Ik ben een man van ruzie. Ik heb een vriend die een natuurcamping beheert. Er is wel stromend water, maar geen elektriciteit. Auto's en caravans worden niet toegelaten. Accu's en batterijen kunnen niet geweigerd worden. Men kan zich de bezoekers wel voorstellen: vegetariër, fietser, anarchist, nudist, dienstweigeraar (in de tijd van de dienstplicht).
Mijn vriend, hij heet Jaap Gottlieb, is lichtgewond geraakt toen hij een eind wilde maken aan een ruzie. Hij weet dat ik een man van ruzie ben, dat wil zeggen: ik houd van verhalen over ruzies.
Hij vertelde me dus iets over een zwijgende man die elk jaar vier weken zwijgend op de camping komt staan. Deze keer had hij een lichtgewicht televisie meegenomen die door een accu aan de praat werd gehouden. 's Avonds keek en luisterde hij. Al snel kwamen er protesteerders naar zijn tent die hem sommeerden de televisie uit te zetten.
Hij dempte het geluid enigszins, maar toen hij de volgende dag niets geleerd bleek te hebben, kwamen ze de tent binnen en brachten het tv-toestel naar Jaap Gottlieb, die tenslotte naar hun woorden de eindverantwoordelijke was. Ik ken hem al heel lang, we zaten op dezelfde middelbare school. In de eerste klas maakte hij grote indruk op me toen een leraar vroeg waarom het perpetuum mobile niet kon bestaan.
De klas bleef doodstil, maar Jaap Gottlieb, elf jaar oud, antwoordde op eenvoudige wijze: 'Wrijving, meneer.' Ik kende vraag noch antwoord, Jaap Gottlieb stond vanaf dat moment voor eeuwig in mijn geheugen gegrift. Het zou mooi zijn als dit korte verhaal hier ten einde zou zijn, maar de werkelijkheid heeft nog een staartje. Jaap sprak ernstig met de zwijgende man, die met hoofdknikken beloofde dat hij de televisie niet meer zou aanzetten.
Toen dat toch gebeurde, ontstond er een grote vechtpartij. Vegetariërs, dienstweigeraars, fietsers, nudisten en anarchisten vochten lukraak, allen tegen allen, zonder herkenbaar patroon. De zwijgende man verliet de volgende dag de camping, Jaap Gottlieb had een gekneusde rib. Verder bleef alles bij het oude.