Dutch Design Week onderscheidt zich in de internationale designwereld doordat het er niet zozeer draait om mooie en dure spullen, maar om mogelijke oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Artspace MU gaat dit jaar een stapje verder en wil helemaal van spullen af, met de expo The Object Is Absent. ‘Als we hier als ontwerper ons eigen vak om zeep helpen: prima!’ zegt co-curator Tom Loois. Right. Maar hij heeft een punt: er zijn immers wel genoeg spullen op de wereld.
Hoe ziet dat eruit, een expositie zonder spullen? Verwacht hier een onderzoekende tentoonstelling die met humor anders denken prikkelt; met veel performance en publieksparticipatie. Leuk dus als je naast kijken ook iets wilt doen op de DDW.
Wat gaan we doen met onze tijd en met ons lijf als we niet meer bezig zijn met spullen verzamelen? Gaan we meer bewegen, en dus ook meer zweten? Govert Flint staat zich suf te zweten terwijl hij over een loopband rent. Hoe zit je zonder stoel? Onze westerse lichamen zijn niet geëquipeerd op een Asian squat, dus krijg je op de tentoonstelling een soort bootcamp om je bovenbeenspieren te trainen (Auto Sêgo heet dit werk). Noud Sleumer – behalve hier bij MU trouwens ook bij Geo-Design in het Van Abbemuseum te zien – ‘ontmaakt’ spullen door broodroosters en transistorradiootjes uit elkaar te halen. Er is verder een winkel waar handelingen in plaats van spullen wordt verkocht, en waar je les krijgt in hoe je een sinaasappel met je vuist perst. Ook is er een audiokeuken, met de geluiden uit een keuken – zonder de daadwerkelijke fysieke keuken.
Leuk, maar met geluid bak je geen appeltaart. Is niet erg, deze tentoonstelling is vooral een nogal meta, tongue in cheek commentaar op de designwereld. Met zelfs een eigen ballad waarin ontwerpers zingend afscheid nemen van het maken van spullen (en die het publiek mee mag zingen) – met meer pathos dan Elton John en Celine Dion bij elkaar, waarbij het glazuur spontaan van je tanden spat.