Radio doc
Zondag, NPO Radio 1, 21.00-22.00 uur
Kan je kind beter in Nederland of in Zweden naar school? In radiodocumentaire Opgejaagd probeert de van oorsprong Zweedse Jennifer Pettersson antwoord op deze vraag te vinden.
Radio doc
Zondag, NPO Radio 1, 21.00-22.00 uur
Wat bij binnenkomst meteen opvalt in de woning van Jennifer Pettersson: de verhuisdozen zijn niet ingepakt. Haar Amsterdamse appartement, dat ze deelt met haar partner, radiomaker Jair Stein, en hun dochters Laila (7) en Lova (4), oogt alsof er volop wordt geleefd: pluizige kleden en kussens liggen verspreid over de bank, een vachtje en kussens in de jarenvijftigstoel, daaronder op de houten vloer opgestapelde kunstboeken, Afrikaanse maskers aan de muur en een wand vol boeken, cd’s en kindertekeningen, en er slingert hier en daar een mand met ponyknuffels en ander kinderspeelgoed. In de keuken aangebroken flessen wijn. Niets wijst op een nakende migratie naar het geboorteland van moeder Pettersson. Toch is het gezin daarover nog steeds in dubio. De reden: Petterssons problemen met het Nederlandse schoolsysteem. Kinderen verdienen beter, vindt ze.
De radiomaakster bracht haar kinderen jarenlang iedere dag met een knoop in haar maag naar school. De klassen zijn te vol, er is te weinig individuele aandacht, ze vindt het bespottelijk dat kinderen op veel te jonge leeftijd worden getoetst op alleen rekenen en taal en waardoor er amper tijd overblijft voor andere belangrijke vorming in het leven zoals creativiteit, kunst, muziek en theater. Nee, dan Zweden, het thuisland van Pettersson. Daar lijkt alles beter. Maar is dat zo, of romantiseert ze de zaak?
We zitten aan de keukentafel met een pruttelpotje koffie. Jair Stein wil van tevoren één ding kwijt: voordat Pettersson kinderen kreeg was er niets aan de hand en vond ze Nederland een fijn land. ‘Na de geboorte van de kinderen dacht ze ineens: wat een rare plek is dit eigenlijk. Er is nergens natuur voor kinderen. We gaan naar het Amsterdamse bos, maar dat is helemaal geen bos maar een recreatiepark, we gaan een dag naar de duinen en daar loopt gewoon een racebaan dwars doorheen…’
Pettersson: ‘Ik vind Nederland op veel vlakken niet echt een kindvriendelijk land.’
En dan hebben we het nog niet eens over onze scholen…
Pettersson: ‘Bij de crèche begon het al te wringen. Nee, daarvoor al, want in Nederland moet je op het moment dat je zwanger wordt je kind al inschrijven voor de crèche. Absurd. In Zweden ben je na je zwangerschap een jaar lang betaald thuis en is je kind verzekerd van een plek op de crèche. De druk begint hier in Nederland dus al bij de conceptie. In Zweden mag je kind niet naar de crèche voordat het kan lopen. Dat bestaat natuurlijk bij de gratie van 480 dagen recht op zwangerschapsverlof voor ouders.’
Niemand dwingt jou je kinderen naar de crèche te brengen. Je kunt er ook zelf voor zorgen.
Pettersson: ‘Dat is waar, maar voor sommige mensen is het een must, omdat ze geld moeten verdienen. Dan kun je natuurlijk weer zeggen: maar mensen hebben te hoge kosten en een hypotheek…
Stein: ‘In onze huidige maatschappij is het heel normaal dat het zo gaat. Ik kom eigenlijk nooit moeders tegen die besluiten om heel lang na de geboorte van hun kind thuis te blijven. Ons systeem is er in principe op gebouwd dat beide ouders werken en hun kind naar de crèche brengen.’
Wat zijn je grootste bezwaren tegen het Nederlandse onderwijs?
