door Hugo Hoes
Is het niet lastig om de rollen van actievoerder en filmmaker te combineren?
In haar documentaire Zwart als roet onderneemt Sunny Bergman een persoonlijke zoektocht naar de onbewuste vooroordelen ten opzichte van huidskleur.
door Hugo Hoes
Is het niet lastig om de rollen van actievoerder en filmmaker te combineren?
door Hugo Hoes
Voor de VPRO Gids beschrijft Bergman haar aandeel in de rechtszaak tegen de burgemeester van Amsterdam, en in een interview bespreekt zij haar dubbelrol als maker en actievoerder.
Het afgelopen jaar heb ik samen met Quinsy Gario, Patricia Schor en Perez Jong Loy meegedaan aan een rechtszaak tegen burgemeester Van der Laan van Amsterdam, omdat hij een vergunning verleende voor de intocht van Sinterklaas. Ik kreeg veel mails van mensen die erg teleurgesteld in mij waren of heel erg boos. Ze vroegen of ik mij niet schaamde een kinderfeest te verpesten en of ik nu ook jodenkoeken en blanke vla wilde afschaffen. Sommigen vonden mij een nsb-hoer of wensten me een lynchpartij toe. Om uit te leggen waarom ik meedoe, hieronder mijn betoog voor de bestuursrechter van Amsterdam tijdens de bodemprocedure van 22 mei 2014.
‘Ik ben hier omdat ik vind dat Zwarte Piet en racisme niet simpelweg een probleem van of voor donkere mensen is. Racisme is een aantasting van de menselijkheid en gaat ons allen aan. Uit talloze wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat beeldvorming rond etniciteit zich nestelt in onze hersenen, het creëert vooroordelen waarvan we ons niet bewust zijn en beïnvloedt ons gedrag. Daarom wil ik niet dat mijn kinderen opgroeien met negatieve raciale stereotypen.
Ik zeg niet dat Zwarte Piet intentioneel racisme is, sterker nog: verreweg de meeste mensen hebben er helemaal geen nare bijbedoelingen bij. Maar op het moment dat er een bewustzijn ontstaat over het discriminerende karakter en de geschiedenis van de figuur, kun je niet willens en wetens doorgaan met deze traditie.
Enkele jaren geleden zong de hele school tijdens het sinterklaasfeest uit volle borst: “Ook al ben ik zwart als roet, ik meen het wel goed.” Ik keek naar de verschillende donkere kinderen die meezongen en mijn hart brak. De Zwarte Pieten hadden die dag met spelfouten op het schoolbord geschreven en de stoelen en tafels in de klas door de war gegooid. (Mijn kinderen zitten op een heel goede school, daar gaat het hier niet om. Ik wil dus ook niet zeggen dat dit bewust gedaan is om te discrimineren.)
De kinderen van mijn Surinaams-Nederlandse vriendin, die naar dezelfde school gaan, waren thuisgekomen en hadden haar gevraagd: “Mamma, waarom zijn wij niet blond? En waarom zijn wij dom?” Zij hadden een link gelegd tussen hun eigen huidskleur en die van Zwarte Piet, en geconcludeerd dat als Piet dom en stout was, zij dat hoogstwaarschijnlijk ook waren.
Veel mensen zeggen: maar ik houd van Zwarte Piet, ik vind hem fantastisch! Deze mensen zijn geen racisten – Zwarte Piet als fenomeen is racistisch, maar dat betekent niet dat iedereen die ooit plezier beleefd heeft aan de figuur Zwarte Piet een racist is.
Maar ook het stereotyperen op een zogenaamde positieve manier – Piet is zo stoer, hij is zo acrobatisch, een echte kindervriend, zo grappig en clownesk – reduceert een individu tot de kenmerken die zogenaamd bij zijn of haar huidskleur passen. Het tast mensen van Afrikaanse afkomst aan in hun waardigheid. Het is niet voor niets dat in landen als Amerika en Engeland het blackfacing (een wit persoon die zich zwart schminkt) en de golliwog (een kinderlijke karikatuur als pop of als plaatje van een zwart persoon met dikke rode lippen, grote witte ogen en een afro) al tientallen jaren als moreel onacceptabel gezien worden.
De onwil van veel witte Nederlanders om in te zien dat Zwarte Piet ook moreel onacceptabel is – dat is een Nederlands probleem. Velen die Zwarte Piet als racistisch fenomeen aangekaart hebben, zijn met de dood bedreigd. Kennelijk gaat de noodzaak om Zwarte Piet zwart te houden diep.
Politici zeggen dat “het maatschappelijke debat” moet besluiten hoe Piet evolueert. Zijn ze bang voor de electorale toorn van de twee miljoen stemmers op de Pietitie (Facebookpagina voor behoud van Zwarte Piet)? Scholen wachten op verandering bij het Sinterklaasjournaal, voordat ze zelf gekleurde pieten invoeren. Het Sinterklaasjournaal is bedreigd en bespot, toen ze dat een tiental jaren geleden hebben geprobeerd. Laten we ons leiden door angst, door een klimaat van ontkenning? Hoe lang moet de maatschappij nog doordebatteren? Racisme is geen democratische, maar een grondrechtelijke principiële kwestie. Laten we een positieve stap zetten richting de zo broodnodige verandering van een traditie, zodat het Sinterklaasfeest werkelijk een inclusief feest wordt.’
