Gisteren was Hakim Ziyech een onbekende naam voor me, vandaag weet ik dat hij in zijn vader/moederland Marokko officieel geëerd is omdat men hem daar beschouwt als de beste voetballer ter wereld. Ik weet nog meer, hij is een Nederlander, hij woont hier, hij voetbalt bij F.C. Twente, een zinkend schip, hij houdt het drijvend. (Bij F.C. Twente denk ik aan Joop Munsterman, een bedrieger die het zinken veroorzaakt heeft. Zijn huis wordt door de politie bewaakt.) Ineens zit ik te kijken naar een film over de ondergang van de Twentse club.
Hoofdpersoon is de Vara-socialist Erik Dijkstra uit Glanerbrug, die een fan is en een vriend van Joop Munsterman. Hakim Zyiech doet bij het maken van de film nog mee, maar op de avond van de vertoning speelt hij alweer een tijdje bij Ajax, hij is aangekocht.
Een van de hoogtepunten van de film is de redding van de club door de gemeente Enschede. Je hoort het verschrikkelijke dilemma in de gemeenteraad. In de stad wonen veel arme mensen die geholpen moeten worden met de miljoenen die verdwenen zijn door het wanbeleid van Munsterman. Je hoort een wanhopige linkse politica worstelen met dit schandelijke dilemma. De arme mensen moeten wachten, de club moet eerst gered worden.
Erik is verontwaardigd dat niemand Joop Munsterman voor de rechter sleept. Hij belt hem op voor de camera, twee fans zijn getuige. Joop neemt niet op.
Later in de film, als er nog meer wandaden van de Munsterman-bende aan het licht zijn gekomen, gaat de telefoon, het is Joop. Hij blijkt een vriend van Erik, hij houdt van hem, hij heeft zestien jaar zonder salaris voor de club gewerkt en heeft er zelfs zes miljoen in gestoken. Dat weet je toch, Erik? Erik zegt nauwelijks iets terug, het is een drama.
De film eindigt optimistisch. De KNVB heeft de licentie van Twente ingetrokken, maar dit besluit wordt ongedaan gemaakt. Ik heb een prachtige avond gehad, een keukenmeidendrama voor vermoeide cynici.
Voetbal is een dun, hardnekkig laagje op de televisie. Ik volg het niet, ik kom het tegen. De willekeur van de ontmoetingen maakt me zwak.