Pettersson: ‘De prestatiedruk is hier te hoog. Ik ben net terug uit Zweden voor opnames en liep daar een dag mee op de voorschool, de plek waar Zweedse kinderen op vierjarige leeftijd naartoe gaan in plaats van naar de kleuterklas, zoals bij ons. Op de voorschool is veel speelruimte en vrijheid. Er worden geen reken- en taallesjes afgedraaid, er zijn geen kleutertoetsen en er worden geen targets gesteld. Er zitten meerdere docenten en gediplomeerde pedagogen in plaats van één juf of meester op een klas met 25 kinderen en kinderen krijgen dus meer aandacht. Een van de pedagogen stelt in mijn podcast dat kinderen tot zeven jaar vanuit hun nieuwsgierigheid en impulsen moeten kunnen leren in een inspirerende omgeving met sturing. Op de voorschool waar ik op reportage ging, zaten kinderen vijf minuten per dag in een kringetje. In Nederland is stilzitten in een kring en je vinger opsteken zo’n beetje de basis van de hele schooldag. Ik heb bij verschillende scholen gezien hoe kleuters 45 minuten aaneengesloten in de kring zitten. Stilzitten, wachten en discipline wordt er bij Nederlandse kinderen wel ingeramd en dat is heus wel goed, maar ik vind het niet per se de belangrijkste dingen die een kind moet leren.’
Twee jaar geleden begon Pettersson met de eerste radio-opnames. Ze volgde haar eigen gezin en reisde het land af om te spreken met tientallen ouders, docenten, leerlingen en deskundigen. Ze dook in rapporten en beleidsplannen om te zien hoe het Nederlandse systeem werkt en wat de effecten zijn. Stein moedigde dit onderzoek alleen maar aan, in de hoop dat ze nuances zou vinden en zou bijdraaien in haar wens om naar Zweden te vertrekken. Hij beschrijft zichzelf als een anti-avonturier en wil alles graag houden zoals het is; hij wil in ieder geval niet verhuizen naar Zweden en ziet er ook de noodzaak niet van in. Pettersson: ‘Jarenlang relativeerde hij mijn zorgen weg.’
Maar gaandeweg, tijdens het horen van haar opnames, veranderde Stein van mening. Zo zat Pettersson een dag in de klas bij juf Linda in Zeist, te horen in de derde aflevering. Zij is het type juf dat er flink de wind onder heeft, om het eufemistisch uit te drukken. ‘Benen onder tafel! Ik tel af: één, twee, drie,’ blaft ze de kinderen met schelle stem toe. ‘Ik zie heel veel wiebelbillen, ga rechtzitten!’ Tegen een kind genaamd Emani: ‘Wil jij iets vertellen? Eén ding. Denk na!’ En daarna: ‘Ik heb last van jou. Dit is de laatste waarschuwing, anders ga je uit de kring.’
Heb je met juf Linda niet expres een extreem voorbeeld gekozen voor het dramatische effect?
Pettersson: ‘Nee, ik hoorde juist van mijn researcher dat zij een heel goede juf is. Ik reisde naar Zeist toe in de veronderstelling dat ik een saaie dag zou beleven, met een perfecte juf voor voorbeeldige leerlingen. Ik wilde een normale dag op een doodnormale kleuterschool.’
Stein: ‘Juf Linda is ook geen slechte juf. Zij is ervan overtuigd dat haar manier de enige wijze is om zo’n grote klas een beetje fatsoenlijk te laten functioneren. We hebben het in de klas van onze dochter ook meegemaakt dat een jongen aan de deur hing en met zijn gedrag de hele groep dereguleerde en de juf daar totaal geen orde had. Bovendien vind ik dat Lova best een beetje van juf Linda’s strengheid zou kunnen gebruiken.’
Jennifer, wanneer doet Nederland het goed genoeg voor jou om je migratieplannen uit je hoofd te zetten?
Pettersson: ‘Dat is een moeilijke vraag. De vroege selectie die hier plaatsvindt, zit me al dwars. Op je elfde wordt je niveau en je toekomst bepaald. Dan moet je al bepalen of je timmerman of wetenschapper wilt worden. In Zweden is dat pas op je vijftiende. Daartussenin zitten behoorlijk vormende jaren. Verder vind ik dat het tempo van het leren hier echt omlaag moet om ook mogelijkheden te scheppen voor andere dingen dan rekenen en taal. De druk moet van de ketel, zodat leren weer leuk wordt voor kinderen. Laila is op een gegeven moment van school veranderd. Ik dacht dat het best goed ging daar, want ze maakte daar vriendinnen en ging weer met plezier naar school. Maar bij een tienminutengesprek uitte de docent zich bezorgd. Ze moesten er “hard aan trekken” en er was “werk aan de winkel” – dat soort teksten. Laila moest sneller lezen en we moesten flitsen met leeskaarten in de vakantie. Ik dacht: help, mijn kind is niet normaal, we hebben een probleem. Ik ging me zorgen maken om haar intelligentie.’