Er is veel pers bij de rechtszaak aanwezig. Toch word ik niet door de nos en at5 geïnterviewd. Waarschijnlijk pas ik niet binnen het frame dat op dat moment de boventoon heeft in de media, namelijk dat een (klein) groepje gekwetste Surinamers bezwaar heeft tegen een typisch Nederlandse traditie. Terwijl ik zelf een vrij langdradige saaie zitting meemaakte, valt me op dat de kranten schrijven over de rechtszaak in termen als ‘emotioneel’ en ‘onrustig’. Deze bewoordingen vallen volgens mij samen met stereotypes die (onbewust) over zwarte mensen bestaan, namelijk ‘ze’ zijn nu eenmaal ‘iets emotioneler en minder redelijk’.
Op 3 juli is de uitspraak. De rechter begint met stellen dat een mensenrechtenschending op grond van grondwetsartikel 1 (geen discriminatie) niet bewezen is. Daarna noemt ze nog veel meer juridische ins en outs die ze niet bewezen acht, en ik huil tranen met tuiten. O mijn God, we hebben verloren, denk ik.
Maar dan stelt de rechter dat Zwarte Piet inderdaad een negatief stereotype is en dat het de zwarte bewoners van Amsterdam aantast in hun recht op privéleven (artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Waarna ze concludeert dat de burgemeester de proceskosten moet betalen en de volle zaal in luid applaus uitbarst. We hebben gewonnen!
Dat wil zeggen: de zwarte eisers hebben gewonnen. Ik niet. Dat zegt de rechter er namelijk expliciet bij: de witte eisers zijn niet aangetast in hun recht op privéleven door de figuur Zwarte Piet, en kunnen dus geen bezwaar maken. Ondanks de feestvreugde achteraf zijn ik en de andere anti-Zwarte Piet-activisten het er over eens: het is absurd om juist in een anti-racismezaak dit onderscheid op basis van kleur te maken. Ik deed immers mee aan de rechtszaak omdat ik vind dat het een principiële kwestie is: racisme mag niet gepropageerd worden door de overheid en het onderwijs.
Het probleem is dus meer dan dat van ‘gekwetste gevoelens’. Het ‘Zwarte Piet kwetst gevoelens’-argument maakt het volgens mij tot iets subjectiefs. Het kan mensen die tegen Zwarte Piet zijn reduceren tot ‘zeurpieten’ want ‘mijn beste vrienden zijn Surinaams en die vinden Zwarte Piet juist fantastisch!’
Op 16 oktober is er een hoger beroep bij de Raad van State. Burgemeester Van der Laan is namelijk in hoger beroep gegaan tegen de rechterlijke uitspraak. Hij stelt dat hij niet over de inhoud van evenementen mag beslissen en dat Zwarte Piet geen negatief stereotype is. Het wordt een interessante lange zitting, vol juridische smakelijkheden. Onze advocaten Wil Eikelboom en Tomasz Kodrzycki zitten handenwrijvend aan tafel. Vragen als: kan Zwarte Piet vallen onder artikel 10 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (het recht op vrijheid van meningsuiting)? Maar dan zou Zwarte Piet toch meer dan volksvermaak zijn – zelfs bijna een politieke daad worden? En wat voor politieke mening zou dat dan zijn?
Onze advocaten vragen waarom de burgemeester enerzijds zegt dat Zwarte Piet geen negatief stereotype is, maar wel publiekelijk heeft aangegeven dat de figuur ‘minder zwart en minder knecht’ moet worden? Is dat niet in strijd met elkaar?
Uiteindelijk vraagt de Raad van State: als de burgemeester dit hoger beroep wint, en de zaak gaat door naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, wat zullen die gaan zeggen? Onze advocaten beargumenteren dat het Hof waarschijnlijk zal stellen dat het recht om verschoond te blijven van racisme zwaarder weegt dan het recht op individuele expressie.
Ondertussen tiert racisme online zo welig dat de honden er geen brood van lusten. Zwartepietfundamentalisten komen met internetmemes als ‘Ebola piet’ (bij een foto van een gestorven ebolaslachtoffer) en ‘Magere Piet’ (bij een plaatje van een hongerend kind). Woorden als ‘aap’, ‘slavenkettingen’, ‘oerwoud’ en ‘oprotten’ vliegen tijdens Twitter- en Facebookdiscussies in het rond. Tegelijkertijd wordt in de serieuze pers geschreven dat het debat van beide kanten zo verhard is. De anti-pietenbeweging wordt militant en ‘radicaal anti-racistisch’ genoemd. Maar zeg mij: waarom is je uitspreken tegen racisme radicaal of militant?
Op 12 november jl. gaf de Raad van State burgemeester Van der Laan gelijk dat hij geen oordeel heeft over het eventueel discriminerende karakter van Zwarte Piet. De Raad verwees voor een inhoudelijk oordeel naar de civiele of strafrechter: daar kunnen tegenstanders van Zwarte Piet een procedure aanspannen tegen organisatoren van intochten, niet bij de bestuursrechter. Bij de Sinterklaasintocht in Gouda op 15 november werd Bergman gearresteerd terwijl zij aan het filmen was voor haar documentaire Zwart als roet.
2Doc: Zwart als roet
maandag 1 december, npo 2, 20.25-21.25 uur