Bij de pinguïns in Artis staat een dierenverzorger die over de pinguïns vertelt. De geluidsinstallatie die hij daarvoor gebruikt, is niet heel erg goed, dus je moet dicht bij hem staan om hem te kunnen horen. Hij zegt dat de meeste mensen denken dat de pinguïns van de Zuidpool komen, maar deze niet, deze komen uit Zuid-Afrika.
Aan de andere kant van mij staat een moeder die tegelijkertijd aan haar kinderen vraagt: ‘En waar komen ze vandaan?’ Haar kinderen roepen: ‘Van de Zuidpool!’ ‘Goed zo,’ zegt de moeder. Aan de andere kant van me zegt de dierenverzorger nog: ‘Dus deze houden juist van zon en strand.’ ‘Kom,’ zegt de moeder, ‘we lopen weer verder.’
Ik denk aan de krant, ik denk aan nepnieuws, ik denk aan oeverloze gesprekken in actualiteitenprogramma’s over hoe moeilijk het is om te weten wat waar is en wat niet, en hoe we moeten leren kritisch te kijken, kritisch te luisteren. Juist in deze tijd, waarin de informatie van alle kanten op ons afkomt, is dat niet gemakkelijk.
Maar ik sta bij de pinguïns in Artis en denk: we hebben maar heel weinig nodig om de boel verkeerd te begrijpen. Mijn dochter kijkt iets verderop geboeid naar de pinguïns en gebaart zo af en toe naar mij dat ik moet opletten wat de man zegt, die zij niet kan verstaan, maar ze wil wel graag een verslag van mij.
Als de man klaar is met zijn praatje en de pinguïns gaat voeren, kan ik mijn dochter vertellen dat dit ezelpinguïns zijn, die hun naam danken aan het geluid dat ze maken, dat erg op het gebalk van een ezel lijkt. Hun buik is wit, zodat ze veilig boven een orka kunnen zwemmen. Als de orka omhoog kijkt, ziet hij licht en lucht en de witte buik van de pinguïn valt niet op. Als de pinguïn onder de orka zwemt, en de orka kijkt naar beneden, de diepe duisternis in, dan valt de zwarte rug van de pinguïn in het niet.
Ik voel me behoorlijk goed bezig, terwijl ik mijn dochter onderwijs over de ezelpinguïn. Heel veel beter dan die andere moeder. Ja, om mij beter te voelen dan een ander, heb ik ook heel weinig nodig.
Alle pinguïns eten uit de hand van de verzorger. Mijn dochter wil weten hoe die man weet welke pinguïn al heeft gehad en welke niet. Ik mompel dat ik dacht te hebben verstaan dat ze genoeg hebben aan één vis en dan netjes aan de kant gaan voor de volgende pinguïn. Naast me herhaalt iemand dit meteen om het aan een ander kind uit te leggen. Ik zeg nog: ‘Maar ik geloof eigenlijk niet dat ik dit goed had begrepen.’ Te laat, deze twijfelachtige informatie is alweer
verspreid.
Esther Gerritsen bezocht de pinguïns in Artis.