De man heeft een baan, maar daarnaast koopt hij een lunchroom. Hij houdt van lunchrooms. Het wordt een succes, daarom verkoopt hij de lunchroom. De koper is een bedrieger, hij betaalt in kleine porties en zet de zaak niet op zijn naam. De rekeningen van de leveranciers moeten door de eigenaar betaald worden.
De zaak sleept jaren, hij krijgt tenslotte gelijk van de rechter, zwart-op-wit, maar dat helpt niet, de bedrieger volhardt, hij betaalt niet. De man met de baan geeft niet op, hij wil elke cent die hem toekomt incasseren, al duurt het zijn hele leven. Dat vertelt hij op de televisie, ik kijk naar hem met mededogen en verbazing. Ik ken een paar van deze mensen persoonlijk, rechtvaardigheid beheerst hun leven. Wat een middel moet zijn, is voor hen een doel, ze praten alleen nog maar over het onrecht. Ik kijk graag naar deze programma’s. Waarschijnlijk omdat ze voor mij een sterk introspectief karakter hebben.
Ik identificeer me altijd met de opgejaagde, nooit met de jager.
Ik ren door een straat in Hilversum of Delfzijl, een televisieploeg op m’n hielen. De spraakmakende reporter rent naast me. Hij schreeuwt de namen van de bedrogenen in mijn oor, mèt de bedragen die ik ze heb ontfutseld: Janssen 35.000 euro, Van Houten 5000 dollar, Costas 300.000 drachmen. Ik probeer niet te reageren, maar dat is moeilijk, soms roep ik verontwaardigd: ‘Nee, dat heb ik afgehandeld met z’n vrouw, nee, hierin ben ik niet ontvankelijk verklaard, nee, dit is een misverstand.’ Maar waar het me werkelijk om gaat is de schaamte.
Ik denk aan de mensen die ik ken, ze zitten voor hun toestel, ze roepen hun huisgenoten, kom eens kijken, Snijders op de tv, jezusmina, het is een grote bedrieger. Mensen met wie ik op de lagere school heb gezeten, met wie ik in 1958 naar Griekenland ben geweest, die ik vorige week nog een brief heb geschreven over de voordelen van de anakoloet. De schaamte, daar gaat het allemaal om.
In de laatste uitzending zien we een man van 75 die ik eigenlijk het interessantste type bedrieger vind. Hij gaat naar een bedrijf waar een scooter met twee voorwielen wordt aangeboden. Hij maakt een proefrit maar komt niet terug. De tv-ploeg zoekt hem op in zijn armzalige volkswoning, hij doet gewoon open, hij ontkent de diefstal van de scooter, hij is nooit bij dat bedrijf geweest. Hij zegt in alle toonaarden dat hij er niets mee te maken heeft, hij raadt de reporter aan naar de politie te gaan en hem daar aan te geven. Hij is neutraal, hij heeft geen belangstelling voor het probleem, hij is de totale buitenstaander. Hij vloekt niet, hij sluit kalm de deur als het gesprek is afgelopen. Ik ben opgelucht door het gedrag van deze man.