Zoals het een start-up betaamt, houdt Primephonic kantoor in een voormalige garage. Vooraan in de ruimte in Amsterdam-Oost staat een piano, voor tijdens de vrijmibo. Het jonge, internationale team van vijftien man (plus drie in New York) onder wie veel ex-conservatoriumklanten, doet hier al een jaar lang niets anders dan componisten en werken intikken en aanbevelingen maken.
Dat heeft zo zijn uitdagingen: van de 220 cantates van Bach met titels die bestaan uit halve Duitse zinnen, tot namen zoals Katsjatoerian, die in elke taal anders wordt gespeld. ‘In plaats van artiest, album en song, zoals bij popmuziek, heeft klassieke muziek wel negen zoektermen,’ vertelt oprichter Thomas Steffens. ‘Componist, naam van het stuk en bijnaam, opusnummer en toonsoort en naam van orkest, dirigent, solist en koor.’
Als voormalig consultant van de Boston Consulting Group voor culturele organisaties zoals het Concertgebouw kreeg Steffens goed zicht op de problematiek van een sector die kampt met een immer wankele financiële positie en een behoudend publiek. Primephonic vult niet alleen een gat in de markt, Steffens heeft ook een missie.