Lezen kan altijd. De zinnen wachten geduldig tot je verder leest of tot de sprinkhaan voorbij is gelopen. Al doe ik een dag over alleen de voorpagina van die ene krant, ik ben de baas over het tempo. Ik, de kinderen en de sprinkhanen.

Op het krantenartikel landt een kleine sprinkhaan. Ik heb net tegen de kinderen in huis gezegd dat ik ga zitten lezen in de tuin, en niet meer op zal staan. Maar ik heb nog geen alinea gelezen als die kleine sprinkhaan verschijnt. Het groen van zo’n sprinkhaantje is haast fluorescerend. Het kleurt goed op de krant. Het is zo’n mooi beest, dat je wel gek zou zijn om verder te lezen. Ik volg het beestje, terwijl het over de letters loopt. Het loopt over Macron, het loopt over een tekening van Trump, het loopt over de woorden ‘terrorisme’, ‘waarheid’ en ‘parlement’ en gaat door naar de rand van het papier.

Dan staat er een meisje naast me dat vraagt of ik water voor haar kan pakken, ze kan niet bij de kraan. ‘Nee,’ zeg ik, ‘ik ga niet opstaan, je moet de grotere kinderen om hulp vragen.’ Als ik weer naar de krant kijk is de sprinkhaan weg en lees ik verder.

Ik reis van Frankrijk naar Duitsland en weer terug. Ik luister naar Klaver en naar Merkel, naar een tandarts uit Wisconsin, uit elke windstreek komen de woorden. Kinderen roepen vanuit huis dat ze de plastic bekers niet kunnen vinden. Ik roep terug dat ze in de middelste la liggen.

Lezen kan altijd. De zinnen wachten geduldig tot je verder leest of tot de sprinkhaan voorbij is gelopen. Al doe ik een dag over alleen de voorpagina van die ene krant, ik ben de baas over het tempo. Ik, de kinderen en de sprinkhanen.

Ook zonder kinderen en sprinkhanen lees ik langzaam. Als ik in het ene artikel in Turkije ben, kost het nu eenmaal tijd om daarna naar Duitsland te gaan. Het gezegde waarin de ziel met de snelheid van een kameel reist, wordt meestal gebruikt voor daadwerkelijke reizen. Je lichaam gaat per vliegtuig, je ziel komt pas veel later aan. Maar zo is het ook met imaginaire reizen. Tussen het lezen door staar ik graag even voor me uit. Pas als de kameel aankomt gaan we weer verder.

Precies daarom is het Journaal volgen ook zoveel lastiger dan een krant lezen. De snelheid waarmee in een journaaluitzending over de wereld wordt gereisd, is ongekend. Televisie is een vreemd en mensonvriendelijk medium met dat opgelegde tempo. Als je je maar een beetje inleeft in een gemiddelde nieuwsuitzending hou je het onmogelijk bij. Maar ook al sla je de inleving over, en je slikt koel de naakte feiten, nooit, maar dan ook nooit wordt er rekening gehouden met kinderen en sprinkhanen.