1. Ruwweg is de maatschappij verdeeld in twee groepen mensen: zij die meer diversiteit willen en zij die daar geen behoefte aan hebben. De weerzin van de laatste groep komt ongetwijfeld mede voort uit de angst te worden vervangen door een andere. Wie spreekt over diversiteit spreekt over rechtvaardigheid en competitie. Rechtvaardigheid, omdat het streven naar diversiteit het streven naar rechtvaardigheid is, betere verdeling van kansen is immers rechtvaardig of zou dat moeten zijn. Competitie, omdat ook bij rechtvaardige verdeling van kansen competitie blijft bestaan. Het streven naar diversiteit is een poging de menselijke competitie op een andere, vermoedelijk betere manier te organiseren.
2. Wie heeft te veel en wie heeft te weinig privileges? Welke privileges zijn verdiend en welke privileges zijn onverdiend?
3. Het streven naar diversiteit heeft perverse neveneffecten. Stel, een instituut zegt: wij hebben nog een boeddhist nodig van boven de 1,80 meter. Is een dergelijke boeddhist gevonden dan blijft aan haar of hem vermoedelijk het gevoel knagen dat hij is uitgekozen omdat hij een boeddhist van boven de 1,80 meter is en het is goed mogelijk dat deze persoon zou willen zijn uitgekozen vanwege haar of zijn uitzonderlijke kwaliteiten.
Hoe kun je naar diversiteit streven zonder mensen in hokjes te stoppen waar ze zo graag uit zouden willen komen?
4. Is de opvatting ‘hoe meer diversiteit hoe beter’ altijd waar? Het is logisch dat in een katholieke kerk de protestanten ondervertegenwoordigd of zelfs geheel afwezig zijn.
5. In Nederland wonen veelal Nederlanders. Dat alleen al is niet zeer divers. Hebben we niet meer Italianen nodig? Of is er geen wezenlijk verschil tussen Italianen en Nederlanders? Hoe definieer je minderheden en meerderheden, en zijn die definities niet bijzonder arbitraire constructies?
6. Stelling: iedereen heeft het recht bij een minderheid te horen.
Zoek u een minderheid uit waar u bij wilt horen. Of is dat nu juist ‘cultural appropriation’?
In sommige gevallen zult u dan moeten erkennen dat u bij de meerderheid hoort. En daar valt ook prima mee te leven, leert de geschiedenis.