Stein: ‘Ik lees eens keer per week met de kinderen op Laila’s school. Vorig jaar was dat met een zandloper erbij om te kijken hoeveel woorden een kind kan lezen in een minuut. Maar toen ik een van de kinderen vroeg of hij wist wie die Johan was over wie hij las, moest-ie het antwoord schuldig blijven. De juf brengt daar dan tegenin: “Maar dit is ook geen begrijpend lezen.” Tja, waarvoor lees je dan? Ik krijg net als Jennifer op zulke momenten zin om langer op zo’n school te blijven om de boel daar te veranderen.’
Je kunt je dochters ook naar een vrije school of het daltononderwijs laten gaan.
Pettersson: ‘Maar daar lopen ze tegen dezelfde kwesties aan, want die kunnen de individuele benadering ook niet meer waarborgen en moeten ook aan al die testen en toetsen voldoen. Daarnaast hebben ze soms een gekke geloofsovertuiging. Ik kan het weten, ik heb zelf drie jaar op een vrije school gezeten. Daar leerden we dat een octopus een kwaadaardig dier is. Ik wil geen alien van mijn kinderen maken. Dat risico bestaat als je met je kind een alternatief circuit in gaat. Dan weet je kind later niet hoe het moet navigeren in de normale maatschappij.’
De vraag is: wat voor volwassenen levert het onderwijs uiteindelijk op? Hebben jullie het idee dat Zweden daarin verschilt van Nederland?
Stein schiet in de lach. ‘Die vraag wordt nooit gesteld in Nederland. Ze kijken alleen maar naar de cijfers, het rendement. Op dat gebied scoort Zweden slechter dan Nederland. Maar als je vraagt wat voor volwassenen het oplevert, dan zit er niet veel verschil tussen beide landen.’
Pettersson: ‘Kijk naar de Zweedse economie. Die bloeit. Het stikt er van de creatieve bedrijven. De druk op het Zweedse onderwijs is trouwens ook behoorlijk opgevoerd, nadat er in 2012 slecht was gescoord. Dat is goed, want ik zou bij een verhuizing naar Zweden niet willen dat mijn kinderen tree-huggers worden.’
Pettersson neemt de tijd om na te denken, kiest haar woorden zorgvuldig. ‘Ik dacht eerst ook kritisch over Zweden,’ zegt ze dan. ‘Dat ze kinderen daar pamperen, always at your service. Maar dat is niet zo. Kinderen worden er aangemoedigd om zelfstandig te worden. Ze laten tweejarige kleuters zichzelf aankleden bijvoorbeeld, onder begeleiding van een volwassene. Daar heeft de Nederlandse juf helemaal geen tijd voor. Ik kan mijn vierjarige dochter niet eens haar skibroek meegeven naar school als het koud is omdat de juf haar niet kan helpen met het aantrekken. Dus moet ze in haar maillot in de kou buiten spelen.’
Wat doe je hier eigenlijk nog? Waarom zit je al niet in Zweden?
Pettersson: ‘Eerlijk gezegd is het de podcast die me nu hier houdt. Ik zou graag huizen kijken in Zweden, maar ik moet allemaal afleveringen afmaken.’
Stein: ‘Het is geen eenvoudige beslissing. Dadelijk zitten de kinderen in Zweden met een taalachterstand en een depressieve vader.’
Aflevering 1, 2 en 3 van Opgejaagd zijn op zondag 4, 11 en 18 februari om 21.00 te horen in Radio doc op NPO Radio 1. De overige vijf afleveringen van de serie verschijnen als podcast op vpro.nl/opgejaagd. Daar zijn ook de eerste drie afleveringen terug te luisteren.