Toen ik zuster Holkje van der Veer in haar witte habijt zag zitten bij Moby Dick was ik meteen aangeslagen – wat zou deze kloosterling te zeggen hebben? En toen de presentator vertelde dat ze in een doopsgezinde familie was geboren en op haar dertigste was overgestapt naar het katholicisme, trilde ik van belangstelling. Ik ken vele overstappers in mijn omgeving. Ik heb een vriend die uit zijn fanatiek katholieke milieu de overstap heeft gemaakt naar een goeroe uit India. Ik ben er nooit achtergekomen of die goeroe op zijn beurt ook weer ergens bij hoorde, het hindoeïsme bijvoorbeeld. Ik heb een familielid dat zwanger werd van een jongen die ze nauwelijks kende. Ze moesten trouwen, waarbij ze ontdekte dat hij katholiek was en zij dat ook moest worden. Ze deed het, ze werd fanatieker dan hij, een bekend verschijnsel, renegatenijver. De overstap die ik het beste ken is van gelovig naar niks. Ik ben daar sceptisch over, het verlangen naar een Hogere Macht zal waarschijnlijk niet vastgelegd zijn in de genen, het is wel tot stand gekomen in de eerste vijf jaren van het leven. Het behoort tot de nestgeur van het milieu, die je niet zomaar met een pennenstreek ongedaan maakt.
Zuster Holkje vertelde dat ze een gelovig mens was, opgegroeid in een doopsgezinde familie waar de Bijbel niet zo’n grote rol speelde als bijvoorbeeld bij gereformeerden. Zij richtten zich meer op het socialisme. Zij kwam zelf bij toeval in aanraking met iemand die in een dominicaans klooster woonde. Hij nodigde haar uit om te komen kijken. Het was een verrassing voor haar, een gebouw waar je met gelijkgestemden woonde, waar kamers waren waar altijd gemediteerd kon worden, waar je iedereen kon spreken die met dezelfde vragen zat als jij. Ze zei over haar overstap: ‘Ik voel me niet bekeerd.’ Dat zinnetje was het hoogtepunt van de avond. Bekering gaat altijd gepaard met strijd, met angst, met ruzie, met vergelijking. Bij zuster Holkje van der Veer was daar geen sprake van.
Ik heb in mijn leven wel vijfduizend keer Heraclitus geciteerd: ‘De strijd is de vader van alle dingen.’ Nu dacht ik dankzij Holkje voor het eerst: zonder strijd is het misschien ook wel mogelijk.