Na een week Republikeins geweld in Cleveland en terwijl het Democratische spektakel zich voltrekt te Philadelphia, zet Chris Kijne een stapje achteruit. En verdiept zich in de entourage van beide kandidaten: de mannetjesmakers, de mentoren en de running mate. En ziet een rode lijn van racisme en anti-racisme.

De achtbaan van de Amerikaanse verkiezingen levert iedere dag wel een nieuwe verhaallijn op. Of het nu Donald Trump is die de Russen oproept zijn politieke tegenstander te bespioneren, of de beste speech van Joe Biden die ik ooit heb gezien, dat is alleen nog maar de oogst van de ochtend waarop ik dit schrijf.

Na een week bij de Republikeinse Conventie in Cleveland schrik ik tijdens mijn jetlag-nachten ook nog wel eens rechtop wakker van Rudy Giuliani, Chris Christie  of talkshow-host Laura Ingraham

Want natuurlijk, ook in Philly wordt de achterban opgezweept, maar wat volksmennerij betreft hebben de Republikeinen de wedstrijd nu al gewonnen.

Maar daar wil ik het niet over hebben. 

i ain't got no home

Mijn verhaallijn begint in de vroege jaren vijftig in een appartementencomplex in Brooklyn. Daar huurde Woody Guthrie, chroniquer van een halve eeuw vakbonds- en mensenrechtenstrijd in prachtige liedjes, een flatje van vastgoeduitbater Fred Trump, de vader van Donald J. Al snel kwam Guthrie er achter dat de oude Trump een onversneden racist was die geen zwarten in zijn gebouwen wilde. En ontstak in grote woede. Woede die uiteraard in een lied terechtkwam. Althans in een tekstuele bewerking van zijn klassieker ‘I ain’t got no home’, waar Guthrie onder meer deze nieuwe regels voor schreef: 


    I suppose
    Old Man Trump knows
    Just how much
    Racial Hate
    he stirred up
    In the bloodpot of human hearts
    When he drawed
    That color line
    Here at his
    Eighteen hundred family project ....

En het refrein:


    Beach Haven ain’t my home!
    I just cain’t pay this rent!
    My money’s down the drain!
    And my soul is badly bent!
    Beach Haven looks like heaven
    Where no black ones come to roam!
    No, no, no! Old Man Trump!
    Old Beach Haven ain’t my home!

weigeren van zwarte huurders

Inmiddels is het nummer, dat door Guthrie nooit werd opgenomen, in een moderne uitvoering van onder meer Ani DiFranco te horen.

Fast forward naar 1973. Het vastgoedbedrijf waar 'The Donald' inmiddels samen met zijn vader aan de touwtjes  trekt wordt door de staat voor de rechter gedaagd om precies die redenen die Guthrie tot zijn tekst inspireerden: het systematisch weigeren van zwarte huurders. En laat zich verdedigen door Roy Cohn.

U kent hem. Althans: u kent Al Pacino, die hem weergaloos vertolkte in de serie Angels in America.

verborgen homoleven

Advocaat Roy Cohn, mannetjesmaker, machiavellist in de New Yorkse politiek, regisseur van het McCarthy-proces tegen Julius en Ethel Rosenberg, cynicus pur sang, consigliere van de Genovese-familie,  levend met het motto: the devil may care as long as it gets a headline.

Herkent u de stijl?

Hoewel zelfs de gehaaide Cohn het discriminatie-proces niet wist te winnen, werd hij Donalds oudere vriend en mentor in gebruik van publiciteit en kille berekening. Al liet Trump hem in 1986, toen Cohn na een levenslang verborgen homoleven wél in het openbaar crepeerde, als een baksteen vallen.

In de woorden van Politico: 'Trump, in the end, turned some of that cold calculation on his teacher, severing his professional ties to Cohn when he learned his lawyer was dying of AIDS.'

dirty-tricks-specialist

Via Cohn kreeg Trump in de jaren zeventig nog twee vrienden: de republikeinse duvelstoejagers Roger Stone en Paul Manafort. Cohn stelde ze aan elkaar voor op de dansvloer van Studio 54 en tijdens etentjes in de Four Seasons op een moment dat Roger Stone al actief was als dirty-tricks-specialist in de entourage van Richard Nixon en Paul Manafort het subtielere werk leerde van James Baker tijdens de herverkiezingscampagne van Gerald Ford.

Samen zouden Stone en Manafort in 1980 Ronald Reagan aan zijn landslide helpen; niet in de laatste plaats door diens niet van racisme gespeende ‘southern strategy’.  Waar Donald J. zelf , via tien jaar Tea-party, het moderne gevolg van is.

Roger Stone heeft inmiddels geen actieve rol meer in de campagne van Trump, al ging hij in Cleveland voor in een woedende ‘lock her up’-demonstratie waar hij zijn eerder geuite opvatting - dat Hillary geëxecuteerd moet worden - nog eens kracht bij zette door haar opnieuw van moord op de voormalige Clinton-medewerker Vince Foster te beschuldigen.

eerlijk huisvestingsbeleid

Maar Manafort zit in het hart van de operatie, als campagneleider. Zoals hij de afgelopen decennia met zijn companen in de consultancy-firma The Black niet alleen de campagnes van presidentskandidaten George H. Bush, Bob Dole en Jack Kemp runde, maar ook met succes werkte aan de imago’s van Ferdinand Marcos, Mobutu Sese Seko, nog een handjevol andere niet westerse dictators, en uiteindelijk als naaste adviseur van Oekraïnes Viktor Janoekovich dat land weer veilig in de invloedssfeer van Poetins Rusland bracht.

Entourage is alles.

Fast forward naar vandaag. Enter de nieuwe vice-presidentskandidaat - die van Hillary Clinton: Tim Kaine. Die in Philadelphia ook school maakte. Met de slechtste Trump-imitatie ever en vermoedelijk een van de sááiste conventie-speeches van de afgelopen halve eeuw.

Kaine geldt als een veilige keus. En als een keus voor het midden. Hij  wordt door de ‘Bernie-or-Bust’ -legioenen aangevallen op zijn als pro-Wall Street geïnterpreteerde optreden in de bankencrisis.

Kan zijn.

Maar verdiept u zich even iets verder in de voormalige gouverneur en senator van Virginia. En zie dat hij zijn juridische carrière begon met een pro bono zaak voor een zwarte vrouw die de huur van een appartement in Richmond was geweigerd. En dat hij later, als voorzitter van organisaties die een eerlijk huisvestingsbeleid bevochten, een van de grootste zaken ooit aanspande tegen de nationale hypotheekverstrekker Nationwide voor het uitsluiten van niet-blanke Amerikanen.

Roy Cohn en Tim Kaine, twee advocaten aan verschillende kanten van de ‘red line’. 

De entourage van de een en die van de ander.

Er valt veel te zeggen over de Clinton-machine. Ook over het Amerikaanse politieke systeem en de rol van het geld. En ook wel over de combinatie van die twee. Maar vertel me niet dat er niks te kiezen is, straks in november.