Chris Kijne denkt terug aan zijn ontmoeting met Pete Hoekstra, Nederlandse Republikein in Amerika en de belangrijkste kandidaat om Donald Trumps ambassadeur in Den Haag te worden.

Het carillon tingelt boven de houten huisjes, het draaiorgel speelt, op het dansplein in het lokale themapark Nelis’ Dutch Village dansen Amerikaanse tienermeisjes met beugeltjes de klompendans. Welkom in Holland, Michigan, thuisbasis van Pete Hoekstra, van 1993 tot 2011 congreslid voor de Republikeinse Partij en de belangrijkste kandidaat om Donald Trumps ambassadeur in Den Haag te worden.

Ik ken Pete. Van dat carillon en de klompendansmeisjes weet ik sinds de reportage die ik in 1996 maakte tijdens zijn campagne in dat verkiezingsjaar. Een gezellig verslag, dat vooral inzoomt op de oer-Nederlandse traditie waarin de in Groningen geboren Hoekstra is opgegroeid. En de Amerikaanse politieke vertaling die hij daar in 1996 van maakt.

Op de dag van mijn aankomst bericht de Holland Sentinel over een kerkscheuring in de plaatselijk Christian Reformed Church, waar een paar gemeenten zich afsplitsen van de te licht geachte hoofdkerk. Een ideologische echo van de wordingsgeschiedenis van het stadje Holland, dat in 1847 werd gesticht door dominee Van Raalte, die het vaderland en de Nederlands Hervormde Kerk was ontvlucht vanwege de dáár heersende vrijzinnigheid.

Plus ça change...

overheidsbemoeienis

Die traditie van christelijke orthodoxie wordt in Holland gekoesterd en door Pete politiek uitgedragen in ferme pro-gezins- en anti-abortusstandpunten, gepaard aan een gloeiende hekel aan overheidsbemoeienis op alle andere terreinen. Een boodschap die er bij de grotendeels uit Nederland afkomstige boerenbevolking in zijn district ingaat als de zelfgebakken janhagel die ik op de megaboerderijen in de opkamer geserveerd krijg.

Tot zover het beeld van een ook mij sinds de culture wars wel bekend fenomeen: dat van evangelisch-rechts in de Republikeinse Partij.

‘Die zijn daar neergezet door de Verenigde Naties, zodat ze precies weten waar ze de tanks neer moeten zetten als ze ons land gaan veroveren.’

Ik lach hartelijk om zijn grap.

Dat vindt Jim niet leuk.

Hij is bloedserieus.

Op weg naar een van die gigantische boerderijen waar Pete campagnebezoek gaat afleggen, rijd ik achter hem aan, samen met Jim Johnson, zijn campagnemanager. Eerst wijst Jim me op een verdekt opgestelde sheriffsauto, die snelheidsduivels poogt te vangen. Hij fulmineert tegen overheidsdienaren die het wagen zich op privé-eigendom te verschuilen. Ze moeten niet raar opkijken als ze van dat erf geschoten worden – zo zijn ze hier in Michigan.

Even later vraagt Pete Hoekstra's campagneleider aandacht voor kleine gele bordjes met een nummer er op, die op regelmatige afstand van elkaar langs de highway staan opgesteld. En vraagt of ik weet waarvoor die zijn.

‘Gasleiding, elektriciteit?’, gok ik.

Even lijkt Jim verbaasd over zoveel naïviteit, maar kennelijk realiseert hij zich snel dat ik uit het ultra-liberale land kom dat hier vooral bekend is om zijn zedeloosheid en drugshandel. En begrijpt dat hij iets uit moet leggen:

‘Die zijn daar neergezet door de Verenigde Naties, zodat ze precies weten waar ze de tanks neer moeten zetten als ze ons land gaan veroveren.’

Ik lach hartelijk om zijn grap.

Dat vindt Jim niet leuk.

Hij is bloedserieus.

complottheorieën

Het was zo’n defining moment waarop ik Amerika weer net iets beter ging begrijpen. Waar ik zag hoe een gereformeerde neiging tot ‘soevereiniteit in eigen kring’ in aanraking was gekomen met de Amerikaanse pioniersgeest. Om uit te groeien tot een paranoïde complottheorie waarin huis, haard, vrouw en kinderen niet alleen belaagd werden door de federale overheid maar vooral ook door een internationale elite van losgeslagen liberalen. En hoe dat denken in dit Amerikaanse heartland niet fringe, maar mainstream was.

Ik moest erg aan Jim Johnson en zijn VN-fobie denken toen ik dit fascinerende stuk las over Steve Bannon, de Raspoetin van Donald Trump.  Het is het verslag van een Skype-gesprek uit 2014 met de deelnemers aan een conferentie van de conservatieve denktank Dignitatis Humanae Institute in het Vaticaan, waarin Bannon uiteenzet hoe hij de wereld ziet:

Een complot van een internationaal georiënteerde kapitalistische en politieke elite heeft niet alleen de waardigheid en de economische belangen van het echte Amerikaanse volk verkwanseld, maar de hele joods-christelijke beschaving ondergraven door uit puur eigenbelang de grenzen open te zetten en zo ruim baan te geven aan de grootste bedreiging van die joods-christelijke beschaving: de islam.

Kijne over Trump

explosief mengsel

Bannons wereldbeeld lijkt me een angstaanjagende hutspot van terechte kapitalisme- en globaliseringskritiek, via gevaarlijk nationalisme en isolationisme, tot doodenge culturele superioriteit en demonisering van anders-gelovigen. Maar hoe diep de overtuigingen van de ex-Goldman-Sachsbankier zijn, is moeilijk in te schatten. En het is nog maar de vraag waartoe dit explosieve mengsel in de praktijk van het Witte Huis zou kunnen leiden.  

De grilligheid van Trumps eerste weken kan goed voortkomen uit Bannons zelfverklaarde leninistische inborst, die chaos wil veroorzaken om de Staat te vernietigen. Maar het kan net zo goed een gevolg zijn van het grillige karakter van de president zelf. Of het resultaat van alle tegenstrijdige politiek-strategische opvattingen die hem bereiken.

Hoe groot binnen dat krachtenveld van politiek, instituties en geopolitiek uiteindelijk de invloed van Bannon zal zijn? Ik voorspel niks meer, maar over de internationale organisaties zijn Donald, Steve en Pete het vast roerend eens.

Dat Pete Hoekstra straks kantoor gaat houden aan het Lange Voorhout in Den Haag, stad van het Internationaal Recht: ik vind het alvast best een dingetje.