Zestig jaar geleden deed ik met een vriend incunabelonderzoek in de stad Haarlem. Die vriend leeft nog steeds, net zoals ik. Hij was toen al een man met stevige meningen, terwijl mijn streven een meningloos leven was. We woonden in Amsterdam, maar ik had een auto en hij niet. Ik had duiven en deed mee aan wedstrijden. Soms nam ik in een mand jonge duiven mee die ik halverwege loste om ze te oefenen. Terwijl ik naast de auto stond en naar de duiven keek, bleef mijn dierbare vriend stuurs in de auto zitten en mompelde: ‘Vliegende ratten.’
Toen het incunabelonderzoek was voltooid en de studie afgerond, vertrok hij naar Frankrijk en ging wonen in een région défavorisée (achtergebleven en vergeten gebied). Een bergstreek waar de jeugd vertrok, de hoge weiden niet meer werden bezocht, de waterputten instortten, eeuwenoude kennis verdween. Dit werd het werkterrein van de idealistische/praktische immigrant. Hij spoorde de boeren aan kruiden te gaan verbouwen en coöperaties te beginnen, hij vroeg en kreeg hulp uit Parijs. Het welvaartspeil steeg, in veertig jaar was het tij gekeerd, zou je kunnen zeggen. De nieuwe boodschap is dat de kennis van het kleinschalige boerenleven niet verloren mag gaan. Met deze boodschap reist hij tegenwoordig de wereld over en ontmoet hij machtige mensen. Toevallig is hij in zijn geboorteland als Ruben Terlou op de televisie verschijnt met Langs de oevers van de Yangtze.
In China zijn veel kleine volken die op het punt staan te verdwijnen, en wat het meest aanspreekt is de verdwijning van hun taal. Maar een ondervraagd lid van zo’n verdwijnend volk is enthousiast over president Xi. Het is een oude boer die altijd bitter arm is geweest, maar de laatste tijd gaat het beter, ze hebben schoenen en scheerzeep, er is een asfaltweg aangelegd, ze hebben geen honger meer, ze hebben televisie en ze kunnen de bus nemen. Dat zijn taal verdwijnt kan hem niets schelen, het heden van de president brengt het geluk. Ik herinner me goed dat de leraar geschiedenis zestig jaar geleden de beroemde uitspraak ‘History is bunk’ van Henry Ford als voorbeeld van barbarij citeerde. Wij prentten dit in ons hoofd en deden later zonder zorg ons incunabelonderzoek.