Om uit te zoeken hoe dit negatieve beeld van vrouwelijke seksualiteit is ontstaan sprak ik voor mijn documentaire Sletvrees met Véronique Mottier, professor in de sociologie en gespecialiseerd in de Westerse geschiedenis van seksualiteit aan de universiteit van Cambridge
‘Beleving van seks is geen biologische, universele ervaring, maar wordt vooral cultureel bepaald,’ zegt ze. ‘En onze westerse context wordt gedomineerd door de religieuze historie.’
We lopen langs een groepje studenten dat croquet speelt op een keurig gazon, met op de achtergrond de oude universiteitsgebouwen van Cambridge. We stappen Jesus College Chapel binnen, een oude kapel waar het licht als goddelijke stralen in banen door de hoge glas-in-loodramen op de vloer valt.
‘Het christendom zag seks als zondig. Zelfs binnen het huwelijk werd seks alleen geaccepteerd voor de voortplanting. Maagdelijkheid en onthouding werden gezien als de hoogste religieuze idealen.’
Boven ons een afbeelding van de verering van de heilige maagd Maria in glas-in-lood. Ze houdt haar baby Jezus beschermend in de arm en kijkt bescheiden naar beneden. ‘Maria werd als maagd neergezet. Ze is een heel belangrijk rolmodel, de moeder van de kerk, en daarom iemand die seksueel volstrekt puur behoort te zijn.’
‘En Eva, waar staat die voor?’ vraag ik.
‘De vrouw als belichaming van zonde. Eva verleidt Adam. Zij staat voor vrouwelijke zwakte. Zij leidt tot de zondeval. De archetypes van Eva en Maria zijn nog alomtegenwoordig. Je kent het wel: een man wil een hoer in de slaapkamer en een dame aan zijn arm. Freud noemde dat het madonna-hoercomplex. Hij zei dat sommige mannen het moeilijk vinden opgewonden te raken van hun vrouwen omdat ze hen te veel respecteren; ze zien hen meer als moeder. Sommige mannen raken alleen opgewonden van vrouwen die ze als prostituees zien, of als sletten.’