Een korte verhandeling over wreedheid.
1. In de liefde, zowel in agape, ruwweg de verzorgende liefde, als in eros, de zinnelijke liefde, zit een kern van wreedheid, waaruit we zouden kunnen opmaken dat de wreedheid zich niet alleen buiten het goede, het mooie en het ware bevindt, maar er juist ook middenin zit.
2. Wie weleens is geconfronteerd met andermans medelijden weet dat medelijden doorgaans niet de slagroom op het appeltaartje is die de goegemeente in medelijden ziet. Er zit iets wreeds en neerbuigends in medelijden, wat niet wil zeggen dat men nooit mededogen moet tonen. De vraag is hóé men dat doet.
3. Het menselijk verlangen is oneindig, alleen dat veroorzaakt schaarste, op schaarste volgt competitie en competitie zal nooit voor gelijke uitkomsten zorgen, anders was die competitie overbodig.
In elke competitie zit symbolische en minder symbolische wreedheid, maar men kan ernaar streven de ander niet te vernederen. In de Bijbel staat al dat hoeken van het veld niet gemaaid mogen worden, opdat de armen daar hun graan kunnen plukken.
Het ontkennen van de competitie is de schadelijke leugen van sommige idealisten. Er is geen weg uit de competitie, niet in de liefde, niet daarbuiten. De vraag is hoe wij die competitie zo kunnen organiseren dat zo veel mogelijk mensen er aardigheid in hebben.
4. De verhalen die wij elkaar vertellen over wie wij waren en wie wij dus zijn, zijn doorgaans wrede verhalen. De Bijbel is een wreed verhaal, Star Wars ook.
Tussendoor is er samenwerking, verliefdheid, solidariteit, maar vergeet punt 1 niet.
5. Hoe te leven met wreedheid? Door een bewuste sadist en sadomasochist te worden. Door het noodzakelijke sadisme niet te verbloemen maar door het te tonen en te zeggen: ik ben meer dan dat.
Door de tegenstander, die altijd ook tegenspeler is, werkelijk te respecteren.