Scherpere afspraken tussen makers, producenten, bronnen en betrokkenen rond journalistieke documentaires en series, borging en naleving van afspraken en het consequenter beschrijven en uitvoeren van de verantwoordelijkheid van makers, eindredactie en hoofdredactie, zowel intern als in relatie tot externe producenten. Dat zijn de belangrijkste maatregelen die de VPRO neemt naar aanleiding van het onafhankelijke onderzoek dat Carel Kuyl en Hugo Arlman in opdracht van de VPRO hebben verricht naar de totstandkoming van de documentaire ‘Sigrid Kaag: van Beiroet tot Binnenhof’.

In het onderzoek concluderen Kuyl en Arlman dat er geen journalistiek-ethische normen zijn overschreden en er geen sprake is geweest van beïnvloeding door ministerie of D66 die de journalistieke grondregels heeft geschonden. Ook van invloed door ministerie of partij op de uiteindelijke uitzenddatum van 3 januari is hen niets gebleken. Wel zijn de onderzoekers kritisch over onder andere de wijze van communicatie in het proces, het ontbreken van heldere, vastgelegde afspraken en de onderschatting van het politieke krachtenveld. 

Kuyl en Arlman formuleerden aanbevelingen die de (journalistieke) werkwijze en interne procedures bij het ontwikkelen en produceren van documentaires kunnen versterken. Ook stelden zij een concept journalistieke code op om het onafhankelijk en journalistiek opereren van VPRO-medewerkers te versterken. De komende periode gaat de VPRO met programmamakers en de Redactieraad de aanbevelingen uitwerken tot definitieve werkafspraken.

kritiekpunten

Kuyl en Arlman concluderen dat er op een aantal momenten onhandig is gecommuniceerd en dat maker en producent hun grenzen veel duidelijker hadden moeten aangeven. De interne communicatie bij de VPRO en de communicatie tussen VPRO, producent, ministerie en partij is voor verbetering vatbaar. Ook zijn er vanuit de producent mails verstuurd zonder dat zij zich voldoende rekenschap hebben gegeven van de impact daarvan en waarvan de VPRO pas achteraf kennis heeft genomen. 

Verder wijzen Kuyl en Arlman erop dat het verstandiger geweest zou zijn als producent en maker van begin af aan helder waren geweest over de status van de viewing door Kaag en haar team. Het was verstandiger geweest als afspraken hierover schriftelijk waren vastgelegd zodat maker en producent iets hadden om op terug te vallen. De VPRO en de producent waren zich bovendien onvoldoende bewust van het politieke krachtenveld waarin ze terecht waren gekomen toen Kaag zich had gekandideerd als lijsttrekker.

integriteit behouden

Terugkijkend constateren Kuyl en Arlman dat er zeker fouten zijn gemaakt maar dat er eerder sprake was van een opeenstapeling van onhandigheden, verkeerde inschattingen en een zekere mate van naïviteit dan van het overschrijden van journalistieke grenzen. Er is op basis van het onderzoek geen reden om te twijfelen aan de integriteit van de maker en de producent.

aanbevelingen

Kuyl en Arlman adviseren om de redactionele eindverantwoordelijkheid van de VPRO in journalistieke producties nadrukkelijker te benoemen en te beleggen. Eind- en hoofdredactie moeten bij dergelijke producties minder op afstand staan en te allen tijde betrokken worden bij overleg en communicatie die raakt aan de inhoud en journalistieke onafhankelijkheid.  

Om de journalistieke onafhankelijkheid van producties te borgen zijn formelere afspraken met betrokkenen nodig die tijdens het maakproces worden geijkt en zo nodig aangepast, onverlet de noodzaak om ook op basis van vertrouwen te kunnen werken.  

Aan het redactiestatuut en/of het werkproces kan worden toegevoegd wat de rol is van de eind- en hoofdredacteuren op bepaalde belangrijke momenten in het productieproces, zoals bijvoorbeeld het vastleggen en nakomen van bepaalde afspraken tot voorinzage. Zo zijn de verwachtingen bij alle betrokkenen gelijk. 

