Hoop heeft net als angst met de toekomst te maken. Het verleden maakt je niet meer bang. Het verleden kan je nog plagen in nachtmerries, je kunt treuren om gemiste kansen, trauma’s kunnen het verleden in leven houden, maar het verleden lijkt een zekerheid.
Ik schrijf ‘lijkt’, want historici zullen me terechtwijzen als ik stel dat het verleden zeker is. Het voelt zeker aan, wij kennen de afloop, dat stelt ons in staat over het verleden met distantie te spreken. Vermoedelijk komt daar ook de uitdrukking ‘de tijd heelt alle wonden’ vandaan. Het is niet zozeer de tijd die de wond heelt, als wel het feit dat aan de ongewisheid een einde is gekomen.
Hoop richt zich zoals gezegd op de toekomst, wat het verleden betreft valt er weinig meer te hopen. Je kunt niet zeggen: ‘Ik hoop dat Hitler niet aan de macht komt.’ Tenzij je gelooft in tijdmachines. Hoop richt zich op iets wat in de toekomst moet gaan gebeuren. Net als veel angst is hoop irrationeel, waarmee ik weinig anders bedoel dan dat hoop en angst zich weinig aantrekken van kansberekening. Zou de mens zich daar wel iets van aantrekken zouden casino’s hun deuren kunnen sluiten. Van de socioloog J. Goudsblom mag ik het niet meer over ‘de mens’ hebben, dus zal ik schrijven: waarop hopen mensen? Hoewel: ‘Waarop hoopt de mens?’ mooier klinkt.
Niet dat ze nooit zullen doodgaan. Ik ben nog nooit iemand tegengekomen die zei: ‘Ik hoop dat ik voor altijd blijf leven.’ Maar wel wordt gehoopt dat de catastrofe van aftakeling en dood wordt uitgesteld. Ouders hopen dat zij eerst zullen sterven en dan pas hun kinderen. Verliefde mensen leven in de hoop dat ze voor altijd bij elkaar zullen blijven.
Als u beseft dat hoop weinig anders is dan binnenstebuiten gekeerde angst en angst weinig anders is dan binnenstebuiten gekeerde hoop valt er zowel met hoop als met angst goed te leven.
Het meest geparafraseerde stukje Nieuwe Testament is die zin over geloof, hoop en liefde, wat overigens meteen aangeeft dat geloof, hoop en liefde veel met elkaar te maken hebben. Vandaag wil ik me concentreren op hoop en dan vooral op de relatie tussen angst en hoop.