo-bestuurder Shula Rijxman in de Volkskrant. Het online aanbieden van programma’s is vanaf 2016 wat de npo betreft voortaan een taak die uitsluitend de npo toebehoort.

De npo wil centraliseren en hekelt de zogenaamde versnippering op het oncontroleerbare internet. Honderden sites zouden moeten verdwijnen, blijkt uit de plannen. In de media hebben de topbestuurders van de npo, Henk Hagoort en Shula Rijxman, het regelmatig over meer dan zeshonderd websites die omroepen in de lucht houden. Dat kan een onsje minder, is dan een logische gedachte, want redactie voeren over honderden websites is een kostbare zaak. Wat de npo er echter niet bij vertelt is dat het vooral losse pagina’s betreft die bij een programma horen, en dat die pagina’s kosteloos en zonder redactie bestaan.

De redenering van de npo vormt wel het fundament voor hun mantra ‘fewer, bigger, better’ – minder sites is beter. Waaruit volgt dat er voor portals als npo Doc, npo Geschiedenis en Cinema.nl, waar wel een redactie voor is, geen plaats meer is. Op vpro.nl mag de vpro voortaan alleen nog maar doorverwijzen naar npo.nl. Een zelfgemaakt programma als Onze man in Teheran zal een vpro-lid niet meer op vpro.nl vinden, als het aan de npo ligt. Vergeet de archieven van oude vpro-programma’s die vpro.nl openstelt en de context waarmee de vpro zijn programma’s online tracht te verrijken – allemaal geschiedenis als Den Haag instemt met de npo-plannen. Voor npo Doc betekent dit dat er vanaf 2016 geen interviews meer in Regisseur aan de keukentafel gemaakt kunnen worden, geen Doc Talks en geen platform meer voor jong documentair talent in Makers van morgen.  

Centraliseren zoals de npo het wil, en van het publiek eisen dat ze massaal naar npo.nl gaan, is nogal 1995. 

grootheidswaanzin

Welke visie van de npo huist achter deze plannen? De npo wil een sterk merk bouwen om herkenbaar en vindbaar te zijn, in de strijd met diensten als Netflix en YouTube. Is het een publieke taak om met de markt te concurreren? De vpro vindt van niet.

Erwin Blom (voormalig hoofd Digitaal bij de vpro, en Roeland Stekelenburg (voormalig hoofd nieuwe media bij de nos) lieten hun licht over de plannen van npo schijnen op hun site Fast moving targets en kwamen met vier heldere argumenten waarom het voorgestelde online beleid tot mislukken is gedoemd:

1. Internet is maatwerk
Internet gaat voor een belangrijk deel over inzoomen op doelgroepen of onderwerpen. Over smalle gebieden. Die specialistische sites kunnen een gigantisch publiek bereiken, maar de onderwerpen zijn beperkt. Denk aan 3voor12 voor muziekliefhebbers en npo Doc voor fans van documentaire. Blom en Stekelenburg vinden dat de publieke omroepen juist moeten inzoomen op deelgebieden die evident een publieke functie hebben (geheel naar Dekkers wensen om te focussen op educatie, informatie en cultuur) en met die specialistische sites een belangrijke rol op internet spelen.

2. De voorpagina verliest aan belang
De homepage van een site is al jarenlang aan belang aan het verliezen. Omdat mensen steeds minder via de voorpagina van een site binnenkomen, maar diep binnen een site binnenkomen omdat ze via social media of Google op een artikel of video worden gewezen. Centraliseren zoals de npo het wil, en van het publiek eisen dat ze massaal naar npo.nl gaan, is nogal 1995.

3. De sociale media zijn de winnaar
Het afgelopen decennium is er wereldwijd geen inhoudelijke site bijgekomen die echt een massa weet te bereiken, schrijven Blom en Stekelenburg. Platforms waar informatie wordt gedeeld of communicatie mogelijk is zijn de winnaars van de huidige tijd: Facebook, Twitter, YouTube. ‘Zorg dat je bent waar je publiek is en speel daar als publieke omroep een rol van waarde,’ concludeert het tweetal. Maar ja, video’s van omroepen mogen niet meer op YouTube of Facebook van de npo.

4. Decentraal is de trend
Op alle mogelijke terreinen, tot aan de financiële wereld aan toe, is de ontwikkeling naar decentralisatie aan de gang. De macht verschuift. De npo vindt dat maar niks en wil online naar meer centralisme toe. Het publiek komt maar mooi naar ons, naar één platform: npo.nl, is de visie. Realistisch? ‘De kijker surft voor die ene prachtdocumentaire echt niet eerst de site van de npo,’ schreef tv-criticus Jean-Pierre Geelen in de Volkskrant. ‘Van de npo moet de domme, hulpeloze kijker in het wereldwijde web eerst langs de douane van de npo zelf. De npo als centrum van het digitale universum, een grootheidswaanzin die wel meer oorlogen gekenmerkt hebben.’ 

tweesprong

De vpro is inmiddels in gesprek met de npo. De vpro wil 3voor12 als crossmediaal platform voor muziek behouden, npo Cultura en npo Doc samenvoegen tot een nieuw digitaal themakanaal en Cinema.nl doorzetten als plek voor film en drama. Op vpro.nl wil de vpro het eigen archief kunnen ontsluiten en ruimte kunnen bieden voor talentontwikkeling. Volgens de npo staat de publieke omroep op een tweesprong: een groot concern worden of anders versnipperen. ‘De wens om alle krachten te bundelen en met één hand te regisseren gaat ten koste van de creatieve vrijheid van makers en van de relatie met ons publiek,’ stelt vpro-directeur Lennart van der Meulen. ‘Een sterke npo moet ons juist ondersteunen zelf te blijven maken en ons publiek te vinden.’