Zowel de Ombudsman als Carel Kuyl en Hugo Arlman pleiten voor strengheid in het beoordelen van de laatste versie van een productie: na voorinzage is alleen aanpassing mogelijk van feitelijke fouten, privacy schendingen of aantoonbare context-issues, dat wil zeggen beeld of tekst in onjuiste context gebruikt. De conclusie van de Ombudsman luidt dat er geen verdere ruimte voor suggesties, signaleringen of meedenken moet zijn.

maatregelen

De VPRO gaat, naar aanleiding van de aanbevelingen, in gesprek met makers en de Redactieraad om tot definitieve werkafspraken te komen. Doelstelling is om onder meer de volgende maatregelen uit te werken en zo het (journalistieke) werkproces te versterken: 

  • De VPRO gaat in een specifiek op de VPRO toegesneden journalistieke code aangeven hoe de redactionele autonomie en de redactionele eindverantwoordelijkheid is ingericht en wordt geborgd en wat daarin de rol is van makers, eind- en hoofdredactie. Dat geldt zowel bij eigen producties als bij coproducties of productie-opdrachten. Daarnaast zal de rolverdeling tussen de redactiemedewerkers en de eind- en hoofdredacteuren beter worden uitgewerkt in het Redactiestatuut en/of elders in het werkproces. 

  • De VPRO legt bij de start van een productie explicieter vast, indien van toepassing, wat de afspraken zijn tussen makers en bronnen over de opzet van de productie en het gebruik van het bronmateriaal. 

  • Bij de start van de productie worden ook eventuele afspraken gemaakt over voorinzage en de voorwaarden waaronder aanpassingen doorgevoerd kunnen worden. Die voorwaarden dienen helder en transparant te zijn en in overeenstemming met de journalistieke code. De afspraken worden ter goedkeuring voorgelegd aan de hoofdredactie media. 

  • Bij wijzigingen in de productie of van het oorspronkelijke filmplan worden de oorspronkelijke afspraken met de bronnen in samenspraak met de hoofdredactie geëvalueerd en zo nodig herzien of herbevestigd tussen makers en bronnen. 

  • In geval van een journalistieke productie die door een producent wordt gemaakt, worden vooraf duidelijke afspraken gemaakt over de journalistieke randvoorwaarden en het werkproces/begeleiding. 

  • Een eventuele voorinzage vindt plaats in het licht van de afspraken die met bronnen zijn gemaakt. Bij de voorinzage wordt vastgelegd welke opmerkingen of suggesties bronnen doen voor aanpassing van de productie en er wordt verslag gedaan van de wijze waarop makers onderbouwd met die suggesties omgaan in het licht van het herstellen van feitelijke fouten, privacy schendingen of aantoonbare context-issues. De eindredacteur is aanwezig bij de viewing. De hoofdredactie is op de hoogte van de voorinzage en bij deze afwegingen betrokken. 

  • Bij openbaarmaking van een productie beschrijven de makers voor het publiek wat de opzet van de film is, welke journalistieke uitgangspunten zijn gehanteerd, welke afspraken zijn gemaakt met de bronnen en hoe de maker is omgegaan met betrokkenheid van de bronnen. De VPRO creëert hierdoor meer transparantie over het journalistieke maakproces van een productie. 

over Carel Kuyl & Hugo Arlman

Carel Kuyl is programmamaker en adviseur, oud-coördinator cultuur van de NPO, oud-hoofdredacteur van NOVA en Nieuwsuur en tot 2017 mediadirecteur van de NTR.  

Hugo Arlman is voormalig redacteur van Vrij Nederland, freelance documentairemaker bij NTR en VPRO, en auteur van onder meer 'De eeuw van J.L. Heldring (1917-2013)'.   

Samen maakten ze in 2005 'Een journalistieke canon. Bouwstenen voor onafhankelijke journalistiek', en de redactionele code voor NOVA.